De zuidelijke Nederlanden bezetten een voorname plaats in de kennis en ontwikkeling van de plantkunde. Denk maar aan Clusius (1526-1609), geboren in Atrecht, maar waarvan de familie afkomstig was uit het dal van de Leie . En ook aan de befaamde plantkundige en arts Lobelius (1538-1616), uit Rijsel.
Prachtig geïllustreerde kruidenboeken en flora’s werden toen uitgegeven. Niet alleen het summum van de boekdrukkunst , maar vooral, de top van de wetenschappelijke kennis van de plant- en de geneeskunde in hun tijd.
Zuid-Vlamingen waren vertrouwd met de kennis en het kweken van planten, het enten van bomen, en met de kunst van het tuinieren.
U raadt het al, ik deel deze passie voor tuinen die ik van mijn vader en mijn grootouders met de paplepel meekreeg. En tevens voor historische uitgaven die over planten handelen, kruidenboeken, enz. Zo kocht ik onlangs in een Antwerps antiquariaat een uitgave uit 1896, uitgegeven door Wesmael-Charlier in .. .Namen, en bekroond door het ‘Kruidkundig genootschap van België’.
De titel van het boek ‘De Vlaamsche volksnamen der planten’ trok mijn aandacht . En misschien nog meer de ondertitel : ‘België, Fransch-Vlaanderen en Zuid-Nederland’, die een Heel- Nederlandse benadering beklemtoont.
Over de auteur E. Paque weet ik voorlopig niet meer dan dat hij een jezuïet was. Het boek meldt ook : ‘professor van Plantenkunde aan de Faculteit van Wetenschappen te Namen’.
Het nobele opzet van deze uitgave, alsook van het ‘Kruidkundig genootschap’ ,was de Nederlandse volkse namen van planten te verzamelen in heel het Nederlandstalig taalgebied. Frans-Vlaanderen werd toen en terecht nog meegeteld, en dit maakt de uitgave nog aantrekkelijker.
Voor de liefhebbers van planten is er heel wat in dit boek te ontdekken. Mijn persoonlijke belangstelling gaat uiteraard naar de volksnamen van planten uit mijn geboortestreek. Vele van deze namen zijn er vandaag vergeten of niet meer in gebruik.
Dit woordenboek is ook boeiend omdat het de namen van planten vastlegt op het eind van de 19de eeuw, toen de Frans-Vlamingen nog volop hun moedertaal beheersten en de streek nog eentalig West-Vlaams was. Het lijkt me dus de moeite waard deze Frans-Vlaamse benamingen te verzamelen en ter beschikking te stellen.
Het opzet van dit boek was groots voor zijn tijd. De schrijver kon blijkbaar steunen op een veertigtal deskundige veldmedewerkers uit alle streken. Voor Frans-Vlaanderen zijn dat V. de Breyne en H. Opsomer, twee namen waarover ik op dit moment geen informatie beschik. Het gaat wellicht om twee West-Vlamingen. Ze nemen uitsluitend Frans-Vlaanderen voor hun rekening, want andere personen bemannen het onderzoeksteam voor West-Vlaanderen.
Alle gemeenten waar deze veldwerkers hun gegevens verzamelden worden in het boek vermeld. Voor Frans-Vlaanderen zijn dat Belle, Meteren, Vleteren, Sint-Janskapel en Berten. En ook Westkapel, Bambeke, Herzele, Ledringem , Wilder, Wormhout en Ekeksbeke .
Vele woorden zijn gewoon Nederlands, ja dan neen beïnvloed door de regionale uitspraak. Boeiend zijn de volkse benamingen en de historische namen van planten die in het hedendaagse Nederlands niet meer voorkomen.
Bij wijze van oefening ben ik met de volksnamen van bomen begonnen. Het is de bedoeling verder te werken met een selectie van kruiden, groenten, bloemen, enz.
Deze woordenlijsten lijken me ook interessant als aanvulling op het onvolprezen werk van Cyriel Moeyaert, Woordenboek van het Frans-Vlaams. Voor de liefhebbers : de tweede druk nog steeds beschikbaar is bij de auteur (voor alle informatie : cyriel.moeyaert@telenet.be).
In hoofdletters : Frans-Vlaamse volksnaam ; tussen haakjes de Nederlandse benaming , gevolgd door de Latijnse benaming en de Franse.
De letters tussen haakjes staan als afkorting voor de Frans-Vlaamse gemeenten waar de woorden werden genoteerd :
Bambeke, (afgekort BA); Belle (BE) ; Berten (B) ;Ekelsbeke (E); Herzele (H) ; Ledringem (L) ; Meteren (M) ; Sint-Janskapel (SJ) ; Vleteren (V) ; Westkapel (W) ; Wilder (WI) ; Wormhout (WO) .
Ik heb me voorgenomen enkel de benamingen die betrekking hebben op Frans-Vlaanderen, letterlijk uit het boek over te nemen, zonder wijzigingen van spelling en/of uitspraak. Deze lijst streeft voorlopig niet naar volledigheid.
ABEEL, ABELE, populus alba, peuplier blanc. (BE, BA,BT, M ,SJ, V, W, WI, WO).
ABRIKOOSBOOM, ABRIKOZEBOOM, (abrikozenboom),prunus armeniaca, abricotier, (BE,BT,M,SJ).
AMANDELBOOM, amygdalus communis, amandier commun, (E, H, L, W, WI, WO).
APPELBOOM, malus communis, pommier commun, (BE,WO).
BEUKENBOOM, (gewone beuk), fagus sylvatica, hêtre (WO).
