Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/is-het-buitenlands-cultureel-beleid-een-lege-doos/
In de Commissie voor Buitenlands beleid stelde volksvertegenwoordiger Kristof Slagmulder (Vlaams Belang) vragen over het Nederlands onderwijs in Frans-Vlaanderen aan minister-president Jan Jambon. Betekent meer Vlaamse macht minder Vlaams cultureel beleid in het buitenland?
Kristof Slagmulder herinnerde de minister-president aan zijn woorden van vorig jaar: ‘Het is belangrijk om met de Franse partners in dialoog te treden en hen te wijzen op de plaats en het belang van het Standaardnederlands en de ontoerekenbaarheid van de Frans-Vlaamse streektaal voor de Vlaamse arbeidsmarkt.’
Ook minister van Onderwijs Ben Weyts zou afstemmen met zijn Franse homoloog en met de regionale overheden van de Hauts-de-France (HdF). De Vlaamse regering zou in gesprek komen met Xavier Bertrand, voorzitter van de HdF. De Taalunie zou nieuwe initiatieven nemen om het Nederlands in Frans-Vlaanderen te ondersteunen. Een veldanalyse van de neerlandistiek in heel Frankrijk was gepland.
Slagmulders vraagt zich terecht af hoe ver de minister-president staat met alle mooie plannen en beloftes. De bandbreedte om dossiers te doen bewegen is onbestaande bij gebrek aan dossierkennis en ambitie. Excuses zijn snel gevonden: ‘Het is uiteindelijk aan de Franse autoriteiten om in eigen land maatregelen ten voordele van het Nederlands te nemen’, aldus de minister-president. En dan? Is dat een reden voor de Vlaamse autoriteiten om niets te doen? De Vlaamse diplomatie wordt ook geacht op de hoogte te blijven van wat leeft bij de Frans-Vlaamse verenigingen die voor het Nederlands ijveren. Ik ben goed geplaatst om te weten dat dit amper gebeurt.
Neem nu die tweehonderd jonge Frans-Vlamingen die Vlaams basisonderwijs volgen in de West-Vlaamse grensscholen. Voor deze kinderen is dat de beste manier om snel Nederlands te leren. Voor deze scholen, die door ontvolking te weinig West-Vlaamse leerlingen tellen, is dat een zege. Wat stelt minister Ben Weyts voor om die aantallen te doen groeien: georganiseerd vervoer, beter onthaal, didactisch materiaal? Een aantal van die leerlingen volgt later het secundair onderwijs in Frankrijk. Kan men de doorstroming naar het Vlaams secundair onderwijs niet beter promoten en faciliteren?
Minister Weyts blijkt helemaal niet geïnteresseerd in de Frans-Vlaamse problematiek
Het kabinet van minister van Onderwijs Ben Weyts, meermaals aangeschreven door de Frans-Vlaamse verenigingen om van gedachten te wisselen over dit en andere onderwijspunten, geeft niet thuis. Minister Weyts blijkt helemaal niet geïnteresseerd in de Frans-Vlaamse problematiek.
Gaetan Poelman, Vlaamse vertegenwoordiger in Parijs, brengt binnenkort een werkbezoek aan de enige basisschool in het Duinkerkse die Nederlands immersieonderwijs biedt. Premier Jambon voegt eraan toe dat het de bedoeling is het initiatief in de kijker te zetten. Opnieuw: veel blabla en weinig boemboem. Zo’n project moet niet zozeer in de kijker worden gezet, maar vermenigvuldigd.
In Frans-Vlaanderen bestaan er reële mogelijkheden om in het kader van privéonderwijs een tweede school voor immersieonderwijs in het Nederlands te openen. Gemeenten zijn vragende partij en willen wat graag lege schoollokalen ter beschikking stellen. Voor het overige zou het project pedagogisch moeten worden gedragen met Vlaamse en Nederlandse middelen. Wanneer komt er een plan van aanpak, beste Taalunie, Vlaamse regering en co.?
En nu een voorbeeld van slechte opvolging: het Nederlands onderwijs aan de universiteit Rijsel. Sinds dit academiejaar is Armand Héroguel, ‘maître de conférences’ Nederlands, op emeritaat gegaan. Onbegrijpelijk maar waar: er is nog geen vervanging geregeld. De studenten moeten het voorlopig stellen met een taalassistent.
Dat de Franse onderwijsinstanties geen haast tonen zal niemand verwonderen. Maar hoe komt het toch dat noch de Taalunie, noch de Vlaamse vertegenwoordiging in Parijs kunnen lobbyen om dit niet te laten gebeuren? Armand Héroguel wist me nog te vertellen dat van de drie overige ‘maîtres de conférences’ voor het Nederlands er twee met pensioen gaan tussen nu en eind volgend academiejaar. Gaat dit scenario zich herhalen?
Nog erger: bestaande onderwijsprojecten als de vereniging Tweetalig onderwijs / Enseignement bilingue, die jarenlang lessen Nederlands organiseerden, worden door geldgebrek stopgezet. Waar blijven dan de Vlaamse / Nederlandse verenigingen, de Taalunie en de Vlaamse ministers met hun mooie praat?
