WIDOPEDIA
Een blog over Frans-Vlaanderen, de Nederlanden en Europa
Wido Bourel

Meest recente berichten
Archieven
Kernwoorden

Frans en toch Vlaams

Op 10 november verschijnt mijn nieuwste boek:

FRANS EN TOCH VLAAMS
Het verhaal van Frans-Vlaanderen

klik hier voor meer info over het boek

Meer info in de najaaraanbieding  van uitgeverij Ertsberg op www.ertsberg.be

Gepubliceerd

28.06.2023

Kernwoorden
Reacties

Archiefstukken uit oorlogsperiode in Frankrijk vrijgegeven

75 jaar na het proces tegen het Vlaams Verbond van Frankrijk

Jean-Marie Gantois aan zijn werktafel.

Na 75 jaar gerechtelijk embargo zijn belangrijke archiefstukken van de oorlogsperiode in Frankrijk vrijgegeven. Met de hulp van een bevriende jurist, gingen wij in de Archieven van het Noordendepartement op zoek naar de gerechtelijke dossiers van de groep rond de Vlaamse voorman Jean-Marie Gantois en het Vlaams Verbond van Frankrijk.  Eerst situeren we mensen en context, gevolgd door onze eerste indrukken.

Over Jean-Marie Gantois en het Vlaams Verbond van Frankrijk

Gantois was een Frans-Vlaamse priester, schrijver, en leider van de vereniging Vlaams Verbond van Frankrijk (VVF). Tijdens het interbellum  was hij dé centrale figuur van de Frans-Vlaamse beweging. Gantois bracht het brave Frans-Vlaamse regionalisme in een meer  radicaal-Vlaamse, vervolgens Heel-Nederlandse stroming. Tot grote ongerustheid van de Franse overheid die hem zijn leven lang in de gaten hield. Tijdens wereldoorlog II trachtte hij de activiteiten van het VVF zo goed en zo kwaad als het kon verder te zetten. Bij de bevrijding zagen de Franse autoriteiten het moment rijp gekomen om het VVF en zijn leider definitief uit te schakelen.

Het VVF: politieke of culturele vereniging?

Strikt genomen was het VVF een culturele vereniging. In Frankrijk sloot ze aan bij de strijd voor meer zelfbestuur van volksminderheden zoals de Bretoenen, de Elzassers of de Occitaniërs. De vereniging verdedigde en promootte de cultuur, taal en geschiedenis, zeg maar de Nederlandse identiteit van de streek. Het was in de tijd  dat je de Westhoek in Frankrijk nog kon doorkruisen zonder een woord Frans te moeten spreken. Geopolitiek schetste  het VVF  het referentiekader van de Nederlanden in Frankrijk tot aan de rivier de Somme. Deze historische benadering trok de huidige kunstmatige staatkundige grenzen van Frankrijk in vraag.

Leden en sympathisanten van het VVF

Het waren vooral leraren, advocaten en notabelen met als bindmiddel de belangstelling voor de taal en cultuur van de streek. Het culturele karakter van de vereniging maakte dat de leden uit verschillende politieke strekkingen kwamen. Naast Franse regionalisten, trof je er nog overtuigde Europese federalisten en een Heel-Nederlandse strekking die de banden met Vlaanderen en de Nederlanden levend wilden houden.

Het VVF een bescheiden vereniging?

Het aantal leden is moeilijk in te schatten. Het gaat om enkele honderden. In de laatste jaren vóór wereldoorlog II groeide de invloed van het VVF aanzienlijk. Uiteraard door haar publicaties, maar ook, door de organisatie van drukbezochte congressen op gemeentelijk niveau. Tegelijk bouwde Gantois in Vlaanderen en Nederland aan een uitgebreid netwerk in de Vlaamse en Heel-Nederlandse beweging.

Over het begin van wereldoorlog II

De vereniging moest bij de oorlogsverklaring haar activiteiten stopzetten. De meeste VVF-leden werden opgeroepen om dienst te nemen in het Franse leger.  Omdat Gantois Nederlands kende, kwam hij bij de Franse spionagediensten terecht met als taak de Nederlandstalige briefwisseling  te controleren. Iemand plaatsen bij de spionagediensten terwijl hij  als staatsgevaarlijk wordt bestempeld… een beetje lachwekkend, toch?  De capitulatie van Frankrijk volgde heel snel. De Franse soldaten moesten in gevangenschap of konden naar huis. In 1941 vroeg en kreeg Gantois toestemming de activiteiten van het VVF  verder te zetten en zijn tijdschrift Le Lion de Flandre opnieuw te publiceren.

Over de activiteiten in oorlogstijd

Het is nu makkelijk te oordelen als je weet hoe het verhaal eindigt. In het begin van de oorlog kan je het ook zien als proberen de meubelen te redden. Ik vind dat bepaalde historici de complexiteit van de situatie te snel onder de mat van de verontwaardiging vegen. De zegevierende Duitsers hadden Frankrijk in drie verdeeld, een bezette zone waarvan het Noorden niet van Parijs maar van Brussel afhing. Er bestond nog een niet bezette zone onder leiding van Maarschalk Pétain en zijn Vichyregering, met de zege van Hitler. Hoe je het ook draaide of keerde, er was soms een tripelspel nodig om uit de vele gevarenzones te blijven.

Niet alleen het VVF, maar ook allerlei andere culturele, sociale en economische instanties trachtten te leven met de realiteit van het moment. Politieke organisaties zoals de Franse communisten, vroegen de Duitse bezetter om hun blad Libération  opnieuw te mogen uitgeven. Van de Franse communisten van tegenwoordig mag je dat  geen collaboratie noemen maar  ‘een slecht idee’. Ik zou zeggen: pour les Flamands la même chose.

Volgden alle leden het VVF tijdens de oorlog?

Ongetwijfeld bleven van meet af aan enkele mensen aan de zijlijn. Andere leden kwamen in contact met, of waren actief in het verzet. De meeste verantwoordelijken bleven de activiteiten van het VVF trouw. Dat blijkt uit de namen en schuilnamen van schrijvers die artikels publiceerden in het maandblad Le Lion de Flandre. Opvallend: een handvol leden  werd door Gantois uit het VVF verwijderd. Ze hadden gekozen voor de harde collaboratie. Dat gebeurde in 1943 na een hevige interne strijd.

Een zaak is zeker: de verwijdering van bepaalde leden uit het VVF dient opnieuw te worden onderzocht ter ontlasting van Jean-Marie Gantois en de zijnen.

Over de aanklacht tegen Gantois

Oorspronkelijk bleek dat Gantois en zijn vrienden niet zouden worden verontrust. De aanklacht kwam pas na een lastercampagne in de pers. De overheid was toen zeer op haar hoede voor reacties en oproer uit linkse weerstandskringen. Later zal dit ook gelden voor het individueel toekennen van amnestie en om de verbannen veroordeelden terug te laten keren.

De aanklacht luidde dat het VVF  “tijdens de Duitse bezetting activiteiten had ontplooid die schadelijk waren voor de eenheid van de Franse staat.” Voor Jean-Marie Gantois ging het bovendien over zijn contacten met de Duitse autoriteiten in oorlogstijd.

Over het vonnis 

Tegen Jean-Marie Gantois werd de doodstraf geëist. Hij kreeg slechts vijf jaar hechtenis, in beslagneming van de helft van zijn bezittingen, en een verblijfsverbod in enkele gevoelige departementen. Andere veroordeelden liepen straffen van zes maanden tot twee jaar op. Vier leden van het VVF werden vrijgesproken. Dat was onder meer het geval voor Nicolas Bourgeois, de rechterhand van Gantois. Het Vlaams Verbond van Frankrijk  en haar publicaties werden verboden. In 1951 kwam Jean-Marie Gantois  terug naar zijn geboortestreek na van een amnestie te hebben genoten.

Al bij al een magere oogst voor de Franse staat. Maar het kwaad was geschied: de Vlaamse Beweging in Frankrijk was voor jaren in diskrediet gebracht.

Over het vrijgegeven materiaal

De dossiers zijn te omvangrijk om hier snel een antwoord op te geven. Maar ik kan reeds zeggen welke pistes ik ga volgen na een snelle kijk in het vrijgegeven materiaal. Beginnend met wat er niet in zit.

Wat zit er niet in?

Ik zocht tot nu toe tevergeefs naar de motivering van de vonnissen. De plicht om correct en omstandig een vonnis te motiveren is een oud zeer en blijft nog altijd een zwak broertje in de Franse rechtspraak. Frankrijk werd hiervoor meermaals  door de Europese instanties aangeklaagd. In de vrijgegeven archieven is hierover niet meer dan enkele regels te vinden. Wij moeten het verder stellen met de persverslagen  die toen verschenen.

Over een  brief  aan Hitler

De tekst van deze brief bevindt zich inderdaad in het dossier. Deze brief werd getoverd,  aldus zegslieden uit die tijd, uit documenten van de Kommandantur van Le Touquet. Ik kan nu al bevestigen dat de brief uit de vrijgegeven archieven inderdaad geen handtekening draagt. Daarom kon het tijdens het proces uiteindelijk niet als bewijs worden weerhouden. Deze tekst kan evengoed zijn geschreven om Gantois in diskrediet te brengen. Tot nader orde blijft het een vervalsing. Het bewijst vooral dat het proces werd gemanipuleerd.

