WIDOPEDIA
Een blog over Frans-Vlaanderen, de Nederlanden en Europa
Wido Bourel

Meest recente berichten
Archieven
Kernwoorden

Een recensie in Meervoud

Gepubliceerd

31.01.2024

Kernwoorden
Reacties

Een recensie van mijn boek ‘Frans en toch Vlaams’ in de lage landen

Lees dit artikel ook op https://www.de-lage-landen.com/article/heimwee-naar-de-heimat-fransman-wido-bourel-op-zoek-naar-zijn-vlaamse-wortels

In Frans en toch Vlaams schetst Wido Bourel het verhaal van zijn geboortestreek, Frans-Vlaanderen. Geregeld neemt hij daarbij het officiële Franse geschiedenisonderwijs op de korrel. De evolutie van het Frans-Vlaams vormt een rode draad in Bourels boek, dat eindigt met een pleidooi voor het heimatgevoel.

Begin 2023 speelde een kleine Frans-Vlaamse voetbalploeg voor de zestiende finale van de Franse beker tegen het grote en schatrijke PSG. Deze match groeide uit tot een feest waarop de Frans-Vlamingen aan heel Frankrijk hun eigen identiteit toonden. Tussen de duizenden supporters stond ook de Frans-Vlaamse publicist Wido Bourel. Voor hem was dit zonder twijfel een hoogdag.

Wido Bourel

Al een groot deel van zijn leven speurt Fransman Wido Bourel naar zijn Vlaamse wortels. Die heeft hij zelf moeten zoeken, want op school werd hem geleerd dat Frankrijk “un et indivisible” was. Vooral in de lessen geschiedenis was er geen ruimte voor nuancering. Pas op zijn veertiende kreeg de jonge Wido te horen dat zijn streek ooit tot Vlaanderen en de Nederlanden had behoord en groeide bij hem het besef dat wat hem op school werd aangeleerd een zeer eenzijdig verhaal was.

Zijn huidige passie voor geschiedenis is een inhaalbeweging, schrijft hij, en de zoektocht naar zijn wortels een levenstaak. In zijn nieuwste boek Frans en toch Vlaams. Het verhaal van Frans-Vlaanderen schetst hij het verhaal van zijn geboortestreek dat hij zelf op school had willen leren. Voor hem is de officiële Franse geschiedschrijving “op vele vlakken een hemeltergende, grove vervalsing”.

Bloemlezing van hoogtepunten

In tien hoofdstukken toont Bourel hoe rijk de geschiedenis van Frans-Vlaanderen is. Hij begint zijn verhaal bij de vroegste prehistorische stammen, waar hij resten vindt van Noordzeegermanen en door Karel de Grote verbannen Saksen. Wie niet goed oplet, waant zich op zeker ogenblik in Tolkiens Midden-aarde. Oromanzakken, Bolgs, Rutheiers en Diabinthen waren blijkbaar volksstammen die in deze gebieden hebben gewoond. Een paragraaf verder duiken zelfs Moerduivels en Boskerels op. Zijn verdere zoektocht naar sporen van de Noordzeegermanen brengt Bourel ook bij Saksen, bij de Broekers van Sint-Omaars en zelfs bij Saracenen. Deze benaming duikt in de buurt van Sint-Omaars wel vaker op. Ze werd blijkbaar gebruikt om ongelovigen aan te duiden, of Franstalige (Waalse) inwoners in de streek.

Wido Bourel toont de grote betekenis aan van deze streek voor de hele Nederlanden

Hoofdstuk na hoofdstuk bespreekt Bourel de rijke geschiedenis van de Franse Nederlanden. Zijn boek leest als een bloemlezing van hoogtepunten uit die geschiedenis en hij toont ook de grote betekenis aan van deze streek voor de hele Nederlanden. Een serie belangrijke figuren, veldslagen en verdragen passeren de revue.

De auteur kan het ook niet nalaten om geregeld het officiële Franse geschiedenisonderwijs op de korrel te nemen. Hij heeft het over een “eeuwenlange brainwashing door de overwinnaar” en geeft zelfs voorbeelden van “geschiedvervalsing”. In Franse geschiedenisboeken wordt bijvoorbeeld het Roelandslied voorgesteld als een Frans epos. Roeland is een Frankische ridder, zegt de auteur, uit de tijd dat er nog geen Fransen waren.

