Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/duizenden-leeuwenvlaggen-tegen-psg/
Voetbal is niet onmiddellijk mijn ding maar gisteren, in het Frans-Vlaamse Kassel, kon ik er niet omheen: sinds de plaatselijke voetbalploeg zich heeft gekwalificeerd voor de zestiende finale van de Franse beker was er nog maar één onderwerp: een toegangskaart, een geel-zwarte sjaal en een vlag bemachtigen om naar de match te gaan.
De bekendmaking van de volgende tegenstander kwam als een tsunami over in Frans-Vlaanderen. Zesdeklasser Kassel werd uitgeloot tegen Frankrijks nummer 1 Paris Saint-Germain, de rijkste club van het land, met Mbappé, Neymar en andere wereldvedetten. Na een kort moment van aarzeling was het in Kassel beklonken. Men ging die rijk betaalde Parijzenaren laten zien dat voetbal eerst een volksfeest is.
De Kasselse club Pays de Cassel, zo heet ze officieel, speelt in de Franse zesde divisie. Het team bestaat uit liefhebbers die overdag een andere job uitoefenen voor de kost. De club groepeert rond het stadje Kassel, nog geen 3.500 inwoners groot, voetballers uit omliggende dorpen. Vorige week zijn ze er in geslaagd, na een heroïsche strijd, Wasquehal, een club uit tweede divisie, uit te schakelen.
We zijn hier hartje Frans-Vlaanderen en de shirts van de Kasselse club kleuren geel en zwart. De accommodatie om PSG te ontvangen hebben ze niet maar een deal met eerste divisieclub Lens was snel beklonken. Om er een onvergetelijk feest van te maken. Want een Kasselnaar weet wat feesten betekent: het jaarlijkse carnaval is in de regio wereldberoemd. Tijdens het Kasselse karnaval zingen ze hier nog elk jaar van ‘Keere weerom, reuze reuze’. Al zijn ze vandaag de dag hun aloude West-Vlaamse taal verleerd.
De voorzitter van een plaatselijke historische vereniging, al evenmin een voetbalfan, zei me heel ernstig: ‘Deze voetbalmatch is een revanche voor de verloren slag van de Kerels van Nicolaas Zannekin tegen de Franse koning’. Ik probeer mijn gesprekspartner voorzichtig wijs te maken dat de eerste slag bij Kassel in 1071, gewonnen door Robert de Fries, een beter referentiekader is voor een overwinning. Intussen verzamelen honderden kinderen voor de foto op de naburige speelplaats van het plaatselijke collège Robert le Frison. Allen met obligate geel-zwarte shirt omringd door Vlaamse leeuwen die wapperen in de wind.
Een drukdoende reporter brult vanachter de micro dat de verkoop van toegangstickets een grandioos succes was. Meer dan 40.000 kaartjes werden verkocht. Ook op de grote schermen in de cafés en Vlaamse herbergen rond de markt zie je het leven in geel en zwart.
De plaatselijke Vlaamse Radio Uylenspiegel, gevestigd op de Kasselse markt, was van plan de match life uit te zenden. Ze weten me te vertellen dat, alleen vanaf het verzamelpunt op Kasselmarkt, al 61 autobussen naar Lens vertrekken. Niets is aan het toeval overgelaten om deze voetbalgekte te ondersteunen. Zelfs speciale treinen werden door de Franse spoorwegen ingelegd.
Wie drie dagen voor de wedstrijd geen vlag van de club kon bemachtigen was er aan voor de moeite. Met de vlag van de club bedoel ik: de Vlaamse leeuw. De handelaars die Vlaamse vlaggen verkopen zijn volledig uitverkocht. Het verhaal was in grote letters in de krant te lezen: ‘Racines’, een plaatselijke winkel van regionale producten, liet vorige week zijn klanten via Facebook weten, dat ze nog over een stock Vlaamse vlaggen beschikte. Weinige uren later waren alle resterende negentig Vlaamse vlaggen verkocht.
Kleine tot reuzegrote Vlaamse vlaggen: dit was het best verkochte artikel in Kassel vorige week
Kleine tot reuzegrote Vlaamse vlaggen: dit was het best verkochte artikel in Kassel vorige week. Dezelfde handelaar kon, op de valreep, 250 vlaggen over de grens aankopen. In twee dagen tijd zijn ze allemaal de deur uitgegaan. Commentaar van de vriendelijke zaakvoerder: ‘Had ik er nog meer kunnen inkopen, ik had ze allemaal verkocht: ik ga vandaag nog een nieuwe bestelling plaatsen.’
Interessant om weten: deze handelaar verklaart dat zij, in normale tijden, met een stock van ongeveer 250 Vlaamse leeuwenvlaggen de verkoop van een jaar dekt. Ik ben benieuwd te weten hoeveel winkels in Vlaamse landelijke gemeenten vandaag zulke aantallen Vlaamse vlaggen verkopen.