Over nieuwe pistes voor de historici

-Zoals al vermeld blijkt uit het dossier dat verschillende collaborerende figuren probeerden het VVF in te palmen om een meer radicale koers te varen. Ook in Frankrijk bestond de collaboratie uit strekkingen die elkaar het licht niet altijd gunden. De verwijdering van zwaar collaborerende figuren uit het VVF legt nog meer ontlastende gegevens bloot. Dit bevestigt dat Gantois, al had hij contacten met de Duitsers, steeds trouw bleef aan zijn Heel-Nederlandse idealen en niet zo maar huilde met de wolven.

-Ik denk dat nieuw onderzoek moet worden verricht rond een figuur uit de zware collaboratie zoals Dr. Quesnoy, die door Jean-Marie Gantois uit het VVF werd verwijderd. Hij behoorde tot de krachten die radicaliseerden en op een bepaald moment tegen Gantois ageerden. Het proces tegen Quesnoy werd in Dowaai gevoerd, los van het proces tegen het VVF. Hij werd ter dood veroordeeld en ook  geëxecuteerd.

Ook de rol van André Cauvin, directeur van het succesvolle weekblad La Vie du Nord, waaraan verschillende leden uit het VVF onder schuilnamen  hun medewerking verleenden, is evenmin  onderzocht. De voortvluchtige Cauvin werd na de oorlog bij verstek ter dood veroordeeld. Hij kon later zijn situatie zonder schade laten regulariseren. Wellicht golden zijn regelmatige aanvallen tegen het Vichy régime tijdens de oorlog als verzachtende omstandigheden. Vreemd is dat hij later -alive and kicking – mild werd veroordeeld in een proces van de militaire rechtbank van Metz.

-Tenslotte nog een merkwaardige vaststelling: uit de archieven blijkt dat de Franse veiligheidsdiensten een vreemde definitie hadden van wat staatsgevaarlijke documenten konden zijn. Tijdens huiszoekingen bij de moeder van Gantois voor het begin van de oorlog werden alleen Nederlandstalige  boeken en documentatie meegenomen. Deze werden trouwens nooit teruggegeven. Ze werden door de juridische diensten in brand gestoken bij de inval van de Duitsers op Duinkerke. Het meest radicale tijdschrift van het VVF was volgens brieven van de Franse autoriteiten niet Le Lion de Flandre maar de brave Torrewachter die spreuken van Tisje Tasje en onschuldige verhalen bracht. Reden: het blad was integraal in het Nederlands opgesteld. Het gebruik van een ‘vreemde’ taal op Franse bodem was voor Frankrijk voldoende om een tekst, een boek of een blad of en boek als staatsgevaarlijk te beschouwen.

Een topmagistraat schrijft naar de Franse president

De meeste historici die de geschiedenis van Jean-Marie Gantois en het VVF hebben onderzocht verzwijgen dit opmerkelijk verhaal. Het geeft een idee hoe het politiek correct establishment de dossiers naar hun hand zetten. Het is nochtans niet alledaags dat een gereputeerd topmagistraat, gewezen voorzitter van de Rijselse rechtbank, zijn nek uitsteekt om de onschuld van  veroordeelden te bepleiten. Deze moedige magistraat die ten gunste van Jean-Marie Gantois en zijn VVF tussenkwam heette Paul Foucart. Hij bleek een regionalist en zelfs een federalist te zijn, aldus nagelaten geschriften. Zijn brief aan de Franse president, geschreven na de uitspraak, werd pas na zijn overlijden in 1955 publiek gemaakt. Ook dit verdient verder onderzoek.

Bij wijze van voorlopige conclusie

Er is eerst heel wat werk te verrichten om alle vrijgekomen documenten verder te onderzoeken en alles op een rij te zetten. Ongetwijfeld is dit dankbaar materiaal voor een andere kijk op Jean-Marie Gantois en zijn Vlaams Verbond van Frankrijk.

Gepubliceerd

11.06.2023

Kernwoorden
Reacties
Karel Appelmans
03.06.2023 - 09:15

Beste Wido ik, en samen met mij vele anderen, kijk met veel belangstelling uit naar de verdere publicaties. Benieuwd wat er allemaal boven water zal komen. Nederlandse groeten Karel

Beantwoorden
Lieven Merlevede
03.06.2023 - 12:03

Bijzonder boeiend verhaal over een bekende van mijn vader zaliger. Verhelderend voor Frans-Vlaanderen maar ook voor inzicht in de repressie, ook in Belgisch Vlaanderen

Beantwoorden
Pieter Jan Verstraete
05.06.2023 - 12:37

Beste Wido,
Het werd tijd dat er inzage in de VVF-dossiers gegeven werd. Veel nieuw materiaal waardoor onder meer de biografie van abbé Gantois die er nog niet is, van nieuw en openbarend materiaal kan voorzien worden. Een en ander komt in een nieuw perspectief te staan en werpt meer licht op deze bewogen jaren. Benieuwd of er ook nieuw fotomateriaal in deze dossiers aanwezig is? Goed ook dat je kan beroep doen op een bekwame jurist. Er is nog veel werk aan de winkel eer we eindelijk over een historische Gantois-biografie en dito boek over de VVF tijdens de oorlogsjaren zullen kunnen beschikken. Hartelijke groet

Beantwoorden

Spreken mag, schrijven niet

Franse rechtbank beperkt het gebruik van het Catalaans

Port-Vendres, één van de vijf gemeenten die het Catalaans als werktaal wilde hanteren.

Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/spreken-mag-schrijven-niet/

De rechtbank van Montpellier verbiedt de Catalaanse taal te gebruiken voor de beslissingen en notulen van de gemeenteraden. Alles, op de debatten na, moet  in het Frans. Het vonnis volgde op een klacht van de prefect van het departement Pyrénées Orientales. Hoe kan men de streektalen in Frankrijk bevorderen als de plaatselijke overheden ze niet vrij mogen gebruiken?

Veroordeeld

Er zijn mensen die geloven dat de erkenning van de streektalen in Frankrijk nieuwe deuren openzet. Dat dit niet klopt, blijkt uit een vonnis van de administratieve rechtbank van Montpellier. Die rechtbank heeft op 9 mei jl. vijf Catalaanse gemeenten veroordeeld. De besturen wilden het Catalaans als werktaal gebruiken naast het Frans. Het initiatief kwam van de stad Elna (Elne)  en haar burgemeester, Nicolas Garcia.

Vier andere Noord-Catalaanse gemeenten hadden zich bij de stap van burgemeester Garcia aangesloten. Het gaat om de gemeenten Saint-André, Tarerach, Amélie-les-Bains en Port-Vendres. Ze moesten samen voor de rechtbank van Montpellier verschijnen.

Test

De actie van de gemeenten was logisch na de erkenning van de streektalen in Frankrijk twee jaar geleden. Het initiatief was eigenlijk heel bescheiden. De gemeenteraden zouden het voorbeeld geven door het gebruik van de streektaal, in dit geval het Catalaans, zelf te bevorderen. Ze hadden hun intern reglement in die zin gewijzigd. Bij het gebruik van het Catalaans in woord en geschrift zou automatisch een Franse vertaling volgen. Maar we bevinden ons in een centralistisch land. Een land  waar de Constitutionele Raad en de prefecten overuren maken om de democratische beslissingen van verkozenen ongedaan te maken.

Het doel van de Franse staat is andere gemeenten die dezelfde weg willen volgen af te schrikken. Uiteraard was de actie van de Catalaanse burgemeesters een nieuwe test om na te gaan of de Franse overheid zou meeveren. Het antwoord is: neen dus.

De wet Molac

In april 2021 werd de wet Molac, die de streektalen in Frankrijk erkende, met een overgrote meerderheid goedgekeurd. De streektalen die in aanmerking kwamen waren naast het Catalaans, het Corsicaans, het Occitaans én de Oc-taal, het Baskisch, het Bretoens, het Gallo, het Duits en het Elzassisch, de regionale talen van de Moezel-regio, het Franco-Provençaals, het Frans-Vlaams en het Picardisch.

Ook de verkozenen van La République en Marche, de partij van président Macron, steunden het wetsvoorstel. Maar even snel kwam verzet uit onder meer dezelfde partij en de kringen rond het ministerie van onderwijs.  Ze schakelden de Constitutionele Raad in om de wet te neutraliseren. Finaal werd koud en warm geblazen om de gemoederen te bedaren. Alles bleef vaag en voor interpretatie vatbaar.

Stokken in de wielen

Het verzet van de Franse staat tegen de vijf Catalaanse gemeenten is in hetzelfde bedje ziek. Enerzijds voorziet de wet de erkenning van de streektalen, en kondigt nieuwe initiatieven aan om ze te onderwijzen en te promoten. Je zou dan denken dat de gemeentediensten  het voorbeeld mogen geven om het gebruik van de streektalen lokaal te faciliteren. Dat is toch het eerste logische niveau om dit toe te passen. Maar net als voor de wet-Molac steekt de Franse staat, hier bij monde van de prefect, stokken in de wielen om de zet van de gemeenten ongedaan te maken.

