WIDOPEDIA
Een blog over Frans-Vlaanderen, de Nederlanden en Europa
Wido Bourel

Meest recente berichten
Archieven
Kernwoorden

Oekraïne

De lotgevallen van een Bretoens volkslied in Oekraïne

Noch een proletarisch lied noch een nazilied

Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/de-lotgevallen-van-een-bretoens-volkslied-in-oekraine/

Bij ons staat het lied bekend als de meezinger ‘wat zullen we drinken zeven dagen lang’. Weinig mensen weten dat het oorspronkelijk gaat om ‘Son ar chistr‘. Een Bretoens lied dat staat voor ‘het lied van de cider’. In het Bretoens, en ook in vele andere talen, werd het vele miljoenen keren gedraaid en beluisterd. Het lied is momenteel tot in Oekraïne populair. Dat laatste, zogezegd, tot ergernis van de Russen. Die klagen het lied aan alsof het om een ‘nazilied van de Luftwaffe’ gaat. Dat de wereld momenteel zot draait, is een vaststelling, spijtig genoeg, al meer dan ‘zeven dagen lang’.

Een versie voor de strijdcultuur

In onze taal werd dit Bretoense lied gezongen door Bots, een Nederlandse band opgericht in 1974 en als groep bekend om zijn links politiek activisme. Zelf noemden ze dat liever ‘strijdcultuur’. Dit laat zich voelen in de Nederlandse tekst. Die is geen vertaling, maar een versie met een sociaal-politieke boodschap die niets meer met het origineel Bretoense lied te maken heeft. De Nederlandse versie lijkt meer op een drinklied voor de vakbonden na een betoging. Het verzacht ongetwijfeld de zeden als achtergrondmuziek voor een PdvA-meeting. Voor de liefhebbers van oude lp’s: het staat op de A-kant van het album ‘Voor God en Vaderland’.

Het komt nog steeds voor in de hitparade van de zogenaamde nederpopklassiekers

‘Wat zullen we drinken’ werd een succes, dankzij de Bretoense volksmuziek. Het komt nog steeds voor in de hitparade van de zogenaamde nederpopklassiekers. Voor de liefhebbers van het pseudo-Keltische genre bestaat er een andere Nederlandstalige versie. Die wordt gezongen door de folkgroep Rapalje en brengt ons een beetje dichter bij de oorspronkelijke bedoeling en sfeer.

Het Bretoens origineel

Geef me dan maar het Bretoens origineel, een gezellig drinkliedje zonder pretentie. Voor de kenners eerst enkele verzen in het Bretoens:

Son Ar Chistr

Ev chistr ’ta Laou, rak chistr zo mat,

Ur blank, ur blank ar chopinad

Ar chistr zo graet ‘vit bout evet,

Hag ar merc’hed ‘vit bout karet

In het Nederlands letterlijk vertaald klinkt het ongeveer zo:

Het lied van de cider

Drink cider Laou want cider is lekker

Een cent, een cent voor een pint

Cider is gemaakt om te drinken 

En de meisjes om lief te hebben

Een Bretoense wereldhit

Wie denkt dat dit lied een oer-Keltische achtergrond heeft, is fout. Het werd in 1929 gecomponeerd door twee jonge Bretoense boeren, Jean-Bernard en Jean-Marie Prima. De twee broers maakten er een spel van om volkse deuntjes te componeren en liederen te schrijven die ze zongen tijdens de dagelijkse werkzaamheden op de boerderij. De oorspronkelijke tekst werd geschreven in het Bretoens van Bro-Gernev (Cornwall) en kende verschillende versies. Het lied werd in 1951 opgemerkt en genoteerd door de bekende Bretoense musicoloog Polig Monjarret. Het sudderde vele jaren in de Bretoense folkmilieus en werd gezongen door een half dozijn groepen. Wereldberoemd in Bretagne, een goed begin.