Vlaamse beweging in Frankrijk

In het negende hoofdstuk ‘Hoop en wanhoop van Frans-Vlaanderen’ heeft Bourel het over het opkomend regionalisme in Noord-Frankrijk. Daarin komt Nicolas Bourgeois uitgebreid aan bod. Deze advocaat uit Hazebroek heeft een grote invloed gehad op de jonge Frans-Vlaming. In 2020 publiceerde Bourel nog een boek over Bourgeois, federalist en overtuigd Europeaan, die tussen de twee wereldoorlogen nauw betrokken was bij het radicale Vlaamsch Verbond van Frankrijk en zijn leider Jean-Marie Gantois. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zette het Verbond zijn activiteiten verder. Gantois koos ervoor om tijdens de oorlog cultureel actief te blijven.

Jean-Marie Gantois

Men kan zich, volgens Bourel, vragen stellen bij bepaalde keuzes van Gantois, maar “de situatie verplichtte hem om dubbel en zelfs tripel spel te spelen met het oog op beterschap voor Frans-Vlaanderen”. Dit is een vrij cryptische zin die op zijn minst wat meer uitleg had verdiend. Na de oorlog werden zowel Gantois als Bourgeois gearresteerd. Bourgeois werd volledig vrijgepleit, maar Gantois werd veroordeeld tot vijf jaar gevangenschap en werd ook verbannen uit Frans-Vlaanderen. Volgens Bourel slaagden “de Franse jakobijnse inquisiteurs” erin “de Vlaamse beweging in Frankrijk in diskrediet te brengen en af te remmen”.

Je kan je afvragen of Gantois door zijn optreden en publicaties voor en tijdens de oorlog zijn belagers niet zelf alle argumenten heeft verschaft om hem in diskrediet te brengen en samen met hem, voor vele jaren, de Vlaamse beweging in Frans-Vlaanderen.

Uitstervend Frans-Vlaams

De evolutie van het Frans-Vlaams loopt als een rode draad door het verhaal. Veel plaatsnamen en toponiemen getuigen ook vandaag nog van de eeuwenlange aanwezigheid van deze taal. Maar de taalgrens schuift steeds meer naar het noorden op. Bourel toont zich hier dan ook geen optimist: het zal volgens hem geen tien jaar meer duren voor de allerlaatste sprekers zijn verdwenen. Hij stelt vast dat vandaag, tot voldoening van de Franse jakobijnen, de taalgrens en staatsgrens samenvalt. Tot zijn ergernis blijven de Vlaamse en Nederlandse overheid daar zeer onverschillig tegenover.

Wido Bourel: ‘Het is belangrijk dat het Nederlands als streektaal en als taal van de buren wordt erkend’

De auteur pleit ervoor om het Nederlands in Frans-Vlaanderen te promoten. Niet als een vreemde taal, zoals de Akademie voor Nuuze Vlaemsche Taele voortdurend voorstelt, maar als taal die er ooit geschreven en onderwezen werd. “Het is belangrijk dat het Nederlands er als streektaal en als taal van de buren wordt erkend”, schrijft Bourel. Hij pleit er ook voor dat de geschiedenis van de streek onderwezen wordt, want de kennis van de geschiedenis wordt “bepalend als onderscheidende factor van de Vlaams-Nederlandse identiteit aldaar”.

De heimat

Aan het slot van zijn boek pleit Bourel zeer sterk voor het heimatgevoel. Voor hem is het de kern van alle dingen. Dat gevoel heeft te maken met onthaasting, samenhang, veiligheid en erkenning. Het is een heus programma en hij formuleert dat in een twaalftal punten. Eén daarvan is het stimuleren van grensoverschrijdende contacten, bijvoorbeeld op het gebied van werkgelegenheid, vervoer en dergelijke. Dat regionale besturen aan weerszijden van de grens daar vandaag al grote inspanningen voor doen, gestimuleerd door Europese subsidies, vermeldt Bourel niet. Heimat heeft dan ook meer met emotie te maken, en altijd meer met het verleden dan met het heden.

Frans en toch Vlaams. Het verhaal van Frans-Vlaanderen is geen algemene geschiedenis van Frans-Vlaanderen, maar het boeiende en zeer persoonlijke verhaal van een geëngageerde auteur op zoek naar zijn wortels.