Strijdvaardig

‘Catalaans spreken tijdens een gemeenteraad houdt een gevaar in voor de Republiek’ had de vertegenwoordiger van de prefect een tijdje geleden nog verklaard. Met dit vonnis tracht men  de gemoederen te sussen door toe te laten dat  het Catalaans wel mag gesproken worden tijdens de debatten. Met andere woorden: spreken mag, schrijven niet.

De vijf Catalaanse burgemeesters geven uiteraard niet op. Ze hebben reeds beslist in beroep te gaan bij de rechtbank in Toulouse. ‘De strijd gaat verder’ verklaarde de adjunct-burgemeester van Elna. Ook de burgemeester van Tarerach, Jean-Louis Salies is strijdvaardig. Hij verklaarde ‘het Catalaans te blijven gebruiken als voorheen’ voor de beraadslaging van zijn raad. ’Dat ze de politie maar sturen’ voegde de burgervader er aan toe. De vijf gemeenten zullen desnoods tot in het Europees hof in Straatsburg gaan om hun gelijk te halen.

Steun uit Catalonië

Opvallend, de burgemeesters  kregen ook steun van de nummer twee van de Catalaanse regering in Barcelona, Mevr. Laura Vilagra. Ze was  speciaal naar Noord-Catalonië op werkbezoek gekomen om de burgemeesters een hart onder de riem steken. Laura Vilagra is sinds mei 2021 minister van het voorzitterschap van de Catalaanse president Pere Aragonès.

Terloops wil ik deze houding even vergelijken met de inzet van  onze eigen Minister-President Jan Jambon inzake Frans-Vlaanderen.  Hoe komt het toch dat Mevr. Vilagra namens de Catalaanse regering niet aarzelt om haar steun te betuigen aan de actie van de burgemeesters? Maar onze Vlaamse minister-president is nergens te bespeuren om de culturele acties van de Frans-Vlamingen te steunen. Waarom doet een Catalaanse minister dat  wel en durft een  Vlaamse minister-president dat niet?

Frans-Vlaanderen

De onvermijdelijke vraag die volgt: hoe zit dit Catalaanse vonnis toegepast op de Frans-Vlaamse situatie? Want ook het stervende Frans-Vlaamse dialect is nu erkend als streektaal. Catalonië is ver van ons bed. Maar de jurisprudentie maakt dat wat zich daar momenteel afspeelt gevolgen heeft voor alle volksminderheden in Frankrijk..

Een Frans-Vlaamse gemeenteraad die zijn notulen in de streektaal zou willen publiceren bestaat niet. Om de eenvoudige reden dat niemand de taal nog voldoende machtig is om dat te doen.  De late erkenning van de Frans-Vlaamse streektaal is niet meer of niet minder dan de Frans-Vlamingen plezieren met een dooie mus. De taal is zo goed als verdwenen, en de voordelen van de erkenning van de steektaal staan gelijk met een slag in de leegte. Overigens, er zijn nog schaarse Frans-Vlaamse burgemeesters die je in het Frans-Vlaams begroeten in hun gemeentehuis. En dat mag, volgens de rechtbank van Montpellier, dus wel.

Gepubliceerd

04.06.2023

Kernwoorden
Reacties

Flandre, des questions qui dérangent

Deze recensie is vandaag verschenen in het weekblad l’Indicateur

Gepubliceerd

31.05.2023

Kernwoorden
Reacties

Is het buitenlands cultureel beleid een lege doos?

Wat doet Vlaanderen voor het Nederlands in Frans-Vlaanderen?

Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/is-het-buitenlands-cultureel-beleid-een-lege-doos/

In de Commissie voor Buitenlands beleid stelde volksvertegenwoordiger Kristof Slagmulder (Vlaams Belang) vragen over het Nederlands onderwijs in Frans-Vlaanderen aan minister-president Jan Jambon. Betekent meer Vlaamse macht minder Vlaams cultureel beleid in het buitenland?

Vergeten plannen

Kristof Slagmulder herinnerde de minister-president aan zijn woorden van vorig jaar: ‘Het is belangrijk om met de Franse partners in dialoog te treden en hen te wijzen op de plaats en het belang van het Standaardnederlands en de ontoerekenbaarheid van de Frans-Vlaamse streektaal voor de Vlaamse arbeidsmarkt.’

Ook minister van Onderwijs Ben Weyts zou afstemmen met zijn Franse homoloog en met de regionale overheden van de Hauts-de-France (HdF). De Vlaamse regering zou in gesprek komen met Xavier Bertrand, voorzitter van de HdF. De Taalunie zou nieuwe initiatieven nemen om het Nederlands in Frans-Vlaanderen te ondersteunen. Een veldanalyse van de neerlandistiek in heel Frankrijk was gepland.

Excuusdiplomatie

Slagmulders vraagt zich terecht af hoe ver de minister-president staat met alle mooie plannen en beloftes. De bandbreedte om dossiers te doen bewegen is onbestaande bij gebrek aan dossierkennis en ambitie. Excuses zijn snel gevonden: ‘Het is uiteindelijk aan de Franse autoriteiten om in eigen land maatregelen ten voordele van het Nederlands te nemen’, aldus de minister-president. En dan? Is dat een reden voor de Vlaamse autoriteiten om niets te doen? De Vlaamse diplomatie wordt ook geacht op de hoogte te blijven van wat leeft bij de Frans-Vlaamse verenigingen die voor het Nederlands ijveren. Ik ben goed geplaatst om te weten dat dit amper gebeurt.

Grensscholen

Neem nu die tweehonderd jonge Frans-Vlamingen die Vlaams basisonderwijs volgen in de West-Vlaamse grensscholen. Voor deze kinderen is dat de beste manier om snel Nederlands te leren. Voor deze scholen, die door ontvolking te weinig West-Vlaamse leerlingen tellen, is dat een zege. Wat stelt minister Ben Weyts voor om die aantallen te doen groeien: georganiseerd vervoer, beter onthaal, didactisch materiaal? Een aantal van die leerlingen volgt later het secundair onderwijs in Frankrijk. Kan men de doorstroming naar het Vlaams secundair onderwijs niet beter promoten en faciliteren?

Minister Weyts blijkt helemaal niet geïnteresseerd in de Frans-Vlaamse problematiek

Het kabinet van minister van Onderwijs Ben Weyts, meermaals aangeschreven door de Frans-Vlaamse verenigingen om van gedachten te wisselen over dit en andere onderwijspunten, geeft niet thuis. Minister Weyts blijkt helemaal niet geïnteresseerd in de Frans-Vlaamse problematiek.

Veel blabla, weinig boemboem

Gaetan Poelman, Vlaamse vertegenwoordiger in Parijs, brengt binnenkort een werkbezoek aan de enige basisschool in het Duinkerkse die Nederlands immersieonderwijs biedt. Premier Jambon voegt eraan toe dat het de bedoeling is het initiatief in de kijker te zetten. Opnieuw: veel blabla en weinig boemboem. Zo’n project moet niet zozeer in de kijker worden gezet, maar vermenigvuldigd.

In Frans-Vlaanderen bestaan er reële mogelijkheden om in het kader van privéonderwijs een tweede school voor immersieonderwijs in het Nederlands te openen. Gemeenten zijn vragende partij en willen wat graag lege schoollokalen ter beschikking stellen. Voor het overige zou het project pedagogisch moeten worden gedragen met Vlaamse en Nederlandse middelen. Wanneer komt er een plan van aanpak, beste Taalunie, Vlaamse regering en co.?

Nederlands aan de universiteit

En nu een voorbeeld van slechte opvolging: het Nederlands onderwijs aan de universiteit Rijsel. Sinds dit academiejaar is Armand Héroguel, ‘maître de conférences’ Nederlands, op emeritaat gegaan. Onbegrijpelijk maar waar: er is nog geen vervanging geregeld. De studenten moeten het voorlopig stellen met een taalassistent.

Dat de Franse onderwijsinstanties geen haast tonen zal niemand verwonderen. Maar hoe komt het toch dat noch de Taalunie, noch de Vlaamse vertegenwoordiging in Parijs kunnen lobbyen om dit niet te laten gebeuren? Armand Héroguel wist me nog te vertellen dat van de drie overige ‘maîtres de conférences’ voor het Nederlands er twee met pensioen gaan tussen nu en eind volgend academiejaar. Gaat dit scenario zich herhalen?

Vereniging stopt

Nog erger: bestaande onderwijsprojecten als de vereniging Tweetalig onderwijs / Enseignement bilingue, die jarenlang lessen Nederlands organiseerden, worden door geldgebrek stopgezet. Waar blijven dan de Vlaamse / Nederlandse verenigingen, de Taalunie en de Vlaamse ministers met hun mooie praat?

