WIDOPEDIA
Een blog over Frans-Vlaanderen, de Nederlanden en Europa
Wido Bourel

Meest recente berichten
Archieven
Kernwoorden

Waarom Vlaanderen filologen nodig heeft

Frans Debrabandere, samensteller van woordenboeken

Sticker in Frans-Vlaanderen

Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/filologen/

Nu het volk van Conscience nog amper leest, het Nederlands wordt gevierendeeld en onze woke universiteiten bij voorkeur Engels brabbelen kwam ik, bij het lezen van een studie over Nederlandse toponiemen in Frans-Vlaanderen, tot dezelfde gedachte als de Nederlandse taalkundige Marc van Oostendorp: ‘de wereld zou nog best wat filologie kunnen gebruiken’.

De paradox van de filologen

De schrijver van deze studie is de West-Vlaamse taalkundige dr. Frans Debrabandere (°1933), één van onze grote filologen en nog zeer actief en productief. Hij studeerde Germaanse filologie aan de KU Leuven, behaalde er zijn doctorsgraad en doceerde Nederlands en Duits aan de Pedagogische Hogeschool te Brugge.

Debrabandere publiceerde, stel je voor, 9 woordenboeken en 24 boeken in totaal. Alsook meer dan 1.300 artikelen over naamkunde, dialectstudie, etymologie, lexicografie, taalzorg en taalpolitiek. Hij was en blijft actief in allerlei taalkundige en heemkundige verenigingen, publicaties en taalkundige evenementen in noord en zuid.

De bekendheid van de filologen is, buiten hun vakgebied, bergaf gegaan samen met het verlies aan belangstelling voor de Nederlandse taal

Een paradox, die veel zegt over de taaldesinteresse van tegenwoordig: hij is niet echt bekend bij het grote publiek en komt niet elke week op televisie. De bekendheid van de filologen is, buiten hun vakgebied, bergaf gegaan samen met het verlies aan belangstelling voor de Nederlandse taal en de vermindering of kortweg de afschaffing van allerlei taalspecialismen aan onze universiteiten. En dan maar klagen over de verloedering van onze taal.

Plaatsnamen in Frans-Vlaanderen

De coronaperiode heeft Frans Debrabandere aangezet een leemte in zijn publicaties in te vullen. Namelijk, de studie van de toponiemen en Nederlandse plaatsnamen van dat deel van het oud-graafschap Vlaanderen dat nu bij Frankrijk valt. Interessant te noteren is dat hij niet houdt van de term Frans-Vlaanderen, omdat, schrijft hij, het om ‘een verfranst Vlaanderen’ gaat. Hij voegt eraan toe: ‘Frans-Vlaanderen is het gebied ten westen van West-Vlaanderen en historisch het echte West-Vlaanderen’. Dit verklaart  de keuze van de titel van zijn publicatie: Nederlandse plaatsnamen in West-Vlaanderen extra muros (‘Frans-Vlaanderen’)*.

Uit dit gebied heeft Frans Debrabandere de Nederlandse plaatsnamen verzameld. Niet alleen de namen van dorpen maar ook veld-, straat- en waternamen. Zijn bronnen put hij voornamelijk uit het ‘Woordenboek der Toponymie van Westelijk Vlaanderen’ van Karel de Flou (18 delen). Hij maakt dat bronnenmateriaal gemakkelijk toegankelijk en bruikbaar door, voor elk lemma, de huidige Nederlandse schrijfwijze te melden, vervolgens  de historische schrijfwijzen met datering en aanvullend de betekenis van elke toponiem of plaatsnaam.

Toponymie en identiteit

Wat hebben de namen van onze gemeenten, gehuchten, velden en rivieren te maken met de Vlaamse zaak? In een streek als Frans-Vlaanderen spelen de Vlaamse toponiemen een voorname rol in het bewaren van de Vlaamse identiteit. Het is een van de laatste houvasten in de strijd tegen de verfransing.

Daarom verschijnen overal in Frankrijk tweetalige gemeente- en straatnaamborden. Niet alleen in Frans-Vlaanderen trouwens, maar ook in Bretagne, Elzas, Occitanië, Baskenland. Hoe minder de Frans-Vlamingen Nederlands spreken, lezen of verstaan, hoe meer mensen willen weten wat schuilt achter een oud, Nederlands toponiem, dat ze zelf niet meer kunnen begrijpen of uitspreken.