In 1970 bedacht Alan Stivell, de beroemde Bretoense harpist en zanger, een eigen interpretatie van ‘Son ar chistr’ voor zijn album Reflets. Het was in de periode dat Stivell zorgde voor een overdonderende doorbraak van de Keltische harp. Door zijn interpretatie maakte het lied snel furore in de Europese folkwereld. Het werd gecoverd door de Chieftains. Het inspireerde de Lombaardse Antonio Branduardi voor zijn prachtige ‘Gulliver’. Volgden nog vele vertalingen waarvan een Engelse, een Duitse die ook in de Duitstalige wereld werd gebracht door de Nederlandse groep Bots. ‘Son Ar Chistr‘ werd, als het ware, een Bretoense wereldhit.

officieuze hymne van de Luftwaffe, de luchtmacht van nazi-Duitsland

De titel van de Duitse versie, je raadt het, beste lezer, luidt ‘was wollen wir trinken, 7 Tage lang’. Deze trouwe vertaling van het ‘strijdbare’ Nederlandse lied heeft nu ook het Oekraïense volk bereikt en geïnspireerd. Er circuleert dezer dagen een video waar je een groep Oekraïense kinderen ziet optreden met een leuk danspasje op dit meeslepende deuntje. De onschuld zelve, zou je denken, ware het niet dat deze video onlangs op sociale media opdook met als verbazende Russische commentaar: Oekraïense kinderen zingen een ‘officieuze hymne van de Luftwaffe, de luchtmacht van nazi-Duitsland geleid door Herman Goering. Je zou denken dat muziek de zeden verzacht in oorlogstijden. Neen dus.

Luftwaffe-alarm

Bij een eenvoudige check op Google vond uw dienaar wel de ‘hymne van de Luftwaffe’, althans volgens een Russische versie. Bij ingave van de zoekterm ‘Luftwaffe march’, kwam onmiddellijk een ‘marching anthem — Luftwaffe SS’ tevoorschijn met de Duitse tekst van het lied ‘was wollen wir trinken 7 Tage lang’. Met andere woorden: de Russen doen alsof onze Nederlandse ‘wat zullen wij drinken’ en dus het Bretoense ‘Son ar chistr’ iets te maken hebben met de naziperiode. De Duitse tekst is vergezeld door een Russische vertaling die ik niet kan beoordelen. De marsmuziek die erbij hoort, wel. En die heeft evenmin met ons Bretoense liedje iets te maken. Ik herken de muziek van de Engelse film The battle of Britain ofte ‘Aces High March’ van de Britse componist en dirigent Ron Goodwin.

De Russen lachen in hun vuist

Dat de Russische bevolking wordt wijsgemaakt dat ‘was wollen wir trinken 7 Tage lang’ een officieuze hymne van de luchtmacht van nazi-Duitsland is, is wat het is. Dat deze manipulatietechnieken verder worden gebruikt om als een boemerang in ons gezicht terug te komen telkens de gelegenheid zich voordoet, hebben we aan onszelf te danken. Tijdens mijn summier onderzoek zag ik ook even het liedje ‘Erika’ passeren, eveneens voorzien van een Russische vertaling. Mijn hypothese is dat het incident rond het zogenaamde Duitse ‘nazilied Erika’ dat onlangs in de actualiteit kwam, ook van Russische oorsprong is. En dat Vlaamse en Westerse journalisten, gevangen in hun welbeproefde methode van de reductio ad Hitlerum, eringeluisd zijn. De Russen lachen in hun vuist.

Dat de wereld momenteel zot draait is een vaststelling, spijtig genoeg, al meer dan ‘zeven dagen lang’.

Gepubliceerd

08.10.2022

Kernwoorden
Reacties

De hond van Lavrov

Waarom Oekraïense taalprikkels aan België doen denken

Sergej Lavrov: ‘Hoe zou Frankrijk reageren als België de Franse taal zou verbieden?’

Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/de-hond-van-lavrov/

Frankrijk was kortstondig het centrum van de internationale politiek toen de Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov onlangs de vraag stelde, tijdens een interview met de Franse zender TF1, ‘Hoe zou Frankrijk reageren als België de Franse taal zou verbieden?’ Dit, om met een dwaas geformuleerde vraagstelling te suggereren dat de Russische oorlog met Oekraïne gerechtvaardigd wordt door een linguïcide: de Russen vechten voor de bescherming van hun taal en cultuur in Oekraïne.

De taalsituatie in Oekraïne

Laat ons hiermee beginnen. Het is begrijpelijk dat de taalsituatie in Oekraïne dezer dagen als inspiratiebron dient voor het Russisch kamp. De reden is duidelijk. Oekraïne telt meer Russischsprekenden dan onderdanen met de Russische nationaliteit. Cijfers verduidelijken dit: het land telt 29,7% Russischsprekenden en slechts 17,3% inwoners met een erkende Russische nationaliteit. Niet iedereen spreekt dus de taal van zijn nationaliteit.