Het gaat hier nochtans niet over grote investeringen: 20.000 à 30.000 euro per jaar zijn nodig om enkele uren Nederlands te geven aan duizend kinderen. Zelfs zulk een bescheiden bedrag is in het rijke Vlaanderen en Nederland niet meer te vinden terwijl de autoriteiten geld in overvloed spenderen aan allerlei inclusieve projecten.

Leerkrachten uitwisselen

Een ander project dat de mist inging: enkele jaren geleden ondertekenden minister Hilde Crevits en de Franse ambassade in Brussel een akkoord voor uitwisseling van leerkrachten. Het idee was West-Vlaamse leerkrachten laten lesgeven in het Nederlands in Frans-Vlaanderen en Franse leerkrachten Frans in West-Vlaanderen. Native speakers gebruiken tijdens de taallessen aan beide kanten van de schreve. De Franse ambassade tekende namens de Franse regering, maar het Frans rectoraat (dat zijn de regionale onderwijsautoriteiten) spartelde tegen.

Hilde Crevits, dat dient gezegd, had in dit dossier standvastig werk verricht. Waar is dat dossier nu naartoe, Ben? Een beetje tegenwind was blijkbaar al voldoende om desinteresse te tonen voor dit plan. Waar blijft dan onze duurbetaalde Vlaamse diplomatie om de afspraken te doen respecteren?

De Taalunie

In zijn antwoorden aan Kristof Slagmulder verwijst Jan Jambon naar de Taalunie. De Taalunie, die naar het schijnt in Nederland op sterven na dood is. De Taalunie, die een symposium in Frans-Vlaanderen had aangekondigd met als onderwerp Het Nederlands in Noord-Frankrijk. Een symposium dat nooit gekomen is en er blijkbaar ook nooit zal komen. De Taalunie, die een tijdje geleden voorzag in een budget van 392.000 euro voor het onderwijs van het Nederlands als buurtaal.

Uit een snelle enquête bij alle verenigingen betrokken bij het onderwijs van het Nederlands in Frans-Vlaanderen blijkt niemand op de hoogte van waar het geld heenging

Hoeveel kreeg Frans-Vlaanderen van dat bedrag? Ik las dat twee aanvragen gericht aan de Taalunie werden gehonoreerd. Uit een snelle enquête bij alle verenigingen betrokken bij het onderwijs van het Nederlands in Frans-Vlaanderen blijkt niemand op de hoogte van waar het geld heenging. Volgens minister-president Jambon kwamen er subsidies voor Nederlands onderwijs via het Europese programma Interreg Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen. Dat blijkt ook al een fabeltje. De Frans-Vlaamse vereniging voor Tweetalig Onderwijs diende drie dossiers in voor subsidies in het kader van Interreg. Ze heeft nooit een cent gekregen want onze Waalse ‘vrienden’ hebben zich daartegen verzet.

Schuldig verzuim

Ik kan de Vlaamse oppositie en Kristof Slagmulder niet genoeg danken om deze vragen te stellen en ze te blijven stellen. Inzake Frans-Vlaanderen en het Nederlands onderwijs aldaar gaat het om schuldig verzuim van de Vlaamse regering en de Vlaamse diplomatie.

Gepubliceerd

07.05.2023

Kernwoorden
Reacties

Mag een Franse gemeenteraad in een andere taal dan het Frans debatteren?

Vijf Catalaanse  gemeenten aangeklaagd door de  Franse staat

Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/mag-een-franse-gemeenteraad-in-een-andere-taal-dan-het-frans-debateren/

Wij zouden het bijna vergeten: een deel van het historisch grondgebied van Catalonië ligt op Frans grondgebied. En ook die Catalanen durven zich wel eens van zich laten horen. In de gemeente Elna, Elne in het Frans, besloot de gemeenteraad dat het Catalaans als werktaal voortaan mag worden gebruikt. Vier andere gemeenten volgden. De pret duurde echter niet lang.

De prefect van het departement Pyrénées Orientales was er als de kippen bij om klacht neer te leggen wegens het niet respecteren van de Franse grondwet. De hoorzitting op de administratieve rechtbank van Montpellier had plaats op 18 april. De uitspraak wordt op 9 mei verwacht.

Catalaans spreken: een misdaad?

Enkele maanden geleden besliste Elna als eerste gemeente in Noord-Catalonië  om het Catalaans toe te laten tijdens de gemeenteraad. Het idee van burgemeester Nicolas Garcia, nota bene een burgervader van communistische obediëntie, was om de tweetaligheid in zijn gemeenteraad te bevorderen. Volgens hem past dat perfect in de geest van de nieuwe wet die in Frankrijk de regionale talen ondersteunt en wil promoten. Vier andere gemeenten volgden het voorbeeld van Elna: Saint-André, Tarerach, Amélie-les-Bains en Port-Vendres.

Meer moest dat niet zijn voor Rodrigue Furcy, de prefect van het departement Pyrénées orientales, om klacht in te dienen tegen de vijf gemeenten. Deze  klacht is niet alleen bedoeld om de intrekking  te vorderen van alle gemeentelijke regelingen die een plaats voorzien voor het Catalaans als taal voor de communicatie en de besluitvorming. De vertegenwoordiger van de Franse staat in de regio wil hiermee tegelijk andere gemeenten afschrikken die met dezelfde plannen kwamen. Naar het schijnt is dat al deels gelukt. Blijven dus over de vijf Catalaanse gemeenten die de krachtmeeting met de Franse staat willen aangaan.

Hoorzitting

Na de hoorzitting van 18 april vatte Nicolas Garcia, de burgemeester  van Elna, de standpunten van zijn collega-burgemeesters samen: ‘Het idee is niet om het Frans uit onze gemeenteraden te verbannen, maar om het gebruik van het Catalaans mogelijk te maken.’ Het principe is, vervolgt Garcia ‘dat elke tussenkomst in het Catalaans automatisch  in het Frans wordt vertaald’. Volgens hem ‘heeft deze vorm  van tweetaligheid in de raad ook een pedagogisch karakter’.

Wat de administratieve rechtbank van Montpellier moet beoordelen is de geldigheid van het reglement van de plenaire vergaderingen van de gemeenteraden die nu reeds het gebruik van het Catalaans hebben toegelaten. ‘We worden persoonlijk niet bedreigd met gevangenisstraf of boetes, maar er hangt een schorsing van ons intern reglement aan vast’, aldus de betrokken burgemeesters.

Een gevaar voor de Republiek?

De  burgemeester van Elna betwist de stelling van de vertegenwoordiger van de Franse staat tijdens de hoorzitting  die verklaarde  dat ‘Catalaans spreken tijdens een gemeenteraad een gevaar voor de Republiek inhoudt’. De vertegenwoordiger van de Franse staat noemde het ook een ‘ernstig probleem en een grote fout’, stel je voor. ‘Wat een bekentenis van zwakte vanwege de Franse Republiek als Catalaans spreken tijdens de gemeenteraad van een gemeente van 10.000 inwoners in de Pyrénées Orientales de staat doet wankelen’, aldus Garcia. En hij voegt eraan toe: ‘Wij denken integendeel dat de Republiek sterker is als ze open staat voor cultuur- en taaldiversiteit. Dat is een troef en geen handicap’.

Met andere woorden het Frans is, als taal van de natie, een superieure taal. Catalaans spreken op een gemeenteraad schaadt de plaats van het Frans

De mogelijkheid om het Catalaans te gebruiken naast het Frans op een gemeenteraad mits vertaling van alle teksten: al bij al een heel voorzichtig voorstel zou je denken, precies om de beslissing van de vijf gemeenten een kans te geven. Maar dat is buiten de waard gerekend. Artikel twee van de grondwet stelt dat alleen het Frans de taal van de Franse Republiek is en dus, van de besluitvorming  in het land. De dagvaarding van de Franse staat tegen de vijf Catalaanse gemeenten stelt met grote woorden dat ‘elk element dat de fundamentele beginselen van de Franse Republiek en hiërarchie tussen de officiële taal en de regionale talen kan verstoren wordt beschouwd als een eis voor culturele identiteit’. Met andere woorden het Frans is, als taal van de natie, een superieure taal. Catalaans spreken op een gemeenteraad schaadt de plaats van het Frans. Uitingen van een culturele identiteit verstoren de grondbeginselen van de Franse republiek. Vrij vertaald: Frankrijk is bang van haar eigen schaduw.

Het Catalaans in Frankrijk

Noord-Catalonië, het historisch Catalaans gebied dat tot Frankrijk behoort, valt administratief onder het  departement Pyrénées Orientales met hoofdstad Perpignan. Het telt 482.000 inwoners in totaal waarvan 140.000  de Catalaanse taal nog spreken. 37 procent verklaart Catalaans te kunnen spreken, 65 procent verstaat de taal en 10,7 procent kan ze schrijven. In verhouding tot het geheel: de gemeenschap Catalaanssprekenden telt ongeveer 14 miljoen Europeanen. Het is de negende meest gesproken taal in Europa.

