Op 11 januari 1831 verklaren de ‘Reunionisten’, dat zijn de voorstanders van de annexatie van België bij Frankrijk , in het Nationaal Congres in Brussel:
“België kan slecht ontstaan op twee manieren : als het de voorpost van Frankrijk niet wordt, zal het de voorpost van de vijanden van Frankrijk worden.”
Een afgevaardigde uit Bergen (Mons) genaamd de Blargnies verklaarde toen : “ Zo België ophoudt een der sterkten van de Noordermogendheden en van Engeland te zijn, worden wij een aanhangsel van het Franse koninkrijk; (…) en keren we terug tot Gallië en breiden het uit tot aan de Rijn.”
De afgevaardigde uit Verviers, Davignon, voegde er aan toe: “het zijn niet enige inwoners die de vereniging met Frankrijk vragen, het is een bevolking in haar geheel.” En zo ging het nog een tijde verder met pro Franse verklaringen door David, de Baillet, Rogier, Lebeau Gendebien, Barthelemy, Le Hon, de Mérode, enz.
Deze annexionistische verklaringen vonden uiteraard een geweldige weerklank in Parijs. Ene Maurin riep de Franse kamer toe: “Waarom dan België beletten Frans te worden? België kan niet bestaan zonder Frankrijk. Wat me betreft, ik beken, dat naar mijn oordeel België altijd Frankrijk is.”
In een boekbespreking *op Doorbraak (2020) schrijft Jean Pierrre Rondas: “De stichting van België was niet zomaar een Franse geopolitieke overwinning; ze was in feite de mislukking van iets veel ambitieuzer, namelijk een Franse annexatiepoging. Kortom, de oude flamingantische interpretatie van het ontstaan van België als een Franse constructie was correct.”
10.01.2025