WIDOPEDIA
Een blog over Frans-Vlaanderen, de Nederlanden en Europa
Wido Bourel

Meest recente berichten
Archieven
Kernwoorden

Vlaamse primitieven

Waren de Vlaamse primitieven alles behalve Vlaams?

Over Vlaamse mythen en Zuid-Nederlandse geschiedenis

Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/waren-de-vlaamse-primitieven-alles-behalve-vlaams/

‘Dat is toch evident’, schrijft historicus Jan Dumolyn. ‘De schilder Jan van Eyck, geboren in Maaseik, was geen Vlaming maar een Luikenaar.’ Dat is ook het geval voor Rogier van der Weyden, uit Doornik afkomstig. ‘En’, voegt de professor van PVDA-signatuur eraan toe, ‘hetzelfde geldt voor een schilder als Rubens, geboren in het Duitse Siegen, die als kind naar Antwerpen, ook al niet in Vlaanderen, verhuisde.’ Maar daarmee gaat hij veel te kort door de bocht. 

‘Wat stoort aan het begrip Vlaamse Primitieven is dat ze “Vlaams” genoemd worden, terwijl ze uit alle gewesten van de Nederlanden kwamen’, vervolgt Jan Dumolyn. Idem voor de Vlaamse polyfonisten. Op het eerste zicht heeft de mediëvist Dumolyn een punt: de begrippen ‘Vlaams’, ‘Vlaming’ en ‘Vlaanderen’ dekken meer dan de historische lading van het aloude graafschap Vlaanderen. Ze worden vandaag gebruikt om het Nederlandstalig gedeelte van de Zuidelijkste Nederlanden te duiden. Schilders en musici uit de 15de en 16de eeuw kwamen van een beetje overal uit de Nederlanden, Romaanse gouwen incluis. Doet het hedendaagse Vlaanderen de Brabanders en de Limburgers – of moet ik zeggen de Loners – onrecht aan?

Een migrant uit Maaseik

Men kan blijven discussiëren over het geslacht van de Engelen. Ben je een migrant als je Van Eyck noemt, als schilder naar Brugge komt, afkomstig bent uit het land van Loon en Diets spreekt? Dezelfde vraag voor Rogier van der Weyden uit Doornik, toen in de Vlaamse invloedssfeer en nog steeds op amper twintig kilometer van de taalgrens. Maaseik en Doornik, is dat hetzelfde als Kaboel en Bagdad? Ten slotte was Rubens helemaal geen Duitse migrant in Antwerpen, maar het kind van een Antwerpse familie gevlucht naar Siegen in Westfalen tijdens de godsdiensttroebelen, die naar het Brabants vaderland was teruggekeerd.

Volgens historici als Dumolyn is dat allemaal de schuld van het opkomende Vlaams nationalisme in de negentiende eeuw. Deze stelling gaat voorbij aan het feit dat de begrippen ‘Vlaming’, ‘Vlaams’ en ‘Vlaanderen’ reeds breder werden opgevat vanaf het ogenblik dat het graafschap Vlaanderen haar invloedssfeer ging uitbreiden. Het fenomeen kan je reeds waarnemen in de elfde eeuw toen ‘Vlaamse’ ridders Willem de Veroveraar een handje ging helpen om Engeland te veroveren. Deze zogenaamde ‘Vlamingen’ kwamen niet alleen uit Vlaanderen, maar ook uit Artesië en het Boonse (de streek van het hedendaagse Bonen, Boulogne-sur-Mer).

Eeuwen later, maakten de politieke toenaderingen tussen Vlaanderen en Brabant, als voorbode van de Bourgondische tijd, dat Vlaanderen een verzamelnaam werd voor meer dan het graafschap in strikte zin. Daarom hadden de Italianen het over de ‘I Fiamminghi’ om naar de Zuid-Nederlandse schilders en de Vlamingen in het algemeen te wijzen, de Spanjaarden over ‘Flandès’ en ‘Flamenco’ om het geheel der Nederlanden aan te duiden en de Fransen over de ‘Franco-Flamands’ om de Zuid-Nederlandse polyfonisten van de Maas tot in Picardië te benoemen.

Vlaanderen versus Holland

Het gebruik van de naam ‘Vlaanderen’ om het Nederlandstalig gedeelte van de Zuidelijke Nederlanden aan te duiden heeft wellicht ook te maken met de scheiding tussen noord en zuid, en het ontstaan van Nederland als natie. Het dubbel gebruik van dezelfde naam heeft wellicht meegespeeld om de Zuidelijke Nederlanden anders te duiden. Men kan zich ook de vraag stellen of het gebruik van de benaming ‘Holland’ voor Nederland niet op dezelfde wijze is ontstaan.

Men mag rustig aanbrengen dat de naam ‘Vlaanderen’ vanuit een historisch standpunt onnauwkeurig gekozen is

Persoonlijk gebruik ik nooit ‘Holland’ als synoniem voor Nederland. En was ik een Brabander of een Limburger, zou ik me uiteraard zo noemen. Men mag rustig aanbrengen dat de naam ‘Vlaanderen’ vanuit een historisch standpunt onnauwkeurig gekozen is. Maar deze vaststelling alleen zal de hedendaagse evolutie niet veranderen.