Wat is de status van een regionale taal als het Catalaans in Frankrijk? In 2021heeft de goedkeuring van de wet Molac, genoemd naar een Bretoens volksvertegenwoordiger, voor een juridisch kader gezorgd over het onderwijs en de bescherming van de regionale talen. Los van de overzeese gebieden geldt deze theoretische erkenning voor het Baskisch, het Bretoens, het Gallo, het Corsicaans, het Occitaans én de Oc-taal, het Duits en het Elzassisch, de regionale talen van de Moezelregio, het Franco-Provençaals, het Frans-Vlaams en het Picardisch, en dus ook het Catalaans. Ik schrijf in theorie, want de Franse Constitutionele raad heeft deze wet al even snel gekelderd als deze gestemd was. Tot woede van al wie oprecht begaan is met de minderheidstalen in Frankrijk. De klacht van de prefect is in dezelfde geest te plaatsen als het weerwerk van de Constitutionele Raad tegen de wet op de regionale talen. Frankrijk geeft met de ene hand en neemt alles terug met de andere.

Hoe moet dit verder?

De zet van de vijf Catalaanse gemeenten uit Noord-Catalonië is dat ze de Franse staat dwingen om kleur te bekennen. Meent Frankrijk het nu met de bescherming van haar regionale talen zoals gestemd door het Franse parlement? Hoe kan Parijs verantwoorden dat ze het gebruik van de streektalen aanmoedigt en het gebruik ervan verbiedt voor de openbare besturen en de besluitvorming? De jakobijnen van links en rechts kijken niet op een tegenspraak meer of minder en de bewakers van het één en ondeelbare Frankrijk maken overuren om de orthodoxie tot in het absurde toe te bewaken. In het dossier van de vijf Catalaanse gemeenten wordt de uitspraak van de administratieve rechtbank van Montpellier verwacht op 9 mei. De beslissing van de rechtbank zou als jurisprudentie kunnen gelden voor alle twisten van dit soort die regelmatig opduiken in Corsica, Bretagne, enzovoort.

Gepubliceerd

26.04.2023

Kernwoorden
Reacties

Heeft Frankrijk een aandeel in de moord op Corsicaans nationalist?

Parlementaire commissie onderzoekt de aanslag op Yvan Colonna

Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/heeft-frankrijk-een-aandeel-in-de-moord-op-corsicaans-nationalist/

Na een aanslag in de gevangenis overleed de Corsicaanse nationalist Yvan Colonna zonder uit coma te zijn ontwaakt. Hij stierf in het ziekenhuis van Marseille op 21 maart 2022. De belastende omstandigheden rond zijn dood waren de aanleiding van nieuwe spanningen op Corsica. Een Franse parlementaire onderzoekscommissie moet licht brengen in dit explosief dossier.

Om de zaak Yvan Colonna te begrijpen moet men terug naar 6 februari 1998, de dag dat Claude Erignac, de Franse prefect van Corsica, werd neergeschoten. Een groep Corsicaanse nationalisten, waaronder Yvan Colonna, werd na verklikkingen ervan verdacht de moord te hebben gepleegd. De nationalisten werden aangehouden en tot zware gevangenisstraffen veroordeeld. Maar Yvan Colonna liet zich niet zo maar vangen. Jaren lang verstopte hij zich in het Maquis in een schapenstal, tot grote frustratie van de politiediensten. Pas in juni 2003, ruim vijf jaar na de aanslag, werd hij gevangengenomen en tot levenslang veroordeeld. Yvan Colonna zelf hield tot aan zijn dood zijn onschuld staande.

Sinds zijn arrestatie verbleef Yvan Colonna in diverse Franse gevangenissen, onder een streng gevangenisregime. Het Frans gerechtelijk apparaat bleef hardnekkig weigeren hem naar een Corsicaanse gevangenis over te brengen. Hierdoor kon hij zijn ouders, vrouw en kinderen, maar zelden zien. Pogingen om hem, conform de wet, meer dan twintig jaar na de feiten vrij te krijgen botsten telkens op de hardvochtigheid van het Frans gerecht. In 2013 beraamde Colonna, aldus de penitentiaire autoriteiten, ontsnappingsplannen. Verdachtmakingen die moesten dienen om de modelgevangene Yvan Colonna geen kans te geven tot vervroegde vrijlating. Frankrijk kon de moord op een vertegenwoordiger van de Franse staat niet vergeven. Dat hij jaren lang onder de radar van de Franse politie kon blijven, en zo het politieapparaat belachelijk maakte, pleitte ook niet voor zijn dossier.

Jihadist

Je zou denken dat de gevangenis van Arles, met een bijzonder regime voor gevaarlijke gevangenen, een van de best bewaakte plaatsen van Frankrijk zou zijn. Niets bleek minder waar. Op 2 maart 2022 werd Yvan Colonna tijdens een sportsessie, aangevallen en minuten lang gewurgd, zonder tussenkomst van de bewakers. Zijn agressor, Franck Elong Abé (36) is een geradicaliseerde jihadist van Kameroense oorsprong met staat van dienst in Afghanistan. De man stond bekend als gevaarlijk en was meermaals veroordeeld voor zijn aandeel in de voorbereiding van terroristische activiteiten.

Yvan Colonna, levensgevaarlijk verwond, ontwaakte niet meer uit de coma en overleed drie weken later in het ziekenhuis van Marseille.

Van meet af aan was de dood van Yvan Colonna verdacht. Zijn moordenaar zou verklaard hebben dat Colonna dood moest omdat hij ‘slecht had gesproken over de profeet’. Onwaarschijnlijk, want Colonna was bekend voor zijn respect inzake geloof. Het bleek snel dat noch zijn familie noch nationalistisch Corsica de officiële versie van de feiten zo maar zouden slikken. Gevolg: een ongeziene golf van protest en nieuwe aanslagen op het eiland. Een nieuwe geheime groep de Ghiuventù clandestina Corsa kondigde gewelddadige acties aan. Sinds augustus 1922 werden 17 aanslagen door de groep opgeëist.

Het geweld kende een hoogtepunt op 13 maart, tijdens betogingen in Bastia. Balans: 102 gewonden, waarvan 77 politiemensen. Recent werden drie villa’s in opbouw door ontploffingen verwoest. In deze gespannen sfeer moest Frankrijk wel klaarheid brengen over de omstandigheden van de moord op Yvan Colonna.

Parlementaire onderzoekscommissie

Uiteindelijk werd een parlementaire onderzoekscommissie in het leven geroepen. Deze onderzoekscommissie wordt voorgezeten door de Corsicaance nationalist Jean-Félix Acquaviva, volksvertegenwoordiger voor de autonomistische partij Femu a Corsica. Die laat niets aan het toeval over en heeft reeds verschillende ministers en hoge ambtenaren op de rooster gelegd. Ook de gewezen premier van Frankrijk, Jean Castex, moest voor de commissie verschijnen. Het verslag van de onderzoekscommissie wordt verwacht in mei. Maar wat reeds aan het licht kwam, oogt niet bepaald fraai voor de Franse autoriteiten.

Volgens de getuigenis van een bewaakster werd op 1 maart, daags voor de moord op Colonna, gerapporteerd over een conversatie tussen drie gevangenen. Een van deze drie gevangenen was Franck Elong Abé, de latere dader. Hij zou, aldus de bewaakster, hebben geroepen: ‘Ik ga hem vermoorden’. Dit rapport werd overgemaakt aan haar oversten die er blijkbaar niets mee deden. Dat er voorbedachte rade in het spel was wordt aangetoond doordat de jihadist op de dag van dit gesprek zijn cel spontaan had opgeruimd. Hij hield er duidelijk rekening mee dat hij na de moord niet meer in zijn cel zou terugkomen.

Hoe meer antwoorden er komen, hoe ongezonder het dossier

Hoe meer antwoorden er komen, hoe ongezonder het dossier. Jarenlang kon men Colonna en de andere Corsicaanse nationalisten op het vasteland gevangen houden. De herhaalde weigering om ze naar Corsica te verplaatsen is een typische pesterij van centralistisch Frankrijk.

Gewezen eerste minister Jean Castex verklaarde tijdens de hoorzittingen van de commissie doodleuk dat hij het dossier zelf nooit had bestudeerd. Tot bijzondere ergernis van de verschillende commissieleden. Hij volgde slaafs de aanbevelingen van zijn administratie, al waren deze wel eens in tegenspraak met de gevangenisdirectie.

Twee maten en twee gewichten

Opvallend: de jihadist Franck Elong Abé genoot wel van een relatieve bewegingsvrijheid binnen de gevangenis. De man was nochtans heel gevaarlijk en gekend voor zijn gewelddadig optreden tegen medegevangenen en gevangenispersoneel.

De feiten zijn op zijn zachtst uitgedrukt surrealistisch te noemen: negen lange minuten kon Elong Abé zijn slachtoffer wurgen zonder dat het gevangenispersoneel kwam opdagen

De feiten zijn op zijn zachtst uitgedrukt surrealistisch te noemen: negen lange minuten kon Elong Abé zijn slachtoffer wurgen zonder dat het gevangenispersoneel kwam opdagen. Dit in een afdeling waar de gevangenen onder streng regime worden bewaakt. De onderzoekscommissie die de gevangenis van Arles bezocht kon vaststellen dat men vanop de plaats van de feiten de stem van iemand die om hulp riep, makkelijk kon horen.