Lavrov heeft zeker een punt als hij bedoelt dat de Oekraïners in de laatste jaren de plaats van de Oekraïense taal willen opdrijven. Hij vergeet er wel bij te vertellen van waar die Oekraïense ijver komt.

Lavrov heeft zeker een punt als hij bedoelt dat de Oekraïners in de laatste jaren de plaats van de Oekraïense taal willen opdrijven. Hij vergeet er wel bij te vertellen van waar die Oekraïense ijver komt. In zijn zeer waardevolle boek Oekraïne, een oorlogsgeschiedenis* schrijft Doorbraak-medewerker Luc Pauwels dat in de tweede helft van de negentiende eeuw, toen de nationale beweging in Oekraïne grote vooruitgang boekte, de Russische tsaristische regering er niet beter op vond dan een oekaze uit te vaardigen ‘die de uitgave van Oekraïense boeken verbood en zowat alle nationale propaganda onmogelijk maakte’.

In 1893-1907, en ook lang daarvoor, formuleerden de Oekraïners dringende eisen om de Oekraïense taal als onderwijstaal te herstellen. Ondanks de Russische politierepressie bloeiden in vele dorpen en steden een rits Prosvita-verenigingen: voorstanders van eigen Oekraïens onderwijs. Niet alleen onder het communisme, maar ook in de laatste jaren van het tsarisme was Oekraïne het onderwerp van een ware taalstrijd.

Grote principes

Op de vraag van Lavrov, ‘Hoe zou Frankrijk reageren als België het Frans zou verbieden?’, zou de journalist hebben geantwoord: ‘Niet.’ De reactie is al even problematisch als de vraag. Het correcte antwoord luidt dat men in Parijs uiteraard hysterisch zou reageren, hier en nu, juist zoals in het verleden. In 1848 heeft de toenmalige Franse minister van Binnenlandse Zaken en schrijver Alexis de Tocqueville voor altijd de realpolitik van Frankrijk — of ze nu cultureel, economisch of politiek is — tegenover België bepaald met het voorstel om:

‘… de activiteiten van Frankrijk te beperken tot de grensgebieden zoals België, Zwitserland en Piëmont. Men moet er geen georganiseerde verzetsbeweging steunen, maar tegelijkertijd nooit een gelegenheid missen om het nieuwe Frankrijk voor te stellen als het land van de principes van vrijheid en tolerantie. Ondubbelzinnig zal men deze gehechtheid duidelijk maken aan de dominerende machten in Centraal- en Oost-Europa en meedelen dat Frankrijk hun de vrije hand geeft buiten haar traditionele invloedsfeer, maar dat ze als compensatie verwacht dat niemand in vraag zou stellen wat ze als een controlerecht op de situatie van de grenslanden beschouwt.’

Rusland en Frankrijk: dezelfde strijd

Vervang in de vraag van Lavrov — of is het Lavlov? — het woord ‘Frans’ door ‘Nederlands’ en laat ons wat in de taal van Molière een ‘lapsus révélateur‘ heet, even illustreren met enkele voorbeelden.

herhaalde en niet mis te verstane dreigementen dat Frankrijk zou kunnen binnenvallen als België niet in de pas liep

Er kunnen sinds het ontstaan van België vele boekdelen geschreven worden over de tussenkomsten van Frankrijk, voor en achter de schermen, om de Belgische trein op het Franse spoor te houden. In de tweede helft van de negentiende eeuw gebeurde dit nog wel eens open en bloot. Inclusief herhaalde en niet mis te verstane dreigementen dat Frankrijk zou kunnen binnenvallen als België niet in de pas liep. Ik neem even deze periode omdat het blijkbaar het referentiekader van Lavlov bepaalde.

In november 1890 besloot de Parijse gemeenteraad om zich officieel te laten vertegenwoordigen op een Belgische plechtigheid om de Franse overwinning bij Jemappes te herdenken. Een van de voorstellers, het raadslid Chauvière, verklaarde tijdens een gemeenteraadszitting: ‘Deze deelname gaat om een politieke daad vanwege de gemeenteraad van Parijs.’ En hij voegde er nog aan toe dat het plan ‘de uitbreiding van de macht van de Franse Republiek’ was.

In 1891 schreef de Belgische afdeling van de Alliance Française dat haar doel was ‘het verspreiden van het Frans als officiële taal, meer bepaald in het Vlaamse landsgedeelte’.