Het gaat hier nochtans niet over grote investeringen: 20.000 à 30.000 euro per jaar zijn nodig om enkele uren Nederlands te geven aan duizend kinderen. Zelfs zulk een bescheiden bedrag is in het rijke Vlaanderen en Nederland niet meer te vinden terwijl de autoriteiten geld in overvloed spenderen aan allerlei inclusieve projecten.
Een ander project dat de mist inging: enkele jaren geleden ondertekenden minister Hilde Crevits en de Franse ambassade in Brussel een akkoord voor uitwisseling van leerkrachten. Het idee was West-Vlaamse leerkrachten laten lesgeven in het Nederlands in Frans-Vlaanderen en Franse leerkrachten Frans in West-Vlaanderen. Native speakers gebruiken tijdens de taallessen aan beide kanten van de schreve. De Franse ambassade tekende namens de Franse regering, maar het Frans rectoraat (dat zijn de regionale onderwijsautoriteiten) spartelde tegen.
Hilde Crevits, dat dient gezegd, had in dit dossier standvastig werk verricht. Waar is dat dossier nu naartoe, Ben? Een beetje tegenwind was blijkbaar al voldoende om desinteresse te tonen voor dit plan. Waar blijft dan onze duurbetaalde Vlaamse diplomatie om de afspraken te doen respecteren?
In zijn antwoorden aan Kristof Slagmulder verwijst Jan Jambon naar de Taalunie. De Taalunie, die naar het schijnt in Nederland op sterven na dood is. De Taalunie, die een symposium in Frans-Vlaanderen had aangekondigd met als onderwerp Het Nederlands in Noord-Frankrijk. Een symposium dat nooit gekomen is en er blijkbaar ook nooit zal komen. De Taalunie, die een tijdje geleden voorzag in een budget van 392.000 euro voor het onderwijs van het Nederlands als buurtaal.
Uit een snelle enquête bij alle verenigingen betrokken bij het onderwijs van het Nederlands in Frans-Vlaanderen blijkt niemand op de hoogte van waar het geld heenging
Hoeveel kreeg Frans-Vlaanderen van dat bedrag? Ik las dat twee aanvragen gericht aan de Taalunie werden gehonoreerd. Uit een snelle enquête bij alle verenigingen betrokken bij het onderwijs van het Nederlands in Frans-Vlaanderen blijkt niemand op de hoogte van waar het geld heenging. Volgens minister-president Jambon kwamen er subsidies voor Nederlands onderwijs via het Europese programma Interreg Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen. Dat blijkt ook al een fabeltje. De Frans-Vlaamse vereniging voor Tweetalig Onderwijs diende drie dossiers in voor subsidies in het kader van Interreg. Ze heeft nooit een cent gekregen want onze Waalse ‘vrienden’ hebben zich daartegen verzet.
Ik kan de Vlaamse oppositie en Kristof Slagmulder niet genoeg danken om deze vragen te stellen en ze te blijven stellen. Inzake Frans-Vlaanderen en het Nederlands onderwijs aldaar gaat het om schuldig verzuim van de Vlaamse regering en de Vlaamse diplomatie.
07.05.2023
Aan het Algemeen Secretariaat van de Nederlandse Taalunie
06 juni 2004
Geachte Mevrouw, geachte Heer,
Ik zocht naar de Nederlandstalige benamingen van gemeenten in Frans-Vlanderen (Noorden van Frankrijk).
Op uw webstek vond ik een lijst van deze gemeenten onder de benaming “plaatsnamen in Franstalig grensgebied”.
Mag ik u er op attent maken dat deze omschrijving absoluut niet correct is?
De juiste omschrijving luidt: “Nederlandstalige plaatsnamen in Nederlandstalig grensgebied” of “Nederlandstalige plaatsnamen in Frans-Vlaanderen” of nog juister “Nederlandstalige plaatsnamen in Franse Westhoek”, want deze lijst betreft zo goed als uitsluitend plaatsnamen uit de Franse Westhoek.
Mag ik als Frans-Vlaming de Taalunie verzoeken om een correctie? Dit zal de raadpleging van deze lijst ten goede komen en de Frans-Vlamingen zullen u dankbaar zijn.
Met vriendelijke groeten,
Wido Bourel
To: duingaard@pandora.be
Sent: Tuesday, June 08, 2004 3:22 PM
Subject: FW: Frans-Vlaanderen
Geachte heer Bourel,
Bedankt voor uw opmerkzaamheid. Dat is inderdaad niet correct. In de gedrukte publicatie waar de website op is gebaseerd stond bovendien een andere omschrijving. Kennelijk is er bij de conversie iets fout gegaan. De titel is inmiddels aangepast. Onze excuses hiervoor.
