WIDOPEDIA
Een blog over Frans-Vlaanderen, de Nederlanden en Europa
Wido Bourel

Meest recente berichten
Archieven
Kernwoorden

Nieuw Amsterdam

De verre reizen van gevluchte calvinisten

Op 23 maart 1568 verbannen de autoriteiten in La Gorgue, vandaag een Frans-Vlaamse gemeente aan de Leie, 35 burgers en confisqueren ze hun goederen. Onder hen bevinden zich vooraanstaande calvinisten zoals minister Antoine l’Escallier, Jaak Saye, Karel Vermeille en greffier Jacques le Roy, die 500 calvinisten uit de regio Belle had verzameld.

Een week later veroordeelt men in het naburige Stegers 44 mensen, waaronder Antoine Reubly, Jaak Becue en Philippe d’Houplines. Op 13 april worden in Armentières maar liefst 76 veroordelingen uitgesproken. Enkele van de namen zijn: Gilles Du Mont, Jacques Brouck, Jean de le Haye en Gille le Maire.

Ik noem deze familienamen met opzet, omdat al deze families naar Vlaanderen, Nederland en ook naar de Duitse landen vluchten, die de Reformatie gunstig gezind zijn. Kinderen van deze families komen later aan boord van de schepen van de VOC, die naar de Nieuwe Wereld, Zuid-Afrika, Indië en Amerika varen. Tussen de allereerste pioniers die zich bij de Hudsonrivier in Nieuw Amsterdam, het latere Nieuw York, vestigen, vind je verschillende van deze familienamen terug.

In de 16e en 17e eeuw, tijdens de Godsdiensttroebelen, zochten vele calvinisten in Europa een veilige haven om hun geloof te praktiseren. Onder hen bevonden zich talloze gevluchte calvinisten die hun thuisland ontvluchtten vanwege religieuze vervolging. Het Leiedal was een bolwerk van het calvinisme geworden, maar deze calvinisten stonden voor ernstige vervolging en onderdrukking door de autoriteiten. Velen besloten hun toevlucht te zoeken in andere landen, zoals Engeland, Nederland en zelfs verder weg, in de Nieuwe Wereld. Hun reis was vaak gevaarlijk en vol ontberingen, maar gedreven door hun geloof en de hoop op een beter leven waagden ze de oversteek.

Gepubliceerd

24.03.2025

Kernwoorden
Reacties

De moeder van een mijoen Amerikanen

In de lente van 1624 vertrok een groep van dertig families voor de grote overtocht met het schip “Nieue Nederlandt”. Dit schip was het eerste van de VOC dat specifiek naar de Hudson werd gestuurd. Het doel van de expeditie was het vestigen van een permanente kolonie langs de Hudson, die destijds door de Nederlanders de “Noortrivier” werd genoemd.

Het gewapende schip “De Eenheid” vergezelde de “Nieue Nederlandt”. Aan boord van “de Eenheid” bevonden zich Cathelyntje Trico en haar echtgenoot Joris Janssen Rapalije. De familie Trico, of Trigault, had haar wortels in de Zuid-Vlaamse stad Dowaai. Ze werd uit deze stad verbannen vanwege haar godsdienstige overtuiging. Cathelyntje was geboren in het Calvinistische Valencijn, waar haar ouders waren gevlucht. Later kwam ze in Amsterdam terecht, waar ze in januari 1624, net voor hun vertrek naar de Nieuwe Wereld, in de Waalse kerk trouwde.

In de eerste jaren na hun aankomst in Amerika verbleven ze in Fort Oranje. In 1626 verhuisden ze naar Fort Amsterdam, ten zuiden van het eiland Manhattan. Ze vestigden zich aan de East River en kochten twee huizen in de buurt van het fort, nu Pearl Street in Lower Manhattan.

In 1637, achttien jaar na hun aankomst aan de Hudson, kochten ze van de Indianen 135 hectare grond gelegen op Long Island. Ze gaven hun eigendom de naam Waalbocht, wat vandaag de dag Wallabout in Brooklyn is.

Cathelyntje en Joris kregen samen elf kinderen. Hun eerste kind, Sarah, was het eerste kind van Europese ouders dat op Amerikaans grondgebied werd geboren. In 1680 telden Cathelyntje en Joris maar liefst 145 afstammelingen. Men heeft berekend dat zij de voorouders zijn van niet minder dan één miljoen Amerikanen. Een miljoen Amerikanen die dus afstammen van een Zuid-Nederlandse familie uit Dowaai en uit Prisches bij Valencijn. In Brooklyn herinnert de Rapelye Street nog aan de familienaam van de eerste Zuid-Nederlandse inwoners, Joris en Cathelyntje Rapalije-Trico.

Gepubliceerd

20.03.2025

Kernwoorden
Reacties