Gepubliceerd

30.01.2024

Kernwoorden
Reacties

Vlaanderen gezien door een Frans-Vlaamse bril

Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/vlaanderen-gezien-door-een-frans-vlaamse-bril

Hoe kijken de Frans-Vlamingen naar Vlaanderen? Er leven nogal wat misvattingen: een Vlaams charmeoffensief richting Noord-Frankrijk kan wonderen doen.

Onbekend maakt onbemind. Wat weten de Vlamingen over wat leeft in Frans-Vlaanderen? En hoe kijken de Frans-Vlamingen naar Vlaanderen? Tijdens een informele ontmoeting aan de ‘schreve’ legden Vlaamse vertegenwoordigers van cultuur- en overheidsinstellingen en mensen uit het Frans-Vlaamse verenigingsleven de noden bloot. Een openhartig gesprek en suggesties die kunnen helpen bij het formuleren van een volwassen internationaal cultureel beleid in de toekomst.

In de catacomben

Voor wie in Vlaanderen nog twijfelde aan het Vlaams gehalte van Frans-Vlaanderen: het aantal Vlaamse leeuwenvlaggen rond het veld bij de bekerwedstrijd Paris-St-Germain – Kassel vorig jaar werd zelfs door de VRT opgemerkt. Maar niet alles is er rozengeur en maneschijn. Een pijnpunt is het onderwijs van het Nederlands dat net zo evolueert als de processie van Echternach. Zo zijn universitaire docenten Nederlands niet vervangen, waardoor Frankrijk op dit ogenblik nul docenten Nederlands telt; er zijn gemeenten die leraarslonen niet tijdig betalen; culturele verenigingen in Vlaanderen en Nederland die passen voor de beloofde subsidies. En, moet het nog gezegd, er zijn de Franse onderwijsinstanties die de kat uit de boom kijken.

Het ordewoord achter de schermen blijft: zo weinig mogelijk ruimte geven aan het Nederlands. In plaats daarvan maakt Frankrijk de keuze om het plaatselijke Vlaamse dialect te ondersteunen. Je moet, in de catacomben van de Nederlandse taal en cultuur dat Frans-Vlaanderen is, niet hopen om te ondernemen noch te slagen om te volharden. Loslaten is Parijs aanmoedigen om onze taal en cultuur in de vergeethoek te duwen.

Begripsverwarring

Kijken de Frans-Vlamingen onze richting uit, dan zien de meesten ‘België’, niet ‘Vlaanderen’. De grote meerderheid komt naar Vlaanderen voor triviale aangelegenheden: eten en drinken, koopjes in de winkelstraat. Een minderheid toont interesse voor toerisme en cultuur. En, niet vergeten, duizenden mensen steken dagelijks de grens over om te werken.

Een minimale kennis van de Vlaamse instellingen en verworvenheden is voor de overgrote meerderheid te hoog gegrepen, ook in Frans-Vlaanderen. Ik wed dat amper één procent van de bevolking zich er iets bij kan voorstellen.

Met de ‘Belgische’ taal bedoelen ze niet het Frans van Wallonië, maar het Nederlands dat ze ‘Vlaams’ noemen

Het loopt al fout bij het begrip dat België meertalig is. De doorsnee Fransman denkt dan dat elke ‘Belg’ drie talen spreekt. Dat elke gemeenschap een taalgebied omvat dringt niet door. Voor wie dat wel weet duikt een volgend obstakel: in Duitsland spreekt men Duits en in Engeland, Engels. België zou, volgens een gemiddeld Frans brein, ‘Belgisch’ moeten spreken. Met de ‘Belgische’ taal bedoelen ze niet het Frans van Wallonië, maar het Nederlands dat ze ‘Vlaams’ noemen. Een minderheid beseft dat het West-Vlaams van Poperinge tot De Panne verwant is aan hun ‘flamand occidental’. Nederlands wordt uitgerangeerd bij de classificatie ‘vreemde taal’.

Ze weten niet meer dat het Nederlands ooit de geschreven taal van de streek was. Niet het Frans-Vlaams dialect dat tot de orale overlevering behoort. Het verhaal gaat nog verder, want zelfs Nederlands als taal van Nederland, blijft ook een moeilijke. Want Nederland dat is voor Frankrijk liefst ‘la Hollande’. Daar in het land van de tulpen spreken ze ‘Hollands’, een andere taal dan het ‘Vlaams’ dat op z’n beurt een andere taal dan het Nederlands is.

