Op 25 februari 1212 tekende Johanna van Constantinopel, de dochter van Boudewijn, graaf van Vlaanderen en keizer van Constantinopel, in Pont-à-Vendin (Wendenbrugge) nabij Lens het zogenaamde “wurgcontract” met Filips II August van Frankrijk, na diens bemiddeling voor haar huwelijk met Ferrand van Portugal. Johanna was op dat moment twaalf jaar oud en verbleef al zes jaar in Parijs onder de controle van de Franse koning. Hij wilde haar koppelen aan deze Portugese prins, in wie hij een gemakkelijk te manipuleren graaf van Vlaanderen zag. Dit zou al snel een foute inschatting blijken.
Na de huwelijksceremonie in Parijs keerde Johanna met haar man terug naar Vlaanderen. Nog voordat ze waren aangekomen, werden ze in Péronne tegengehouden door een leger, geleid door de zoon van de Franse koning, de latere koning Lodewijk VIII.
Voor hun blijde intrede in Vlaanderen werden de steden Sint-Omaars en Ariën aan de Leie door het Franse leger belegerd en gedwongen tot overgave. Het wurgcontract verplichtte Ferrand en Johanna formeel om afstand te doen van beide steden.
25.02.2025