In september 1905 hield men in Luik een ‘Congrès pour la culture et la langue française‘. Frankrijk speelde toen de hoofdrol in de organisatie. Tijdens dit congres pleitten de deelnemers nog altijd — we zijn toch in het begin van de twintigste eeuw — voor ‘de uitbreiding der Franse taal aan de noordelijke en noordoostelijke grens, dat is in Vlaams-België’. Opvallend was dat dit congres niet samenliep met een Waals congres dat in dezelfde stad een beetje later in dat jaar plaatshad.

Graaf d’Ormesson

In 1908, naar aanleiding van de oprichting van de Ecole Française, in een chic herenhuis op de Brusselse boulevards, verklaarde de Franse feestredenaar, graaf d’Ormesson, dat het doel van de school was, en ik citeer: ‘niet zozeer kleine chauvinisten te vormen maar goede Fransen en goede Republikeinen’.

de bijkomende jaarlijkse 270 000 fr. die Frankrijk in België toekende aan het Fransgezinde onderwijs: de Franstalige scholen in Vlaanderen incluis

Was het in een bui van enthousiasme of ging d’Ormesson ervan uit dat Brussel veroverd gebied was? Waarschijnlijk beide. Het was een publiek geheim dat Frankrijk officieel deze nieuwe Fransdolle burcht financierde met bovenop een jaarlijkse subsidie van 125 000 fr. van toen. De kranten stonden er vol van, en ook van de bijkomende jaarlijkse 270 000 fr. die Frankrijk in België toekende aan het Fransgezinde onderwijs: de Franstalige scholen in Vlaanderen incluis.

De hond van Lavlov

Als de hond van Lavlov kwijlt van de Oekraïense taaltoestanden, dan brengt het zijn baas in een ultieme, Belgische hallucinatie met het idee dat Frankrijk, met dit simpel voorbeeld, de militaire interventie van Rusland in Oekraïne beter zal plaatsen. Opvallend toch dat Rusland vindt dezelfde rechten te hebben over Oekraïne als Frankrijk over België.

*Oekraïne, een oorlogsgeschiedenis, Luc en Tina Pauwels, Aspekt, 2022.

Gepubliceerd

11.06.2022

Kernwoorden
Reacties

De bonbon-aanslag: liquidatie van een Oekraïens nationalist

De liquidatie van een Oekraïense nationalist in Nederland

Jevgen Konovalets

Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/de-bonbon-aanslag-liquidatie-van-een-oekraiens-nationalist/

Maandag 23 mei 1938, hartje Rotterdam. Twee mannen hebben een afspraak in hotel Atlanta aan de Coolsingel. De ene zegt Josef Novack te heten. Hij neemt van een onbekende, een zekere Waluch, meteen een pakje in ontvangst. Beiden verlaten haastig het hotel. Twee minuten later, het is dan 12.15 uur, ter hoogte van bioscoop Lumière, ontploft de doos, zo krachtig dat de drager wordt uiteengerukt. De bonbon- aanslag, zo genoemd naar de bonbondoos die de bom verborg, staat de volgende dag op de voorpagina van alle kranten.

Wie is het slachtoffer?

Het politieverslag, pas in 2013 – 75 jaar na de aanslag – vrijgegeven is duidelijk: van het slachtoffer bleven alleen het hoofd en een deel van de arm over. Ook vier omstaanders werden gewond waarvan twee ernstig.

Niemand weet aanvankelijk wie de dode man is. In zijn jas vindt men een Tsjechoslowaaks paspoort op naam van Novack, een treinkaartje van Berlijn naar Rotterdam en een adres: Hotel Central aan de Kruiskade. Daar treffen de enquêteurs alleen een koffer aangevuld met pamfletten in het Russisch. Een raadsel, tot een persoon zich meldt aan de receptie van het hotel en vraagt naar Novack. De alerte hotelbediende verwittigt onmiddellijk de politie. De man blijkt een vriend van het slachtoffer te zijn. En zo komen de Nederlandse autoriteiten tot de ware identiteit van Novack. Zijn echte naam is Jevgen Konovalets.