In Frans-Vlaanderen, waar de Vlaamse identiteit ernstig wordt bedreigd, is de bevlagging van een huis of gebouw de normaalste zaak van de wereld
In Frans-Vlaanderen, waar de Vlaamse identiteit ernstig wordt bedreigd, is de bevlagging van een huis of gebouw de normaalste zaak van de wereld om zich als Vlaming te uiten. De paradox is toch dat in midden Vlaanderen, daar waar de Vlamingen verregaande vormen van zelfbestuur hebben bemachtigd, met een eigen regering en parlement, de vlag als teken van identiteit wordt betwist en bespot.
Kassel heeft gisteren 20 minuten lang de nul score kunnen houden. De ongelijke strijd eindigde op een droge 0-7 in het voordeel van PSG. Uiteraard ligt de overwinning niet zozeer in het resultaat dan wel in de deelname. Ik herhaal dat ik niets van voetbal weet. Maar ik heb instinctief een voorkeur voor de bekercompetitie omwille van de kracht van de underdog die er soms van uitstraalt. Alle condities worden dan ingevuld voor een waar volksfeest.
Dat de grotere ploegen wel eens gezichtsverlies kunnen lijden heeft Kassel bewezen door tweedeklasser Wasquehal uit te schakelen. Nu, de eerste, echte winnaars in Lens zijn de duizenden Vlaamse leeuwenvlaggen die heel Frankrijk heeft gezien en die de Vlaamse aanwezigheid in Frankrijk bevestigen. Ook de VRT liep in Kassel rond en liet op het nieuws een supporter horen die het had over zijn ‘identité flamande’. Hier mag het blijkbaar want het is supporterspret en David tegen Goliath. Maar het is een grote vergissing te denken dat deze uiting van identiteit alleen maar voetbalfolklore is.
24.01.2023
Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/een-gedenkzuil-op-de-kasselberg
Op het hoogste punt van Frans-Vlaanderen, in Kassel, kan je rustig genieten van een plaatselijk Anosteké- bier op de Markt of lopen tot Kassel-boven om van het weidse zicht te genieten. Richtingspijlen wijzen naar vele Europese steden. Dichterbij ontwaar je de acht oude Romeinse heerwegen die het landschap indelen. Je ziet de kustlijn, de laatste steenbergen van de oude koolmijnen, en het heuvellandschap van Artesië. Van de vele windmolens op oude postkaarten is er welgeteld één overgebleven.
Fransen lopen ook de berg op om het standbeeld van Foch op zijn paard te begroeten, maar de maarschalk heeft wat van zijn patriottisch aura verloren. Toch zijn we tot hier gekomen om over geschiedenis te spreken, de Vlaamse dan. Afspraak bij dat ander monument dat schoonheid en tragiek van duizend jaar strijd in deze streek samenvat.
Dit monument op Kassel-boven heeft de vorm van een obelisk. Het herdenkt de drie bekende veldslagen bij Kassel. We schrijven 1071, 1328 en 1677. Data als symbolen van een niet aflatende strijd tegen de Franse koningen. Het initiatief voor dit monument werd in 1873 genomen door P. J. F. De Smytttere, geneesheer en historicus, dezelfde die enkele jaren eerder het monument van de slag aan de Peene oprichtte om de inlijving van de streek bij Frankrijk in 1677 te gedenken. Initiatieven die niet zonder kritiek bleven.
Deze gedenktekens zijn niet als een monument van de overwinning bedoeld , maar als een eenvoudige steen van herinnering.
De directeur van het college van Hazebroek, priester Dehaene (1809-1882) stelde toen in de pers de vraag: ‘Moeten wij onze voorouders vergeten? Zouden deze niet terecht verbaasd zijn als ze ons zouden zien dansen op hun beenderen bij het bezingen van hun schaamte?’ De Smyttere trachtte zich te verantwoorden : ‘Deze gedenktekens zijn niet als een monument van de overwinning bedoeld , maar als een eenvoudige steen van herinnering.’ En ook: ‘ Het gaat er niet om de overwonnenen te vernederen, want ze waren dikwijls dapperder dan de overwinnaars’. Met het vak geschiedenis begeeft men zich op glad ijs als men niet in de pas loopt van het eeuwige Frankrijk.
De eerste melding op het monument refereert naar de eerste slag bij Kassel, in Bavikhove, op 20 februari 1071. De aanzet was een familieruzie om de erfenis van het graafschap Vlaanderen. Robrecht, broer van de graaf van Vlaanderen, betwist de ambities van zijn neef Arnulf III die kan rekenen op de steun van de Franse koning. Tijdens het gevecht wordt Arnulf door eigen manschappen omgebracht en zo wordt Robrecht graaf van Vlaanderen. Dankbaar voor deze grote overwinning laat Robrecht in 1072-1073, hier op Kassel-boven, de Sint Pieter stiftkerk bouwen, inmiddels afgebroken. Hij zal er later worden begraven in de crypte die men nog kan zien tussen resterende funderingen.