Oorzaken en gevolgen

Dat komt ervan als je in de Franse school alleen maar leert over de wonderen van de Franse taal, de Franse geschiedenis en de Franse cultuur. In de Franse geschiedenisboeken leren de jonge Frans-Vlamingen niets over Vlaanderen of over de Lage Landen. Tenzij om hen eraan te herinneren dat Vlaanderen altijd een vazal van Frankrijk was. De stukken Vlaanderen die Frankrijk terugwon – nu Frans-Vlaanderen – waren zogezegd Frans eigendom sinds het begin der tijden. De jakobijnse onderwijsmethode is er een met oogkleppen en woke avant-la-lettre.

Met de Vlamingen is voorzichtigheid geboden wegens racistisch, fascistisch en het extreemrechts gevaar

Nog een ander, niet te onderschatten fenomeen: de belangrijkste persgroep in Noord-Frankrijk, met het dagblad La Voix du Nord, is in handen van de Belgische mediagroep Rossel. De Frans-Vlaming leest nieuws over Vlaanderen gezien door de bril van de journalisten van Le Soir & co. Dit beïnvloedt de negatieve perceptie over Vlaanderen in Noord-Frankrijk. Wallonië is democratisch en links. Met de Vlamingen is voorzichtigheid geboden wegens racistisch, fascistisch en het extreemrechts gevaar. Je lacht je een bult, wetende dat bij de laatste Franse presidentsverkiezingen in de Hauts-de-France (HdF) 52,14 procent stemde voor Marine le Pen.

Economische cijfers

Wat hebben beide regio’s economisch aan elkaar? België is voor de HdF – en omgekeerd – een van de belangrijkste handelspartners. Enkele cijfers: België is het eerste exportland voor HdF. Het vertegenwoordigt meer dan 12 miljard euro en 19,5 procent van de export van de regio. De import van HdF uit België is zwakker en, met 10,5 miljard, goed voor plaats drie. Sprekend zijn ook de gegevens over de grensarbeid: tussen de 35.000 en de 40.000 Fransen komen dagelijks naar België om te werken. Opvallend, maar een derde van deze arbeidskrachten wordt in West- en Oost-Vlaanderen ingezet tegen twee derde in de provincies Namen en Henegouwen. Voornaamste drempel is uiteraard de taal.

Welk beleid?

Ik hoorde op deze informele bijeenkomst vallen: het onderwijs van het Nederlands in Frankrijk, dat is een Franse aangelegenheid. Vlaanderen kan er niets aan doen. Hoezo? Moet Vlaanderen dan niets doen aan de relatie met de Frans-Vlaamse buur, rekening houdend met de wederzijdse culturele én economische belangen? Heeft onze minister-president al nagedacht over de voordelen die de grensstreek kan bieden voor de werkgelegenheid uit tien maal meer Frans-Vlamingen die Nederlands zouden leren?

Charmeoffensief

Een charmeoffensief van Vlaanderen in de HdF zou de Nederlandse taal en cultuur op de kaart kunnen brengen, zonder Waalse bril.

Zo’n campagne kan duidelijk maken wat onze taal en cultuur wel is; waarom het Frans-Vlaams een van de streektalen van het Nederlands is. En ze kan de erkenning van het Nederlands als ‘taal van de buren’ in de regio HdF bepleiten. Het kan de eis van de Frans-Vlamingen, om het Nederlands als regionale taal te laten erkennen, volwaardig steunen.

Werken aan een beter imago in Frans-Vlaanderen en de euroregio is ook de poort naar een volwassen internationaal cultureel beleid. De culturele akkoorden tussen beide zijn in de komende jaren aan herziening toe. De huidige teksten zijn namelijk, neem me niet kwalijk, een lege doos. Kruiperigheid naar de arrogante Franse buur is de weg naar een doorlopende nederlaag. Een volwassen Vlaams internationaal cultureel beleid moet meer empathie tonen en meer durven om het Vlaamse imago en aanwezigheid op te krikken. Wie die doos vult, heeft mijn stem.

Gepubliceerd

23.01.2024

Kernwoorden
Reacties

Armeense Christenen in Oost-Jeruzalem bedreigd door hotelproject

Protestactie in het Armeense kwartier tegen een bouwproject dat hun voortbestaan bedreigt.

Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/armeense-gemeenschap-in-jeruzalem-bedreigd

Eeuwenlang kon de christelijke Armeense gemeenschap zich in Oost-Jeruzalem handhaven. Maar tegenwoordig azen joodse projectontwikkelaars op hun historische gronden en bezittingen. 

Zestien eeuwen lang leven er al Armeense Christenen in Jeruzalem. Vandaag zijn er zo’n 2.200. De christelijke Armeniërs zijn genesteld in Oost-Jeruzalem (Palestijns gebied, nvdr.) in de buurt van het Armeense patriarchaat van Jeruzalem. Dat is ook de plaats van de Sint Jacobuskathedraal en het Sint Jacobsklooster. De Armeense, de Joodse en de Islamitische wijk vormen de traditionele buurten in het gebied van de Oude Stad Jeruzalem. De Armeense gemeenschap woont al eeuwen op een strategische doorgang tussen de Joodse wijk en de Westelijke Tempelmuur. Een beetje verder liggen de berg Sion en de christelijke heilige plaatsen. De Armeniërs konden zich hier door de eeuwen heen handhaven door hun cultuur en hun religie trouw te beleven, en ook door uitsluitend binnen hun gemeenschap te trouwen.

Projectontwikkelaar

Maar vandaag is er sprake van de bouw van een luxehotel in de Armeense wijk. Hoewel het Armeense patriarchaat van Jeruzalem eigenaar is van zijn gebouwen, huurt de gemeenschap ook terreinen in de Oude Stad Jeruzalem. Daar zijn kapers op de kust: een Australisch-Joods projectontwikkelaar die banden heeft met joodse kolonisten, wil deze historische gronden en gebouwen kopen om er een luxehotel te bouwen. De Armeense gemeenschap spreekt over een project van 16.000 m2. Het raakt naar schatting aan 13 % van de oppervlakte van de Armeense wijk en zou het voortbestaan van de gemeenschap bedreigen.

Het conflict escaleert rond een klein gebied, gekend als de ‘Koeientuin’. De naam wijst op een plaats waar in de oudheid vee werd gehouden. Vandaag zijn er zalen die de Armeense gemeenschap gebruikt voor culturele activiteiten. Maar het project bedreigt ook de tuin van de patriarch en huizen van vijf Armeense families.

Intimidatie

Om de druk op de Armeense gemeenschap op te drijven wordt intimidatie niet geschuwd. In november jl. doken plots bulldozers op om ongevraagde opruimingswerken te verrichten. Leden van de Armeense Gemeenschap die het gebied bewaken probeerden dit te beletten. Eind december werden ze door gewapende mannen met gevechtshonden aangevallen. Bij die schermutselingen raakten enkele religieuzen en Armeniërs gewond. Ze nemen deze bedreigingen ernstig, en bereiden zich met de hulp van een advocaat voor op een moeilijke juridische strijd.

Volgens het Armeense Patriarchaat van Jeruzalem staat ‘de gemeenschap mogelijk voor de grootste existentiële bedreiging van haar zestiende-eeuwse geschiedenis’. Er is een precedent dat de ongerustheid van de Armeniërs ondersteunt. Twintig jaar geleden verkocht het Grieks Patriarchaat eigendommen aan buitenlandse bedrijven. Die bedrijven bleken later een dekmantel voor Joodse groepen. De Griekse patriarch ging eraan ten onder en de zaak veroorzaakte toen internationale verontwaardiging.

Evenwicht?

De vraag is wat echt schuilt achter deze immobiliënprojecten. De joodse investeerders wereldwijd die onroerend goed kopen in Oost-Jeruzalem, doen dat niet enkel om zakelijke redenen. Ook religie en politiek spelen een rol. Is voor Israël het moment aangebroken om de religieuze en gemeenschapsevenwichten in dit deel van de Westelijke Jordaanoever te doorbreken? De christenen vertegenwoordigden vroeger 20 procent van de bevolking van Jeruzalem, nu nog twee procent. Worden zij straks uit de Oude Stad Jeruzalem gedreven? Zal de Armeense gemeenschap na zestien eeuwen er verdwijnen?

Gepubliceerd

15.01.2024

Kernwoorden
Reacties