De definitieve conclusie van de parlementaire commissie wordt in mei verwacht. Maar nu reeds verklaart voorzitter Jean-Felix Acquaviva aan de Franse pers dat men in de zaak Yvan Colonna te maken heeft met wraak van de Franse staat. Blijft nog dé belangrijkste vraag die op alle Corsicaanse nationalistische lippen staat: kleeft er bloed aan de handen van Franse ambtenaren en heeft Frankrijk een aandeel in de moord op Yvan Colonna? De Corsicaanse nationalisten zullen de zaak niet meer loslaten tot ze een duidelijk antwoord krijgen.

Gepubliceerd

18.04.2023

Kernwoorden
Reacties

Het rijke Frans-Vlaamse verenigingsleven

Wie is wie in Frans-Vlaanderen

Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/het-rijke-frans-vlaamse-verenigingsleven/

Welke Vlaamse verenigingen en instellingen zijn actief in Frans-Vlaanderen? Die vraag wordt me dikwijls gesteld. Hier volgt een selectie, in het besef dat zo’n lijst een onvolledige momentopname blijft. Noem het een persoonlijke, en dus suggestieve, keuze over wat beweegt rond de Vlaamse identiteit en de Nederlandse gedachte in Frankrijk.

Instellingen

Huis van de Slag, museum en informatiecentrum in Noordpene. Wil je meer weten over de Slag aan de Pene die de aanhechting van Frans-Vlaanderen bij Frankrijk tot gevolg had? Dan moet je beslist het Museum of Huis van de Slag in Noordpene bezoeken. Je kan er de permanente en thematische tentoonstellingen zien. En ook meer vernemen over de historische achtergrond van de slag aan de Pene.

Vlamingen en Nederlanders worden er vriendelijk verwelkomd in het Frans-Vlaams van de streek

Vlamingen en Nederlanders worden er vriendelijk verwelkomd in het Frans-Vlaams van de streek door voorzitster Jocelyne Willencourt. En Philippe Ducourant gidst u, ook in het Nederlands, door de geschiedenis van de slag en van de streek. Het museum beschikt over een boekenstand. Van hieruit vertrekken verschillende wandelingen rond het slagveld. Meer info op musée-noordpeene.eu.

Elk jaar in april wordt de Mars van de Pene, een tien kilometer lange wandeling rond het slagveld, georganiseerd. Dit jaar heeft de mars plaats op 22 april 2023.

Huis van het Nederlands, in Belle. Sinds jaar en dag is de stad Belle begaan met het onderwijs van de Nederlandse taal. Deze instelling zag het licht in 1999, op initiatief van de toenmalige burgemeester Jean Delobel geholpen door pioniers als Camille Taccoen en Jérôme Steenkiste. En met de hulp van het Komitee voor Frans-Vlaanderen.

Het resulteerde in de oprichting van dit Huis van het Nederlands/ Maison du néerlandais waar honderden belangstellenden Nederlands leren. Het Huis van het Nederlands wordt momenteel geleid door Armand Heroguel, ere-docent Nederlands aan de Rijselse universiteit. Het huis heeft ook afdelingen in Duinkerke en Rijsel. Te volgen op internet: mnl-bailleul.fr.

Pers en audiovisueel

Een overzicht van regionale kranten en tijdschriften zou ons te ver leiden. Uiteraard brengen deze dagbladen wel eens nieuws over de cultuur en taal van de Frans-Vlamingen. Maar het kan beter. Veel beter. Je moet weten dat de belangrijkste regionale krantengroep, La Voix du Nord, in handen is van de Franstalig Belgische groep Rossel. Dat heeft, zo te zien, zijn beperkingen. Ik noem hier slechts enkele bijzondere initiatieven.

Radio Uylenspiegel, in Kassel. Dit is de stek van Radio Uylenspiegel met studio op de grote markt. Je kan er niet naast kijken. Bruno Lobert, de dynamische directeur van de programma’s, is een grote kenner van de Vlaamse en Europese volksmuziek. Radio Uilenspiegel noemt zich een folk-radio en hanteert een slogan die voor zich spreekt: ‘De stem van Vlaanderen’.

Het avontuur van Radio Uylenspiegel begon op 1 januari 1978 met heel primitief materiaal. De uitzending was op dat moment nog illegaal. Pascal Vanbremeersch, de toenmalige animator, werd prompt door de rijkswacht meegenomen voor ondervraging. Kort nadien werd het zendmateriaal tot twee keer toe in beslag genomen. De liberalisering volgde decennia later. Sindsdien zendt de radio vrij en vrank uit, met regelmaat ook programma’s in de streektaal en in het Nederlands. De stem van Vlaanderen is te beluisteren op 91,8 FM en via internet.

Radio Plus, Douvrin. Een radiozender in Artesië die sinds 2018 het wekelijks programma l’heure flamande uitzendt. Dat is een uitzending over cultuur, geschiedenis en actualiteit. Niet alleen in en over Frans-Vlaanderen maar ook over heel Vlaanderen. In één uur tijd hoor je op Radio plus meer Nederlandstalige muziek dan op de VRT op een hele dag. Het geheim: het programma wordt verzorgd door twee bekende Vlaamse activisten, oudgedienden van de vrije radio’s : Michel en Marie-Jo Lieven. Ze hebben al meer dan 200 uitzendingen op hun actief. L’Heure flamande is te beluisteren op 104.3 FM en ook via internet.

Le Miroir du Nord is een nieuwkomer in het digitale medialandschap. Het brengt dagelijks nieuws – in het Frans – over de Nederlanden in Frankrijk. Ook over Bretoenen, Corsicanen en andere volkeren in Frankrijk is Le Miroir du Nord opvallend goed geïnformeerd. Veel aandacht gaat naar de Vlaamse en Nederlandse cultuur.

De animatoren van Le Miroir du Nord zijn voetballiefhebbers en hun inzet — met veel leeuwenvlaggen — viel internationaal op n.a.v. de bekerwedstrijd Kassel-Paris Saint-Germain. Recent brachten ze nog een mooie en zeer uitgebreide recensie over het Zangfeest in Antwerpen. Onze Vlaamse pers kan nog iets van hen leren. Voor meer info: lemiroirdunord.fr

Video-opnames

Een speciale melding verdienen de video-opnames van de West-Vlaming Mark Ingelaere. Ooit in de leer bij de befaamde taalkundige Cyriel Moeyaert en dat helpt. M. Ingelaere heeft zich tot doel gesteld opnames te maken van de laatste Frans-Vlamingen die nog het Frans-Vlaams spreken. Inmiddels is dit initiatief gegroeid tot meer dan 400 opnames.

Een unieke verzameling van uitzonderlijke sociologische, heemkundige en taalkundige waarde

Een unieke verzameling van uitzonderlijke sociologische, heemkundige en taalkundige waarde. Mark kreeg voor zijn werk een pluim van de Nederlandse taalkundige en dialectoloog Marc van Oostendorp. De video opnames van Mark Ingelaere zijn te vinden op YouTube.

Frans-Vlaamse verenigingen

Comité Flamand de France (CFF) in Hazebroek. Voorzitter is Philippe Masingarde. De ouderdomsdeken van de regionalistische verenigingen werd opgericht in 1853. Het CFF evolueerde tot een eerbiedwaardige vereniging van kamergeleerden. Ze beschikt in Hazebroek over een interessante bibliotheek en archief en geeft een tijdschrift alsook een jaarboek uit. Meer info op comiteflamanddefrance.fr

Michiel de Swaenkring, Kassel. Opgericht in 1970. Voorzitter is Patrick Blanckaert. Het is in Vlaanderen een van de meest bekende Frans-Vlaamse verenigingen voor de verdediging van de Nederlandse taal en cultuur. De kring kende zijn glorietijd eind van de jaren ’70. Al treedt het tegenwoordig minder naar buiten, de heel-Nederlandse inspiratie bleef. Tot vandaag een kweekvijver van Vlaamse activisten in Frans-Vlaanderen. Contact: michieldeswaen.eu

Andries Stevenkring, Kassel. Voorzitter is Damien Top. Het is een nieuwe vereniging vernoemd naar Andries Steven, de achttiende-eeuwse onderwijzer, schrijver en verdediger van de Nederlandse taal in de scholen. De vereniging is actief rond de Nederlandse taal en cultuurpolitiek. In de geest van Steven streeft de vereniging naar de erkenning van het Nederlands als regionale taal en taal van de buren, naast de Frans-Vlaamse streektaal. Ze organiseert poëzieavonden en conferenties, over taal, cultuur, muziek en geschiedenis. De Andries Stevenkring publiceert maandelijks een volledig tweetalige digitale nieuwsbrief en is ook te volgen op Facebook.