BOLLAARD, (knotwilg), salix alba, saule têtard, (overal in Frans-Vlaanderen).
BOOMNEUTEBOOM, (notelaar), juglans regia, noyer, (WO).
BORBELLE(N)BOOM, BERBELLEBOOM, (var. van hazelaar), corylus avellana, noisetier (WO).
BUSSEBOOM, (buksboom), buxus sempervirens, buis (overal in Frans-Vlaanderen).
DRIJVEBOOM, (druivelaar, wijnstok), vitis vinifera, vigne, (BA, H, L, W, WI, WO).
EEKE, (eik), quercus robur, chêne pédonculé, (BE, BT, M, SJ, V).
EGGELAREN-TRIJNEN, (gewone haagbeuk) , carpinus betulus, charme commun, (B, E, H, WI, WO).
ELZENHOUT, (zwarte els), alnus glutinosa, aulne glutineux, (BA, H, L, W, WI, WO).
ESCH, ESSCHENBOOM, (gewone es), fraxinus excelsior, frène (WO en omstr.).
ESPENBOOM, (ratelpopulier), populus tremula, peuplier tremble, (BA, E, H, W, WI, WO).
FIJGENBOOM, (vijgenboom), figus carica, figuier, (algemeen in Frans-Vlaanderen).
HAGEDOORN (1), HAGE-WITTE-DOORN (2), (eenstijlige meidoorn), crataegus monogyna, aubépine épineuse (algemeen in Frans-Vlaanderen (1), en WO en omstr. voor 2).
De vruchten van de Hagedoorn heten DOUNEN, (BE, B, M, SJ, VL).
HAZELNEUTEBOOM, NEUTELAAR, HAZELNOTENBOOM, (hazelaar), corylus avellana, noisetier, (BE, M, SJ,V).
IF-GROENEBOOM, GROENEBOOM, (taxus of venijnboom), taxus baccata, If, (WO en omstr.).
JENEVERBOOM, (gewone jeneverbes), juniperus communis, genévrier commun, (BE, BA, H, WI,WO).
KAFFIEBOOM, (koffieboom), coffea Arabica, caféier d’Arabie, (BE, BT,M, SJ, VL).
KASTANIEBOOM, (witte paardenkastanje), aesculus hippocastanum, marronnier d’Inde commun, (H, WI,WO).
KEIRSEBOOM (1) , KEIZEBOOM (2), (kersenboom), cerisier, cerasus, (WO en omstr. voor 1, BE, BT, SJ, VL voor 2).
KLATERBUSHOUT , uitspr. als KLATERBEUSEHOUT , (gewone vlier, vlierboom, klakboshout, vlienderhout), sambucus nigra, sureau noir , (BE, BT, M, V).
KORNOLIEBOOM, (gele kornoelje), cornus mas, cornouiller mâle, (BA, H, L, WI, WO).
KRIEKEBOOM, (kriekenboom), cerasus vulgaris, griottier commun, (BE, BT, H,M, SJ, V, WO).
LINDE, (grootbladige linde), tilia platyphyllos , tilleul, (algemeen in Frans-Vlaanderen).
MESPELBOOM, (mispelboom), mespilus germanica, néflier d’Allemagne, (B, E, H, L, W, WI, WO).
OLIJFBOOM, olea europaea, olivier d’Europe, (WO en omstr.).
OLM (1), ALME (2), ulmus campestris, orme champêtre,
(algemeen in Frans-Vlaanderen (1), en (2) : WO en omstr.).
OREIJELBOOM , (oranjeboom), citrus aurantium, oranger, (BE, B, M, SJ, V).
PACHEBOOM (1), PESCHEBOOM (2) , (perzikboom) , amygdalus persica, pêcher, (BE, B,M, SJ (1), en (2) : BA, H, L, W, WI, WO).
PEREBOOM, (perenboom), pyrus communis, poirier commun, (algemeen in Frans-Vlaanderen).
PIJNAPPELBOOM , (grove den), pinus sylvestris, pin syvestre,
(B, E, H, L, W, WI, WO).
PLAANBOOM, (gewone plataan), platanus acerifolia, platane , (B, L,H, W, WI, WO).
POPELIER, (populier), populus, peuplier,(BE, B, M, SJ, V).
POPELIER-CANADA, (Canadese populier) populus canadensis, peuplier du canada, (B, H, L, W, WI, WO).
POPELIER -VAN -ITALIÊN, (Italiaanse populier), populus nigra, peuplier d’Italie, (B, L, W, WI, WO).
PRUIME(N)BOOM (1), PRUIMBOOM (2), PRUMEBEUM (3),(pruimenboom), prunus, prunier, (BE, B (1), WO en omstr. (2), en (3) : M, SJ, V).
SPARAPPELBOOM, SPARRE, SPARREBOOM, idem als
Pijnappelboom , zie hierboven, (BE, B, BT, E, H, L, M, T, V, WI, WO).
VLIENDERHOUT, (zwarte vlier, vlierboom) sambucus nigra, sureau noir, (B, H, L, WI, WO).
WIEDAUW , WIEDOUW, WEDDAUW , (katwilg), salix viminalis, saule des vanniers, osier blanc, osier jaune (B, H, L, WI, WO,). De uitspraak ‘weddauw’ is bijzonder aan Frans-Vlaanderen.
WIJNGAARD , (wijnstok), vitis vinifera, vigne vinifère, (B, H, L, W, WI, WO).
WISSE(N), uitspr. als WESSE, idem al WIEDAUW , bindwilg, zie hierboven, (BE, B, M, SJ, V).
10.01.2017