
Het is duidelijk dat taalkunde en plaatsnaamkunde een specialisme zijn dat goed conserveert. Cyriel Moeyaert (1920-2020) bleef tot ver in de negentig publiceren en hield zijn pen kranig recht tot in zijn laatste dagen. De taal- en naamkundige Frans Debrabandere (°1933), 92 jaar oud, die ook een helpende hand bood bij de afwerking van Cyriel’s Woordenboek van het Frans-Vlaams, volgt dezelfde weg.
Zojuist heeft Frans Debrabandere een nieuw boek uitgebracht met de titel Nederlandse plaatsnamen in Noord-Frankrijk. Hiermee recidiveert hij, want in 2021 publiceerde hij al Nederlandse plaatsnamen in Frans-Vlaanderen. Net als de vorige uitgave verschijnt dit nieuwe boek bij de werken van de Vlaamse afdeling van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie (nr. 34).
De nieuwe publicatie is geografisch breder opgevat. Het behandelt namelijk het territorium van de Nederlanden in Frankrijk, oftewel de Franse Nederlanden, als de bakermat van onze taal. Frans Debrabandere merkt op:
“Weet u dat in Kales in de dertiende eeuw nog Nederlands werd gesproken, dat in Sperleke/Eperlecques tot 1748 nog in het Nederlands gepreekt werd, en dat in de 19de eeuw in de buitenwijken van Sint-Omaars nog Vlaams gesproken werd?” Debrabandere vervolgt: “De rekeningen van de leprozerie van Marck (1306-1324) zijn wel in het Frans gesteld, maar bevatten heel wat Nederlandse woorden. In het handboek van de pastoor van Saint-Folquin (1637-38) wisselen Nederlands en Frans af. In de zeventiende eeuw was het Nederlands nog in gebruik in Polincove, en zo gaat het maar door.”
De rijkdom aan Nederlandse toponiemen, vaak vermomd in een Frans kleedje, is zo omvangrijk dat de West-Vlaamse taalkundige Karel De Flou (1853-1931) er achttien boekdelen aan heeft gewijd.
In zijn inleiding brengt Frans Debrabandere een ode aan zijn illustere voorganger, Karel De Flou, de grote West-Vlaamse pionier van de toponymie.
Tussen 1914 en 1938 publiceerde De Flou zijn levenswerk, met een titel die het bestudeerde gebied met veel precisie omvat: Woordenboek der toponymie van Westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu. Dit encyclopedisch werk behandelt niet alleen de gemeentenamen, maar ook straat-, huis-, veld- en waternamen.
In zijn nieuwe uitgave heeft Frans Debrabandere de Nederlandse plaatsnamen uit die achttien delen van De Flou verzameld en alfabetisch geordend in een glossarium. Ook de plaatsnamen uit de streek van Kales, gepubliceerd door Dr. Maurits Gysseling (1963), heeft hij volgens dezelfde methodologie toegevoegd. De verzamelde selectie van Debrabandere is geordend en verklaard, en is uiteraard handiger en praktischer om te raadplegen dan achttien boekdelen.
Het boek is stevig gebonden, telt 250 pagina’s en kost 45 euro. Het is uitgegeven door uitgeverij Skribis. Voor meer informatie over Skribis en dit boek kunt u terecht op www.skribis.be.
Ik kan Nederlandse plaatsnamen in Noord-Frankrijk van harte aanbevelen aan iedereen die geïnteresseerd is in de rijke toponymie van de Franse Nederlanden.
Wido Bourel
10.08.2025