Met vriendelijke groet,
Albert de Klein Nederlandse Taalunie
Verzonden: woensdag 23 juni 2004 21:12
Aan: Albert de Klein – Nederlandse Taalunie
Onderwerp: Re: Frans-Vlaanderen
Geachte heer de Klein,
Hartelijk dank voor uw antwoord en voor de correctie.
Mag ik nog even uw aandacht vragen voor het feit dat deze waardevolle lijst nog kan verbeterd worden met enkele, vanuit een historisch perspectief, voor Nederland en Vlaanderen, belangrijke en bekende steden en gemeenten uit het Noorden van Frankrijk?
Zo u geïnteresseerd bent kan ik u per kerende een lijst bezorgen van plaatsnamen uit het Noorden van Frankrijk, gebaseerd op de lijst van de Nederlandse Taalunie (met enkele spellingscorrecties waarnodig) maar aangevuld met enkele van deze steden en gemeenten.
Deze lijst heb ik opgesteld voor Liber Floridus, een netwerk dat zich bezig houdt met de Nederlandse taal en cultuur in Frans-Vlaanderen, de relatie Benelux-Frankrijk en tussen alle landen aan de Noordzee.
Met vriendelijke groeten,
From: Jacqueline Balteau – Nederlandse Taalunie
Cc: Albert de Klein – Nederlandse Taalunie
Sent: Thursday, June 24, 2004 12:06 PM
Subject: FW: Frans-Vlaanderen
Albert de Klein, verantwoordelijk voor het Taalunieversum, heeft mij uw onderstaand bericht ter beantwoording doorgestuurd.
Naar aanleiding van uw suggestie i.v.m. de lijst ‘Buitenlandse aardrijkskundige namen’, met name de sublijst ‘Noord-Frankrijk’, het volgende. Allereerst laat ik u weten dat er geen historische namen in de Lijst worden opgenomen; zie de ‘Verantwoording’.
Dit neemt niet weg dat wij ons aanbevolen houden voor de door u genoemde lijst van plaatsnamen in het Noorden van Frankrijk. U kunt deze gegevens, het liefst elektronisch, naar mij sturen. Mijn e-mailadres is: jbalteau@taalunie.org.
Bij voorbaat dank.
met vriendelijke groet,
Jacqueline Balteau
secretaris Werkgroep BAN / projectleider neerlandistiek extra muros
Verzonden: zondag 27 juni 2004 18:48
Aan: Jacqueline Balteau – Nederlandse Taalunie
Onderwerp: Re: Frans-Vlaanderen
Geachte Mevrouw Balteau,
Hartelijk dank voor onderstaande e-mail.
In bijlage vindt u onze lijst van Nederlandse plaatsnamen in Frans-Vlaanderen.
Deze lijst is gebaseerd op de lijst van de Nederlandse Taalunie, maar bevat:
Deze lijst is opgesteld n.a.v. een discussie in de Vlaams-Belgische pers over het gebruik van de Franse namen, resp. de Nederlandse namen van plaatsnamen uit Frans-Vlaanderen. Kranten zoals “De Standaard” hebben alvast positief gereageerd op onze oproep om de Nederlandse namen van plaatsnamen in Frans-Vlaanderen te gebruiken in hun berichtgeving.
Ik pleit ervoor dat de Nederlandse Taalunie:
Ik kijk uit naar uw reactie.
Ik blijf verder tot uw dienst voor alle bijkomende informatie over Frans-Vlaanderen.
Van: Jacqueline Balteau – Nederlandse Taalunie
Verzonden: maandag 28 juni 2004 11:58
Geachte heer,
Dank voor toezending van uw lijst. Ik heb in deze lijst in blauw aangegeven welke plaatsen al in de BAN-sublijst opgenomen zijn, en daarbij aangegeven welke wijzigingen u voorstelt. Verder heb ik in rood aangegeven welke steden in de lijst bij “Frankrijk” zelf zijn opgenomen.
Het geheel heb ik naar de Werkgroep BAN doorgestuurd met het verzoek om een reactie.
Met vriendelijke groet, Jacqueline Balteau
From: Jacqueline Balteau – Nederlandse Taalunie
Sent: Thursday, July 08, 2004 5:46 PM
Subject: FW: Frans-Vlaanderen
Geachte heer,
In vervolg op mijn mailbericht van 28 juni jl., hierbij een reactie van de Werkgroep Buitenlandse Aardrijkskundige Namen (BAN).
Wij hebben kennis genomen van uw lijst met Noord-Franse toponiemen. Wij zijn tot het besluit gekomen dat uw opmerkingen geen aanleiding geven tot wijziging van onze exoniemenlijst, gelet de opzet van die lijst, te weten: geen historische namen; geen namen die niet meer in het algemeen in de volksmond worden gebruikt; geen namen uit het historische, reeds lang verfranste deel van Frans-Vlaanderen. Die laatste, voor zover nog gebruikelijk, zijn bij “Frankrijk” opgenomen.
Niettemin stuur ik u hierbij het commentaar van de werkgroep bij een aantal namen uit uw lijst:
Met vriendelijke groet,
Jacqueline Balteau
21.08.2012