Taalstrijd

Niet vergeten: achter deze, op het eerste gezicht, folkloristische plaatsnamenoorlog schuilt een ware taalstrijd. Moeten die plaatsnamen een West-Vlaamse spelling krijgen, die nooit heeft bestaan? Hoort de West-Vlaamse streektaal bij het Nederlands of is dat een andere taal zoals sommigen beweren? Is het Nederlands een te mijden taal omdat het een gestandaardiseerde taal is, die de streek nooit heeft gesproken maar wel geschreven? Of moet de West-Vlaamse streektaal, die per definitie nooit in een standaardvorm is gesproken, als volwaardige taal worden heruitgevonden, buiten het Nederlands?

Eén zaak is zeker: het tegen elkaar opzetten van dialecten en standaardtaal is een truc uit de toverdoos van de Franse jakobijnen om de taaleisen van opstandige minderheden in toom te houden.

Zuid-Tirol

Ik maak me elke keer kwaad als ik, op de vraag ‘waar ben je in Zuid-Tirol op vakantie geweest’, het antwoord krijg ‘in Bolzano’. Zeg toch Bozen! Als in Zuid-Tirol de enige officiële plaatsnamen de Italiaanse zijn, komt dat door de actie van de Italiaanse irredentist Ettore Tolomei (1865-1952). Zuid-Tirol is het schoolvoorbeeld van hoe men heeft getracht de identiteit van een volk te doen verdwijnen door de plaatsnamen en toponiemen van de streek te italianiseren en er de Duitse taal te verbieden.

In juli 1932 stelt Ettore Tolomei zijn ’32 punten-programma’ om de zogenaamde ‘vreemde bevolking’ – versta hier de Zuid-Tirolers – in versneld tempo te italianiseren. Reeds in 1906 gaf Tolomei de Archivio per l’Aldo Adige uit, een publicatie die de aanspraken van Italië op het Oostenrijkse Zuid-Tirol vormgaf.

Het is in zijn ‘Archivio’ dat Tolomei begon met alle Duitstalige plaatsnamen en gehuchten, alsook de Duitse familienamen in het Italiaans te vertalen. Zuid-Tirol zou door het verdrag van St. Germain op 10 september 1919 tegen de wil van haar bevolking door Italië worden ingelijfd.

In 1922 kwam Mussolini aan de macht en kon Tolomei, onder de hoede van de Duce en zijn fascisten, de italianisering van de streek afdwingen. Eduard Reut-Nicolussi (1888-1958) een Zuid-Tiroolse jurist en politicus, schreef ooit dat er een strijd werd gevoerd voor de namen van ‘elke boerderij, van elk gemeentehuis, en van elke wijngaard’.

Over de nut van de filologie

In Frans-Vlaanderen is het nooit zo ver gekomen dat, zoals in Zuid-Tirol, de naam van elk gehucht en elke boerderij werd verfranst. Wel zijn er veel straatnamen vertaald en de meeste nieuwe meldingen zijn Frans. Wel hebben de Franse Revolutionairen ooit de namen van alle historische provincies vervangen door de nietszeggende namen van departementen.

Hoe dan ook, de wetenschappelijke studie van Frans Debrabandere komt op zijn tijd. Het is een makkelijk bruikbaar hulpmiddel op het ogenblik dat sommigen in Frans-Vlaanderen een zootje maken van de schrijfwijze, de geschiedenis en de betekenis van onze Nederlandse toponiemen.

Ook Vlaanderen moet beslist zijn filologen koesteren en hun vakgebieden aan onze universiteiten behouden.

Wido Bourel

*Nederlandse plaatsnamen in Frans-Vlaanderen ‘West-Vlaanderen extra muros’ van Dr. Frans Debrabandere telt 325 blz.. Het is een overdruk uit de Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie (XCIII, 2021). Meer informatie en besteladres: Uitgeverij Peeters in Leuven. E-mailadres: order@peeters-leuven.be

Gepubliceerd

15.05.2022

Kernwoorden
Reacties