De Franse perceptie

Het is de roem van het graafschap Vlaanderen in Europa en de wereld, die de perceptie van het buitenland dat naar ons keek, heeft bepaald. Een interessant verhaal is de visie van Frankrijk en van de Franstaligen in het algemeen. Na de annexatie van de stad Kamerijk (Cambrai) en van het aartsbisdom Kamerijk bij Frankrijk in de zeventiende eeuw noemde de nieuwe Franse aartsbisschop Fénelon zijn Kamerijkse onderdanen ‘brave Vlamingen’. Kamerijk behoorde nochtans niet tot het graafschap Vlaanderen.

Een halve eeuw later schreef Voltaire over Brussel: ‘Il n’y a à Bruxelles que des Flamands.’ Ten onrechte dus, maar ik wil hiermee enkel aantonen dat de term ‘Vlaams’ al langer dan de negentiende eeuw in Europa in voeg was om de Zuidelijke Nederlanden aan te duiden. De oorzaak van dat alles heeft de Duinkerkse dichter Michiel de Swaen – die als nieuwe Frans-Vlaming een Nederlander avant la lettre bleef – mooi samengevat, wanneer hij Vlaanderen bezong als ‘de bloem van Europa, de pronk van alle landen’.

De schuld van Hendrik Conscience

Sinds Geert van Istendael en Marc Reynebeau enkele jaren geleden probeerden het standbeeld van Hendrik Conscience neer te halen, is de auteur van de Leeuw van Vlaanderen de grote boosdoener van politiek-correct Vlaanderen. Deze deconstructivisten verwijten Conscience van alles en nog wat: door de historische onjuistheden in zijn boeken heeft het belang van de slag der Gulden Sporen proporties aangenomen die het niet zou verdienen.

De Vlaamse nationale feestdag dekt niet de hele zuidelijke Nederlanden, want de Vlaamse coalitie op het slagveld in Kortrijk werd versterkt met Romaanssprekende Henegouwers. Tegelijkertijd stonden de Brabanders aan de kant van de Franse vijand, foei. Alleen Pieter de Coninck verdient in Brugge een standbeeld in Brugge, want de enige echte Jan Breydel nam in werkelijkheid geen deel aan de strijd. De Vlaamse graaf kon niet aanwezig zijn in Kortrijk, want hij vertoefde toen in een Franse gevangenis. En ook de leuze ‘schild en vriend’ is nooit gebruikt tijdens de Brugse Metten.

Mythen en geschiedenis

In zijn boeiende biografie over Hendrik Conscience merkt Johan Vanhecke terecht op dat ‘een historische roman geen geschiedkundig essay is’. Hij stelt rustig de vraag: ‘Heeft iemand kritiek op Walter Scott omdat Ivanhoe een verzonnen figuur was?’ Het is toch vreemd dat schrijvers en historici zoveel last ondervinden om mythen te onderscheiden van hun vakgebied. De beroemde dichter, toneelschrijver en filmmaker Jean Cocteau drukt het zo uit: ‘Mijn voorkeur  gaat steeds naar de mythen, meer dan naar de geschiedenis, want de geschiedenis wordt gemaakt uit waarheden die leugens worden, terwijl de mythen worden gemaakt uit leugens die waarheden worden.’

Terwijl de meeste academische historici hun gal uitspuwden tegen de idee alleen al steekt de Gentse historicus Jan Demolyn zijn nek uit en werkt mee aan de Vlaamse kanon. In de leer bij de Italiaanse communistische politiek denker Antonio Gramsci, en als PVDA militant, weet  Dumolyn als geen andere dat om de politieke macht te veroveren  je eerst de culturele macht moet veroveren, en dus aanwezig moet zijn in de debatten rond het samenstellen van de verfoeide canon.

Dit gezegd zijnde, om de Vlaamse canon op te stellen is een serieuze dosis pragmatisme nodig. De deconstructie van de hele geschiedenis van de Zuidelijke Nederlanden kunnen wij missen als kiespijn. Het project van de Vlaamse canon is inmiddels tot een ideologisch en politiek steekspel gedeclasseerd en riskeert een schot in de leegte te worden. Vertrekken van de Vlaamse realiteit als ze is belet niet om een Zuid-Nederlandse visie op na te houden.

Een confederatie met…

Als Frans-Vlaming – en dus als een echte Vlaming – én Heel-Nederlander zie ik op termijn maar één oplossing om de verwarring ‘Vlaanderen = Zuidelijke Nederlanden’ op te lossen: dat betekent dat de Vlaamse emancipatie de motor moet zijn van een toenadering tot Nederland met het oog op een latere confederatie met dat land.

In afwachting kan men al een deel van de Nederlandse canon, tot aan de scheiding tussen noord en zuid maximaal integreren in de Vlaamse. Verder zal een toenadering tot Nederland de dubbelzinnigheid rond het onnauwkeurig gebruik van namen opgeven en mogelijk maken dat onze provincies, en de naam ‘Nederlanden’ wijd en zijd vrij kunnen uitspreken.

Gepubliceerd

08.12.2022

Kernwoorden
Reacties