Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/flandria-rhei/
Het Flandria Rhei project is een mooi Europees interregioproject tussen West- en Frans-Vlaanderen. Doel is de verbetering van het milieu en de levenskwaliteit in deze grensoverschrijdende regio. Een onderdeel van het project, Mageteaux genoemd, voorziet in een beter waterbeheer om de frequente overstromingen in het gebied in de toekomst beter te reguleren. De gemeenschappelijke geschiedenis van de streek speelt een voorname rol in het debat.
Er was een tijd dat de Vlaamse kust liep van Brugge naar Diksmuide, Sint-Winoksbergen en zo verder naar Waten en Sint-Omaars. Toen de Vikingen met hun drakars onze streken onveilig maakten, hoefden ze niet van boord om diep in het huidig binnenland binnen te dringen.
Als West-Vlamingen het hebben over ‘Bachten de Kupe’ gaat het over de twee ‘kupen’ van de Moeren
Toen de streek geleidelijk aan droog werd en omgetoverd tot rijke poldergrond bleef nog, tussen Sint-Winoksbergen en Veurne, een enorm watergebied over: de Moeren, 1945 ha groot, dat tot 2,5 meter onder de zeespiegel ligt. Als West-Vlamingen het hebben over ‘Bachten de Kupe’ gaat het over de twee ‘kupen’ van de Moeren: een grote en een kleine Moere, vandaag de dag een polderlandschap voor 2/3 op Frans grondgebied, en voor 1/3 in West-Vlaanderen gesitueerd.
Het toenmalig watergebied van de moeren was zeer ongezond. De enorme wateroppervlakte was een bron van epidemieën die de omliggende gemeenten regelmatig teisterden. Maar de reden om ze droog te leggen was ook van economische aard: bijkomende vruchtbare poldergrond was meer dan welkom.
Het is Wenzel Cobergher (1557-1634), een Antwerpenaar, die de drooglegging van de Moeren verwezenlijkte. Een huzarenstuk uitgevoerd in amper zes jaar tijd. Hiervoor liet hij een dijk bouwen, alsook een ringsloot graven, tien voet diep. 23 molens pompten het water van het meer over naar de ringsloot. Deze gracht kreeg een verbinding met een kanaal dat, via Duinkerke, de zee bereikt.
Het netwerk van watergangen en wateringen, afvoersloten en kanalen was met elkaar verbonden.
Belangrijke opmerking voor het vervolg van ons verhaal: toen Cobergher het gebied drooglegde was de streek nog niet in Franse handen. De drooglegging van de Moeren gebeurde onder het bestuur van de Spaanse Nederlanden. De gevolgen voor het waterbeheer van de hele regio waren niet te overzien. Het netwerk van watergangen en wateringen, afvoersloten en kanalen was met elkaar verbonden. Zolang Frans-Vlaanderen en Duinkerke nog niet door Frankrijk werden geannexeerd was het geheel onderhevig aan een veilig en coherent beheer onder één commando.
Naast de drooglegging van de Moeren spelen in de 17de eeuw nog andere historische feiten een grote rol in het uitvouwen van grootse waterwerken. In 1638 wordt het kanaal Veurne-Duinkerke gegraven. Een sluitstuk in de toenmalige grote infrastructuurwerken om Antwerpen en Duinkerke via de binnenwateren een uitweg te bieden.
Dit alles ontstond in een periode dat de Nederlanders, in hun strijd tegen Spanje, de Scheldemonding, maar ook andere havens als Duinkerke blokkeerden. In Antwerpen werd de blokkade omzeild via de Schelde tot in Gent. Vervolgens ontstond een netwerk van kanalen naar Brugge, Plassendale, Oostende, Nieuwpoort, Veurne, Duinkerke.
Duinkerke viel heel even in Engelse handen. Om uiteindelijk door Engeland aan Frankrijk te worden verkocht in 1662. Enkele jaren later, in 1668, veroverden de troepen van Lodewijk XIV het gebied met en rond de Moeren. Er waren voortaan afspraken nodig tussen beide landen, die niet noodzakelijk dezelfde belangen en visie hadden, over het te voeren beleid. Eén zaak zou evenwel bepalend blijven: water stopt niet aan de grens!
De materie ligt zeer gevoelig en vraagt om sluitende afspraken
Veel moest er niet gebeuren om de Moeren volledig terug onder water te zetten. Dit gebeurde trouwens in de praktijk tijdens de twee laatste wereldoorlogen. In de nabijheid heb je ook het dal van de IJzer, in de winter onderhevig aan overstromingen aan beide kanten van de schreve. Als er te veel water spoelt over de velden en weiden hoor je de Frans-Vlaamse boer wel eens zeggen: ‘de Belgen hebben de kraan opengezet’. De materie ligt zeer gevoelig en vraagt om sluitende afspraken nu het overtollige water elke winter meer en meer overlast veroorzaakt.
De voorziene stijging van het zeeniveau door de klimaatopwarming maakt dat het huidige systeem van waterevacuatie onvoldoende oplossingen biedt voor de toekomst. Nu al, in perioden van hogere waterstanden, bereikt de bestaande infrastructuur voor lozing van overtollig water in de zee haar grenzen.
Er bestond een traditie van meer dan honderd jaar inzake waterbeheer van het grensoverschrijdend gebied. In 1891 werd een heuse conventie getekend die alle afspraken vastlegde. Van het onderhoud van kanalen en sluizen tot zelfs de richting van de evacuatie van het water naar zee. Nu de buffercapaciteit om water op te vangen op haar limieten botst was deze Conventie aan herziening toe.
Op korte termijn dienen werkzaamheden uitgevoerd om het overtollige water sneller naar zee te loodsen. Het project-Magetaux voorziet in het bouwen van twee nieuwe kunstwerken om overstromingen te beperken. De werkzaamheden zijn reeds in uitvoering voor oplevering in 2021. In Frans-Vlaanderen bestaat het uit een schuifconstructie op de site van de ‘Vier sluizen’ in Duinkerke voor een betere afvoer van water via een plaatselijk kanaal.
Aan West-Vlaamse kant is men begonnen met het bouwen van een noodpompgemaal.
Aan West-Vlaamse kant is men begonnen met het bouwen van een noodpompgemaal. Dat heeft een capaciteit van 3 kubieke meter per seconde, op de Speievaart, ter hoogte van Veurne. Bij te hoge waterstanden moet dit pompgemaal water overpompen in het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke.
Het Mageteaux-project vertegenwoordigt een investeringsplaatje van 2,4 miljoen euro waarvan 55 % Europese subsidie in het kader van Interreg V. Het omvat nog een tweede wettelijk en juridisch luik. De overeenkomst van 1891 dient te worden aangepast en de nieuwe afspraken in een wettelijk kader gegoten. Het voorziet ook een grensoverschrijdende overeenkomst die de werking van de nieuwe kunstwerken regelt.
Magetaux is maar een deel van het Flandria Rhei project met een totaalinvestering van 16,5 miljoen euro voor Frans- en West-Vlaanderen samen. Naast het waterbeheer en de bescherming tegen overstromingen worden nog volgende projecten voorzien:
Flandria Rhei is niet alleen een project rond waterbeheer. Het gaat ook over duurzame oplossingen, ruimtelijke ontwikkeling en mobiliteit in de sociodemografische context van een grensstreek die steeds evolueert en uit elkaar groeit. Een grensoverschrijdende aanpak als Flandria Rhei geeft Frans-Vlaanderen een betere aansluiting tot zijn historisch hinterland. Een applaus waard.
07.12.2020