Euvo. De naam staat voor Europa der Volkeren. Voorzitter is Karel Appelmans. De vereniging, opgericht in 1984, heeft als doel het Vlaamse karakter van Frans-Vlaanderen te vrijwaren. Euvo specialiseerde zich in het plaatsen van Nederlandstalige opschriften en borden op huizen, gemeentehuizen en gebouwen. Ook de restauratie van Nederlandstalige opschriften behoort tot haar kernactiviteiten. Je kan er niet meer naast kijken: overal in Frans-Vlaanderen zie je de zwart-gele Nederlandstalige bordjes met Vlaamse Leeuw van Euvo. Inmiddels zijn er meer dan 1.000 geplaatst en er blijft vraag naar. Een groot succes. EUVO is te volgen op euvo.eu.

Yserhouck, in Volkerinkhove. Voorzitter is Felix Boutu. De vereniging beschermt het Vlaams landschap, alsook het architecturaal patrimonium van Frans-Vlaanderen. Biodiversiteit, fauna, flora en waardevolle landschappen staan centraal. Toegepaste activiteiten zijn de bouw van traditionele landelijke gebouwen en bouwkundige elementen met traditionele technieken en materialen.

De vereniging was aanvankelijk actief in een kerngebied rond de gemeenten aan de bron van de IJzer. Tegenwoordig draagt haar invloed over de hele streek. De activiteiten, projecten en publicaties van Yserhouck zijn te volgen in het tijdschrift met dezelfde naam, en op hun webstek yserhouck.org.

Akademie voor Nuuze Vlaemsche Taele (ANVT), Kassel. Bezieler is Jean-Paul Couché. De vereniging staat voor de promotie en het onderwijs van de Frans-Vlaamse streektaal. Ze wordt met forse subsidies van de regio Hauts-de-France gesteund en onder meer belast met de tweetaligheid van de gemeenteborden. De soms fantasierijke keuzen en standpunten inzake taal zijn controversieel. Zie ook op internet bij anvt.org.

Vlaamse en Nederlandse verenigingen

De verenigingen aan deze kant van de schreve die rond Frans-Vlaanderen actief zijn heb ik hier buiten beschouwing gelaten. Dit betekent niet dat hun werking inzake Frans-Vlaanderen te verwaarlozen is. Integendeel. Ik noem ze, tot slot, even op: het Komitee voor Frans-Vlaanderen, De Lage Landen (vroeger Ons Erfdeel), de stichting / vereniging Zannekin het Volkstoneel van Frans-Vlaanderen, het Algemeen Nederlands Verbond, de Marnixring. Ook deze opsomming is niet exhaustief.

Gepubliceerd

10.04.2023

Kernwoorden
Reacties

Moet de superregio Hauts-de-France worden gesplitst?

 Picardiërs willen geen Vlamingen zijn, en omgekeerd

Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/moet-de-superregio-hauts-de-france-worden-gesplitst/

In 2016, onder de regering Hollande-Valls, werden de Franse superregio’s in het leven geroepen. Frans-Vlaanderen, tot dan behorend tot het Noorderdepartement, werd plots door de Hauts-de-France ingepalmd, een superregio die ook Picardië omvat. Dat deze onlogische fusie snel tot wrijvingen moest leiden stond in de sterren geschreven.

Het rechtse Rassemblement National (RN) heeft nu een wetvoorstel ingediend om de superregio opnieuw te splitsen. Een initiatief uit onverwachte hoek, tot groot jolijt van de Vlaamse verenigingen in Frankrijk die al evenmin iets voelen voor deze kunstmatige constructie.

Woke ‘avant la lettre’

De Franse revolutionairen van 1789 hadden het slim bekeken. Om volkeren hun identiteit te ontnemen moet men hun geschiedenis, taal en cultuur verbieden. Het was een soort woke avant la lettre: de jakobijnen hadden eerst de historische benamingen van de provincies weggeveegd. In de plaats werd een vreemde administratieve indeling, het departement, in het leven geroepen. Dat gebeurde op basis van louter geografische benamingen en forse windstreken. Alleen bergen, rivieren en hun mondingen kwamen nog in aanmerking. Als het maar niet herinnerde aan de geschiedenis van een streek.

In de plaats van Bretoenen, Basken, Occitaniërs en Vlamingen luidde het dat voortaan onze voorouders de Galliërs waren

Zo werden de Frans-Vlamingen plots inwoners van ‘le Nord’. ‘Nordistes’ dus, en geen Vlamingen meer. En de stad Atrecht bevond zich voortaan niet meer in Artesië maar in de Pas-de-Calais. Niet te verbazen dat drie generaties later, 95 procent van de Franse bevolking niet meer wist wie hun voorouders waren. In de plaats van Bretoenen, Basken, Occitaniërs en Vlamingen luidde het dat voortaan onze voorouders de Galliërs waren. En hun afstammelingen allemaal Fransen. Hetgeen moest worden aangetoond.

Superregio’s

Twee eeuwen later was het opnieuw prijs. De bestaande entiteiten werden te klein geacht, al waren sommigen reeds gaan samenwerken. Zo behoorde Frans-Vlaanderen al een tijdje niet meer tot ‘le Nord’ alleen, maar tot de regio Nord-Pas-de-Calais. In 2016 kwam men tot de vaststelling dat de regio’s niet konden wedijveren met overeenkomstige Europese entiteiten. Dit leidde tot nieuwe, bizarre constructies alleen te verklaren door allerlei politieke berekeningen.

Zo moest de historische Elzas verdwijnen in de Grand-Est. Dit was een ahistorische associatie met de regio Champagne, die door een meerderheid van de Elzassers wordt verworpen. In Bretagne werd angstvallig vermeden dat alle Bretoense departementen zouden kunnen samensmelten. Een zet om Bretagne te verzwakken in haar drang naar meer autonomie. Zo kan men de lijst van alle superregio’s doorlopen op zoek naar het gesjoemel.

Hauts-de-France

Het heet officieel dat de naam Hauts-de-France democratisch werd gekozen door een selecte groep jongeren. Dit klopt natuurlijk niet. De naam circuleerde al jaren voordien en laat geen twijfels bestaan over de ware bedoelingen: er blijven inhameren dat wij in Frankrijk zijn. En de inwoners doen vergeten dat ze ooit tot de zuidelijke Nederlanden behoorden. De naam is historisch dubieus en geografisch een misbaksel. Er is een hoog- maar geen beneden-Frankrijk, weet je wel. Het bevestigt het gezegde dat de Fransen slecht zijn in aardrijkskunde. Blijkbaar heeft men in Parijs nooit echt naar Jacques Brel geluisterd, die zong van ‘het vlakke land dat mijne is’. De proef op de som: de Kasselberg is met zijn 176 meter het hoogste punt uit de streek. Het enige dat in dit verhaal klopt: de naam Hauts de France stond, een paar decennia geleden, voor een nudistenclub, ergens aan het Noordzeestrand.

Ik vroeg onlangs aan vrienden hoe ze zichzelf noemden als kersverse inwoners van de Hauts-de-France. Niemand antwoordde, en ik kan onze lezers geruststellen: er bestaan geen monsters met de naam ‘Hauts-de-Franciens.’

Wetvoorstel

Opvallend genoeg komt het wetvoorstel om de regio Hauts-de-France te splitsen niet uit Frans-Vlaanderen maar uit Picardië. Het is Michel Guinot, een RN-volksvertegenwoordiger van het departement Oise die het voorstel indiende. Hij werd hierin gesteund door de hele RN-fractie. Het feit dat het wetvoorstel van de RN komt, maakt dat het zo goed als geen kansen maakt. Maar toch is het een teken aan de wand. De argumenten van Guinot om de Hauts- de-France te splitsen zijn bovendien zinvol. Aan de basis ligt dat Amiens, de hoofdstad van Picardië, alle administratieve en andere regionale diensten kwijt is. Alle diensten zijn naar Rijsel verhuisd, de hoofdstad van Frans-Vlaanderen.

Te groot?

Maar er is meer. De huidige Hauts-de-France zijn samengesteld uit vijf departementen. Het territorium is iets groter dan België en telt zes miljoen inwoners. De door Guinot voorgestelde splitsing wil terug naar de vroegere situatie. De regio Nord-Pas-de-Calais herstellen enerzijds, en het in het leven roepen van een Regio Picardië anderzijds. Nog enkele cijfers: de twee departementen Nord en Pas-de-Calais tellen samen vier miljoen inwoners en 1538 gemeenten. Picardië, dat zou worden samengesteld uit de departementen Aisne, Oise en Somme telt iets meer dan twee miljoen inwoners in 2252 gemeenten.

Argumenten

Indiener van het wetvoorstel Michel Guinot heeft zijn dossier grondig bestudeerd. Hij refereert aan de geschiedenis om de Hauts-de-France te splitsen. Volgens hem is Picardië economisch en cultureel, maar ook historisch, steeds op de Ile de France, de uitgebreide regio rond Parijs, gericht. De regio Nord-Pas-de-Calais die hij Pays-Bas français ofte ‘Franse Nederlanden’ noemt kijkt meer naar Noordwest-Europa. Eerst naar de Euroregio Rijsel-Kortrijk-Doornik, vervolgens naar Benelux waarmee ze historisch verbonden is, aldus Guinot. De Franse Nederlanden met Frans-Vlaanderen zijn nog amper Frankrijk als je het wetvoorstel leest. Het is een Picardiër die het gezegd heeft.