Een politieke moord

Wie is deze Jevgen Konovalets? Geen Tsjechoslowaak dus maar een Oekraïner, en één van de leiders van de OUN, wat staat voor 0rganisatie van Oekraïense Nationalisten. Konovalets is in 1891 geboren in Galicië, toen nog Oostenrijk-Hongarije. Tijdens wereldoorlog I vecht hij als officier mee in het Habsburgse leger. Hij wordt door de Russen gevangengenomen maar kan ontsnappen. In 1918 leidt hij een Oekraïense nationalistische militie die vecht tegen de communisten. Na de verdeling van Galicië door Polen en de Sovjet-Unie in 1922 ontvlucht hij zijn land. Konovalets verblijft vervolgens in Tsjechoslowakije, Duitsland en Italië. In 1929 is hij een van de oprichters van de OUN, een organisatie die de lokale instellingen infiltreert en streeft naar de onafhankelijkheid van Oekraïne.

De aanslag in Rotterdam is een politieke moord. Konovalets is vanuit zijn woonplaats Rome onder een voorwendsel naar Rotterdam gelokt om geld en politieke steun te zoeken voor de Oekraïense zaak. Alleen: in de bonbondoos zat geen geld maar een bom.

Het communistisch Nederlands kamerlid Louis de Visser (1878-1945) stelt in de dagen na de aanslag vragen in het Nederlands Parlement. Hij noemt de Oekraïense vrijheidsstrijder Jevgen Konovalets een ‘fascistische terrorist’. De moord zou volgens de Visser een afrekening onder Oekraïners zijn geweest. Waar hebben wij zulke praat nog gehoord?

Sovjet-agent

Van de moordenaar weet de politie alleen dat hij per schip in Rotterdam aankwam. Getuigen zagen hem weglopen na de ontploffing. Later zal blijken dat hij de eerste trein naar Parijs nam, vervolgens naar Spanje reisde waar hij heel even met de Republikeinen zou gevochten hebben. Het grondig onderzoek van de Rotterdamse politie, gevoerd tot in Berlijn, loopt vast in een web van internationale spionnen, nationalistische strijders tegen het communisme en vele valse namen. Waluch is uiteraard ook een schuilnaam, en Nederland zal de zaak als ‘nooit opgelost’ klasseren.

Men zou de naam van de dader wellicht nooit hebben ontdekt was het niet dat, vele jaren later, Waluch zich bekend maakt. In 1994 publiceert Pavel Soedoplatov, een gewezen Russische spion, (1901-1996) zijn mémoires. Hij schrijft de man te zijn die de bonbondoos overhandigde. Hij voegt er aan toe dat hij Konovalets in opdracht van Stalin heeft geliquideerd.

Pavel Soedoplatov blijkt inderdaad de uitvoerder van Stalin te zijn geweest voor de uitschakeling van zijn persoonlijke en voornaamste vijanden in het buitenland. Het is dezelfde Soedoplatov die, in 1940 in Mexico, de moord op Leo Trotski laat uitvoeren, eveneens in opdracht van Stalin.

Een stalinistische carrière

Ook Soedoplatov is een Oekraïner. Hij is in het oostelijke Melitopol geboren uit een Russische moeder en een Oekraïense vader. Als lid van de inlichtingendienst wist hij op te klimmen tot de graad van luitenant-generaal.

In de herfst van 1938 wordt hij bevorderd tot waarnemend directeur van het buitenlands ministerie van de NKVD, de dienst voor de interne veiligheid van de Sovjetstaat. Na aan de stalinistische zuiveringen te zijn ontsnapt neemt hij in 1939 terug dienst in de afdeling buitenland van de NKVD. Vervolgens wordt hij bevorderd tot hoofd van de NKVD-afdeling ‘administratie speciale opdrachten’. Tijdens de Tweede wereldoorlog, in juni 1941, waakt hij over een speciale afdeling belast met het uitvoeren van sabotageopdrachten achter de vijandige linies.

Gaandeweg wordt Soedoplatov een beschermeling van Lavrenti Beria (1899-1953), de gevreesde baas van de geheime diensten in de Sovjet-Unie. In februari ‘44 wordt hij door Beria aangesteld om de afdeling S te leiden, belast met het verzamelen van inlichtingen over de atoomboom.

Krankzinnig

De dood van Stalin luidt ook het einde en de terechtstelling van Beria in. Pavel Soedoplatov wordt in diens val meegesleurd en in 1953 gearresteerd. Om zijn leven te redden doet hij zich voor als krankzinnig en wordt opgesloten in een psychiatrisch ziekenhuis. In 1958 wordt hij veroordeeld tot 15 jaar gevangenis. Als ‘gevaarlijke gevangene’ wordt Soedoplatov met soortgenoten vastgehouden onder een zeer streng regime. Hij moet de volle periode van 15 jaar uitzitten, overleeft in de gevangenis drie hartaanvallen en wordt blind aan een oog. Pas in 1968 is de moordenaar van Jvegen Konovalets terug een vrij man.