Op het monument zelf staat enkel een tekst in het Frans die Robrecht als de overwinnaar aanwees.
Het graf van Robrecht de Fries werd later geschonden door Franse revolutionairen, zijn grafsteen stukgeslagen, en zijn stoffelijke resten meegesleurd tot op de Grote Markt en in de goot geworpen. Een stuk van de grafsteen werd lang in het stadhuis bewaard, maar verdween met de bombardementen van 1940. In de 19e eeuw liet men in Brussel een afgietsel van deze steen maken, maar ook deze is nu spoorloos. Op het monument zelf staat enkel een tekst in het Frans die Robrecht als de overwinnaar aanwees. De Frans-Vlaanderenkenner Cyriel Moeyaert merkte fijntjes op dat men vergat te melden dat het hier vooral ging om de vaststelling dat de grote verliezer van de eerste slag bij Kassel de Franse koning Filips I was.
Tweede veldslag op het monument : 23 augustus 1328. De Franse koning Filips van Valois wordt als overwinnaar vermeld, maar, merkwaardig genoeg, gevolgd door een vraagteken (‘Philippe de Valois vainqueur?’). Deze slag is in Vlaanderen bekend als de opstand van Nicolaas Zannekin en van zijn ‘Kerels’ in het verzet tegen het Franse despotisme en voor de eerste vrijheden in het Kustland. Tijdens de gevechten verloren meer dan 3.200 Vlamingen, waaronder Zannekin, het leven.
Geweten is dat de slag aanvankelijk in het voordeel van de Vlamingen verliep.
In Frans-Vlaanderen werd ooit geloofd dat het vraagteken op het monument later was aangebracht. Een ontwerpschets van het monument bewijst evenwel dat het vraagteken origineel is. Wat hiermee bedoeld werd, blijft een raadsel. Was de overwinning van de Franse koning dan een Pyrrhusoverwinning in de ogen van de initiatiefnemers? Of een teken van verzet? Geweten is dat de slag aanvankelijk in het voordeel van de Vlamingen verliep. De situatie was een tijdje onbeslist voor men met zekerheid kon spreken van een grafelijke, en dus Franse overwinning.
Hoe dan ook, de repressie die volgde was genadeloos. Opstandelingen werden opgejaagd en afgemaakt, hun familie lastig gevallen, hun bezittingen verbeurd verklaard. De gevangengenomen Willem de Deken, burgemeester van Brugge, werd na folteringen door de straten van Parijs gesleept en omgebracht. Wraak van de geschiedenis : Zannekin bleef voor altijd een volksheld, maar niemand herinnert zich nog de naam van de overwinnaar.
De derde slag op het monument, de slag van de Pene, had plaats op 11 april 1677. De slag was beslissend voor de aanhechting van dit stuk Vlaanderen bij Frankrijk. In het boek 1677 – De Slag van de Pene* schrijven de auteurs dat de oprichters van het monument het hebben over een ‘terugkeer naar Frankrijk’. Op het monument dat ze enkele jaren eerder hadden opgericht in het nabijgelegen Zuidpene ging het niet over de ‘terugkeer’, maar over de ‘aanhechting’ bij Frankrijk. Dr. Desmyttere was duidelijk van mening veranderd. In zijn speech bij de inauguratie van de obelisk van Kassel voegde hij er aan toe dat voor dit monument ‘de prijs van de liefde voor het dierbaar vaderland werd betaald’.
Na de slag stonden alle omliggende dorpen in vuur en vlam : de streek was totaal verwoest.
En of de prijs voor het nieuw vaderland hoog was: onze voorouders woonden toen in de Zuidelijke of Spaanse Nederlanden. Voor hen was de vijand Frans en het bevriende leger de Spaans-Nederlandse coalitie onder bevel van Willem III. De aanwezigheid van 60.000 manschappen op het terrein betekende het leegplunderen van alle huizen op zoek naar proviand en de slachting van de volledige veestapel. Inwoners getuigden dat ‘hen niets overblijft, dat de meeste mensen zijn gevlucht en wie gebleven is nu dood of ziek is’. Na de slag stonden alle omliggende dorpen in vuur en vlam : de streek was totaal verwoest.
‘De prijs voor de liefde’ werd inderdaad meermaals door de bevolking duur betaald. Of deze liefde wederkerig was in het nieuw vaderland kan ieder, na dit verhaal van de drie slagen bij Kassel, zelf beoordelen.
*1677. De Slag van de Pene, uitgegeven door het museum ‘het Huis van de Slag van de Pene’, onder redactie van Dominique Hemery, Kristof Papin, e. a. Noordpene, 2017. Te koop in het museum in Noordpene.
22.08.2021