Hoe moet het verder?

In Frankrijk is het niet anders dan in Vlaanderen: het feit dat dit wetvoorstel door het Rassemblement National is ingediend geeft het weinig kansen op slagen. Er is ook geen politieke consensus aanwezig over de kwestie. Het voorstel heeft wel de grote verdienste het debat te openen over zin en onzin van de superregio’s in het algemeen, en van de Hauts-de-France in het bijzonder. Deze en andere administratieve superstructuren kosten een fortuin. Ze vervreemden de burger van zijn regionale overheid. Ook de autonomie en bevoegdheden van de superregio’s zijn in het centraliserend Frankrijk heel relatief.

Departementen die hun superregio niet zien zitten, lossen dat op door samenwerkingsakkoorden onder elkaar te sluiten

Departementen die hun superregio niet zien zitten, lossen dat op door samenwerkingsakkoorden onder elkaar te sluiten. De Elzassers hebben akkoorden getekend tussen de departementen Bas-Rhin en Haut-Rhin. Ze negeren hun superregio Grand-Est. Dat geldt ook, zij het zeer voorzichtig, voor de twee departementen van de Savoie en Haute-Savoie. Die behoren tot de superregio Auvergne-Rhône-Alpes, al hebben ze daar niets verloren.

Nog een grappige anekdote om mee te besluiten: de regio Hauts-de-France steunt, stel je voor, het West-Vlaams als regionale taal. Terwijl het Noorderdepartement, waar mensen met verstand zetelen, neigt om het onderwijs van het Nederlands te verdedigen. Versta wie kan. Maar reden te meer om dit, en alle komende wetvoorstellen voor de splitsing van de Hauts-de-France, te steunen.

Gepubliceerd

26.03.2023

Kernwoorden
Reacties

Frankrijk verbiedt het Corsicaans in de plaatselijke raad

Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/frankrijk-verbiedt-het-corsicaans-in-de-plaatselijke-raad-schijnheiliger-kan-niet/

Frankrijk neemt met één hand maatregelen om haar regionale talen te beschermen, om ze vervolgens met de andere hand te betwisten. Zo werd de erkenning van de regionale talen in 2020 onmiddellijk tegengewerkt door de Franse grondwettelijke raad. Schijnheiliger kan het niet.

Dit doet zich nu opnieuw voor naar aanleiding van een beslissing van de Corsicaanse raad om het Corsicaans als werktaal van de raad mogelijk te maken. Na een klacht van de prefect van Corsica heeft de administratieve rechtbank in Bastia deze beslissing tenietgedaan.

Corsicaanse raad

In Corsica legt men de lat steeds hoger. Zo had de Corsicaanse raad besloten het Corsicaans als vergader- en werktaal te erkennen. Bewust of onbewust vonden de verkozenen het niet nodig toe te voegen dat alle teksten, conform de Franse grondwet, in het Frans moeten worden gepubliceerd. Dat is een gevolg van artikel 2 van de grondwet die zegt dat het Frans de officiële taal van de Franse republiek is.

De officiële vertegenwoordiger van de Franse staat in Corsica, prefect Pascal Lelarge, was er als de kippen bij om deze zaak juridisch aan te vechten. De advocaat van de Corsicaanse raad pleitte dat het gebruik van het Corsicaans in de raad geen verplicht karakter had. Verzoenende taal dus, maar het mocht niet baten.

Tegen het Engels

Het heet dat de rechters van de administratieve rechtbank van Bastia met dit vonnis louter de wet hebben toegepast. Maar is het dossier hiermee juridisch afgesloten? Het artikel van de wet die aan publiekrechtelijke rechtspersonen het gebruik van het  Frans verplicht is namelijk niet geschreven voor de Corsicaanse toepassing. Deze alinea werd toegevoegd in 1992, en dat was niet toevallig in het jaar van het verdrag van Maastricht. Het was een typisch Franse maatregel tegen het oprukkende Engels in eigen land, en niets anders.

Tegen deze aanpassing van de Franse grondwet protesteerde één eenzame verkozene uit de Elzas: Adrien Zeller. Hij voelde intuïtief aan dat deze wijziging  tegen de regionale talen zou kunnen worden gebruikt. Zeller stelde de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken volgende vraag: ‘Ik zou willen dat de minister bevestigt dat deze nieuwe alinea bij de grondwet niet zal worden gebruikt tegen de diversiteit van onze regionale culturen.’ En hij voegde er nog aan toe: ‘Het Frans is de taal van de Franse republiek, maar niet de enige taal van de republiek.’

Jakobijnse orthodoxie

De vrees van Adrien Zeller was gegrond. De Franse grondwettelijke raad misbruikt deze passus van de grondwet om de regionale talen binnen de perken te houden. Terwijl de Franse mandatarissen wetten stemmen om deze regionale talen te beschermen en te onderwijzen, treedt de grondwettelijke raad op als waakhond van de jakobijnse orthodoxie. Elke stap vooruit wordt in de praktijk onmogelijk. Hoe schizofreen is het toch te pleiten voor de redding van deze talen, terwijl men ze verbiedt in de publieke ruimte?

Michel Feltin-Palas, een Franse journalist van het weekblad l’Express die zich inzet voor de regionale talen, herinnert aan een citaat van president Emmanuel Macron in 2021: ‘De talen van Frankrijk zijn een nationale schat. Het recht moet bevrijden en nooit beklemmen. (…) Dezelfde kleuren, dezelfde accenten, dezelfde woorden: dit is ons land niet.’ Feltin-Palas voegt eraan toe: ‘Prachtige verklaring waarvoor men met twee handen applaudisseert… mits ze tenminste zou worden gesteund door een coherent beleid.’

Holle woorden en gebakken lucht waarin niemand nog gelooft. Overigens: niet alleen het gebruik van de Corsicaanse taal in de raad stelt een probleem voor de inmiddels ex prefect van Corsica. Ook de uitdrukking ‘Corsicaans volk’ is volgens hem uit den boze. Er kan en zal  maar één volk zijn, het Franse, op het grondgebied van de één en ondeelbare republiek.

Hoe moet dit verder?

In een gemeenschappelijk communiqué hebben Gilles Simeoni, autonomistische voorzitter van de Corsicaanse uitvoerende raad, samen met Marie-Antoinette Maupertuis, autonomistische voorzitster van de Corsicaanse raad, officieel geprotesteerd tegen deze schandelijke gang van zaken. Ook de oppositie, bij monde van Jean-Christophe Angelini, voorzitter van de nationalistische partij ‘Partitu di a Nazione Corsa’, spreekt over een onbegrijpelijke beslissing en over onrecht.

Alle betrokken Corsicaanse instanties gaan natuurlijk in beroep en dat wordt dan de zoveelste confrontatie met de Franse staat op het eiland. Enkele dagen geleden werd al de administratieve rechtbank van Bastia door jonge Corsicaanse nationalisten bezet, en dat is maar het voorspel.

Vermoord in de gevangenis

Een andere dossier beroert de Corsicanen van alle strekkingen: de moord in een Franse gevangenis op de Corsicaanse nationalist Yvan Colonna, nu een jaar geleden. De vraag blijft hoe een medegevangene, de uiterst gevaarlijke jihadist Franck Elong Abbé deze moord kon plegen. De familie en vrienden van Colonna hebben inmiddels beslist te procederen om opheldering te krijgen over deze moord.

Een onderzoekscommissie moet ook de verantwoordelijkheid en rol van het gevangeniswezen, maar ook van de Franse staat, in deze zaak bepalen. Een explosief dossier als moest blijken dat de aanslag op Yvan Colonna door een bewuste nalatigheid mogelijk werd gemaakt. Dit, en ook het verbod op de Corsicaanse taal  in de Corsicaanse assemblée  is niet van aard om de pacificatie op het eiland te verzekeren.

Talen in Frankrijk

Even nog  herinneren dat het gebruik van de regionale talen in Frankrijk niet alleen de Corsicanen aanbelangt.  Zie hier nog eens de lijst van talen die in Frankrijk zogezegd als regionale talen zijn erkend: het Baskisch, het Bretoens, het Catalaans, het Corsicaans, het Creools, het Gallo (Romaanse streektaal gesproken in het Oosten van Bretagne), het Occitaans én de Oc-taal, de regionale talen van de Elzas, de regionale talen van de Moezelregio, het Franco-Provencaals, het West-Vlaams, het Picardisch, het Tahitiaans, de Melanesische talen (Drehu, Nengone,Paicî, Aijë), de Walllisiaanse  en Futuniaanse talen (twee talen uit Nieuw Caledonië), alsook het Kibushi-Kimaore (eiland Mayotte).

Het verbod op het gebruik van een regionale taal in de publieke ruimte heeft rechtstreeks en onrechtstreeks  gevolgen voor heel het Franse grondgebied. Het explosief Corsicaans dossier is maar de top van de ijsberg en wordt ook van het Baskenland tot in Frans-Vlaanderen met argusogen gevolgd.

Gepubliceerd

21.03.2023

Kernwoorden
Reacties