Het graf van Konovalets.

Na zijn vrijlating woont hij in Moskou en publiceert hij een drietal boeken onder het pseudoniem Anatoly Andreev. Hij houdt zich ook bezig met de beweging van veteranen uit de Tweede Wereldoorlog. Twintig jaar lang werkt hij aan zijn rehabilitatie, wat hem uiteindelijk lukt in 1992.

Twee jaar voor zijn dood publiceert hij in de Verenigde Staten, samen met zijn zoon Anatoli, Jerrold L.- en Leona P. Schecter het boek Special Tasks: The Memoirs of an Unwanted Witness – A Soviet Spymaster. Het is in dat boek dat hij bekend maakt verantwoordelijk te zijn voor de bonbon-aanslag en de moord op Jevgen Konovalets.

Graf van Konovalets

De begrafenis van de Oekraïense nationalist heeft plaats in Rotterdam op 28 mei 1939, in aanwezigheid van zijn weduwe Olga. Zijn graf, versierd met een zwart granieten kozakkenkruis, bevindt zich nog steeds op de Algemene Begraafplaats Crooswijk. Ze wordt regelmatig door Oekraïners bezocht voor wie Jevgen Konovalets een held blijft. Enkele jaren geleden was er sprake van om zijn lichaam naar Oekraïne te repatriëren. Maar dat is er tot vandaag nog niet van gekomen.

Gepubliceerd

17.05.2022

Kernwoorden
Reacties

Een geschiedenis van Oekraïne

‘Er zijn vele tekenen, die erop wijzen, dat de twintigste eeuw getuige zal zijn van een terugkeer van Oekrajina tot de rang van een Europese staat.’ G. Ratalovic in het Engels tijdschrift The Commentator (1913). Geciteerd door Dr. Gustaaf Schamelhout  in zijn driedelig werk De volkeren van Europa en de strijd der nationaliteiten*.

Zoals de meeste Vlamingen weet ik te weinig over Oekraïne. Om de evolutie van dit land te volgen beschikken wij  over onze politiek-correcte media als voorname bron (van ergernis). De politieke soap die dit land ons serveert, en daaraan gekoppeld, de Westerse Nato-retoriek en de Euro-Aziatische ambities van de zgn. Russische ‘vijand’  maken het bepaald niet makkelijk om zich een juist beeld te vormen van de gevaarlijke, permanente conflictsituatie aan onze Europese grenzen.

Geschiedenis van Oekraïne van onze goede vrienden Luc en Tina Pauwels komt dus op tijd. Luc als historicus en cultuuranalist met een uitzonderlijke pen, en Tina als pedagoog en polyglot, thuis in de Russische taal.

Geschiedenis van Oekraïne verscheen eerst in het Frans bij de dynamische Bretoense uitgeverij Yoran Embanner. Goed nieuws is dat het nu ook in het Nederlands beschikbaar is.*

Het boek is pedagogisch opgevat en dat is m.i. een grote kwaliteit. Het komt de basisinformatie en toegankelijkheid ten goede. Over de Franse editie las ik in een recensie dat dit precies een tekortkoming zou zijn  en verder, dat het boek soms té anekdotisch is. Niet de tekst maar  het concept van de reeks waarin het boek in het Frans verscheen leent zich wellicht  tot deze opmerkingen. De Nederlandse editie  daarentegen is helemaal anders opgevat. En voor de duidelijkheid:  ik houd van veel details en nog meer van anekdotes.

Aardrijkskunde en geopolitiek

De auteurs doen er goed aan eerst Oekraïne uitvoerig geostrategisch te situeren. Ykpaïka, de oorspronkelijke naam voor Oekraïne, betekent letterlijk ‘gebied aan de rand’. Maar Luc en Tina Pauwels voegen er wel onmiddellijk aan toe: ‘Verre van een “grensgeval” is Oekraïne een toekomstland met het potentieel om toonaangevend te worden in Europa’.

Oekraïne grenst in het oosten, noordoosten en zuidwesten aan Rusland;  in het westen en zuidwesten aan Polen, Slowakije, Hongarije en Roemenië; in het zuiden aan Moldavië; en in het noorden aan Wit-Rusland, aan de Zwarte Zee en de zee van Azov.

In mijn ‘Franse’ tijd op de middelbare school stond in mijn boek ‘aardrijkskunde’ Oekraïne vermeld als de graanschuur van ‘de Sovjetunie’. Hieraan diende toegevoegd ‘en van Europa’.

Met zijn 576 604 km2, zijn 2782 kilometer kust en zijn 43 miljoen inwoners, is het na Rusland het grootste land van Europa, maar dan wel volledig op Europees grondgebied. De auteurs stellen dat het grondgebied van Oekraïne groter is dan dat van Duitsland  of Frankrijk. En het telt méér inwoners dan Spanje en Portugal samen.

De stelling van Luc en Tina Pauwels inzake de betwiste gebieden is zeer duidelijk: de Krim behoort eigenlijk niet tot het Oekraïense grondgebied. Ze voegen eraan toe: ‘wij hebben goede redenen om aan te nemen dat de afscheiding van maart 2014 een definitief karakter zal krijgen’.

De rebellerende Donbass daarentegen, momenteel oorlogsgebied in het oosten van het land, worden op alle kaarten in het boek als Oekraïens territorium ingekleurd.

De mozaïek van talen zegt ook veel over de bewogen geschiedenis van het land: 67 % van de bevolking spreekt Oekraïens, 24 % Russisch. En er zijn nog een tiental andere talen aanwezig op het Oekraïens grondgebied en evenveel minderheden die Hongaars, Pools, Roemeens, Bulgaars, Krim-Tataars, enz. spreken.

Vrijheidlievend Oekraïne

In mijn bibliotheek bezit ik het boek De volkeren van Europa en de strijd der nationaliteiten*,  een driedelig werk van de bekende etnoloog en antropoloog  van de Vlaamse beweging Dr. Gustaaf Schamelhout (1869-1944). Boeiend aan deze uitgave is dat ze de situatie van de Oost-Slavische volkeren schetst een tiental jaren na het begin van de Russische revolutie. Over de Oekraïners schrijft  Dr. Schamelhout in 1930:

‘De vrijheidszin is bij hen meer ontwikkeld. Zij hebben de eeuwenlange dienstbaarheid der Russische boeren niet gekend. Zij zijn nooit vergeten dat ze voor de Russische overheersing vrije boeren of kozakken waren, behalve in West-Oekraïne, waar ze zich voor de Poolse szlachta moesten afsloven.’

Het licht van de geschiedenis

In de tang genomen tussen lastige buren heeft Oekraïne zich in zijn geschiedenis steeds voor het behoud van zijn identiteit moeten weren. 

Deze permanente strijd werd voornamelijk gevoerd tegen Rusland en Polen. Volgens de Russen heet Oekraïne Klein-Rusland en volgens de Polen Oost-Klein-Polen .

Nochtans was Oekraïne in de 9de eeuw de bakermat van de eerste, grote Slavische beschaving en stond er de wieg van de Russische staat. Vandaar wellicht ook de oorsprong van de bemoeienissen van de Russen in Oekraïne.

Rurik, een Vikingedelman wordt vorst van Novgorod. Hij is de stichter van een dynastie die tot in 1240 in Oekraïne regeert. En in Moskou zelfs tot in 1584.

Een bijzonder erudiete vrouw is Anna van Kiev, geboren in 1024 en opgegroeid aan het hof van Kiev. Het is dezelfde Anna die de Franse Henri I trouwt en zo koningin Van Frankrijk wordt. De Oekraïense adel fungeerde in die tijd als een goede partij voor de Europese kronen.

De geschiedenis van Oekraïne is een aaneenschakeling van oorlogen en eeuwenlange bezettingen door  de Hunnen, de Polen, de Litouwers, de Mongolen, de Habsburgers, de Ottomanen, de Duitsers.

De Russen horen ook in deze reeks. Het Oekraïense volk verschilt op ‘zeer markante wijze van het Groot-Russische volk’ aldus de auteurs. Dorpen en huizenbouw zijn makkelijk van elkaar te onderscheiden. Idem voor de vroegere klederdrachten, zeden en gewoonten. Men treft er geen gemengde stijlen. En ook:  Oekraïense en Groot-Russische boerenfamilies trouwen niet met elkaar.

Luc en Tina Pauwels: ‘historisch is de verklaring voor de verschillende geaardheid der twee volkeren eveneens voor de hand liggend. Gedurende eeuwen hadden het Oekraïense en het Russische volk haast geen gemeenschappelijke grens. Nomadische volkeren bezetten uitgestrekte gebieden en het Oekraïense volk moest zich in het noorden en vooral in het westen van het land verschansen. Het Groot-Russische volk vormde zich in het noorden, in de buurt van Moskou.’

Pas in de 17de, 18de eeuw migreerden de Oekraïners verder naar het oosten. Ze ontmoetten er de Russen die op hun beurt meer naar het zuiden waren opgeschoven.

Nationalistische helden

Het hoeft geen betoog dat in een land dat voortdurend vecht voor zijn grondgebied en identiteit militaire groepen en leiders opstaan die het verzet gaan leiden. Op deze wijze ontstaat de militaire kaste van  de kozakken waarvan reeds sprake in de 13de eeuw.

Luc en Tina Pauwels: ‘Tijdens de Poolse overheersing nemen de kozakken een zware culturele taak op zich: ze blijken vurige verdedigers van de Oekraïense identiteit’ .

Twee legendarische figuren van de kozakken zijn hetman Bogdan Chmelnitski  (1595-1657), bekend voor zijn bevrijdingsstrijd tegen de Polen, en hetman Ivan Mazepa (1639-1709) die de honneurs waarnam in de tragische strijd tegen de Russen. Ze zijn de emblematische figuren van de Oekraïense vrijheidsstrijd en hun standbeelden domineren het fiere Kiev.

Het boek stelt ook enkele iconische figuren van het Oekraïens nationalisme voor. Mijn lijst is niet exhaustief:

  • Ivan  Franko (1856-1916), schrijver, dichter en journalist, politiek leider in Galicië;
  • Tarus Sjevtsjenko (1814-1861),  grootste Oekraïense dichter, humanist en nationalist. Zijn gedicht Zapovit (Testament) doet dienst als een ware ‘tweede nationale hymne’ van Oekraïne;
  • Stepan Bandera (1909-1959), de bekendste leider van de OUN, de Organisatie van Oekraïense Nationalisten.  Een controversiële figuur, door zijn collaboratie met – en gevangenneming door – de Duitsers, vandaag door sommigen als een nationale held beschouwd;
  • Tarus Borovjets (1908-1989), bijgenaamd Boelba, rivaal van Bandera, leider van het Oekraïens Nationaal Revolutionair Leger (ONRL), en verzetsorganisatie die de  Sovjets bestreed.

De bonbon-aanslag

Nog een bekend Oekraïens activist is Jevgen Konovalets  (1891-1938). Konovalets was een gewezen kolonel van het Oekraïens volksleger en een van de leiders van de Organisatie van Oekraïense Nationalisten. Op doorreis in Nederland werd hij op 23 mei 1938 in Rotterdam vermoord met een bom verborgen  in een doos bonbons. Zijn moordenaar, een zekere Joseph Novack, reisde onder een valse identiteit.  Met zijn echte naam Pavel Soedoplatov, was hij in werkelijkheid een Sovjet geheim agent van de NKVD. Het is dezelfde Sovjetagent die twee jaar later in Mexico de moord op  Leo Trotski in Mexico liet uitvoeren in opdracht van Stalin. Konovalets is  begraven op de Algemene Begraafplaats Crooswijk in Rotterdam.

Het communistisch Nederlands kamerlid Louis de Visser (1878-1945) stelde over de aanslag vragen  in het Nederlands Parlement. Hij noemde  de Oekraïense vrijheidsstrijder Jevgen  Konovalets  een ‘fascistische terrorist’.  De moord zou volgens de Visser een afrekening  onder Oekraïners zijn geweest…

Ykpaïka waarheen?

Luc en Tina Pauwels hebben  over geschiedenis geschreven. Maar ze geven ook hun visie over de toekomst van het land.

Ze stellen: ‘Behoort Oekraïne tot Rusland of tot Europa? Dit is niet de vraag. Oekraïne behoort in de eerste plaats aan zichzelf toe (…) Het is Oekraïne dat moet beslissen over haar lot, niet wij, noch de Russen, noch de Amerikanen(…). Alles is vervat in haar naam, grensland. En in de hoedanigheid van grensland, in het meervoud, kan zij een land van ontmoeting worden, een land van uitwisseling, een land van verzoening’.

*Luc en Tina Pauwels, Geschiedenis van Oekraïne, uitgeverij Aspekt, Soesterberg, 2016.

*Dr. Gustaaf Schamelhout , De volkeren van Europa en de strijd der nationaliteiten, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1930.

Gepubliceerd

05.04.2017

Kernwoorden
Reacties