Tijdens een zonnig septemberweekeinde in Zuid-Vlaanderen, gidste ik onze Marnixring Land van Playsantië door de stad Sint-Omaars. Deze historische stad, strategisch gelegen aan de aloude grens tussen het graafschap Vlaanderen en Artesië, is beslist een bezoek waard.
Onze wandeling bracht ons, in de buurt van de markt, langs de Sint-Aldegondestraat. Een gelegenheid om de banden van de familie van Filips Marnix van Sint-Aldegonde met Sint-Omaars en met de Zuidelijke Nederlanden aan te kaarten.
Filips van Marnix, heer van Sint Aldegonde (1540-1598) werd in Brussel geboren. Maar de naam Marnix roept Bourgondische wortels op. De familie van Marnix heeft haar wieg in de Savoie en banden met het Groot Hertogdom Bourgondië.
Marnix is de naam van een gehucht van de gemeente Nattages, gelegen in de streek van Bugey in een bocht van de Rhône. Vandaag behoort het tot het departement Ain, maar vroeger maakte het deel uit van het hertogdom Savoie.
Voorouders van Marnix zijn heer van Toulouze-le-Château (Franche –Comté),en hebben een band met de steden Moûtiers (Savoie) , Chambéry (Savoie), Besançon (Franche-Comté ), alsook Chaux en Saint Claude (Bourgondië).
In het begin van de XVI eeuw komt Jean van Marnix (1483- 1532), grootvader van Filips, als raadgever en schatbewaarder, in dienst van Margareta van Oostenrijk, hertogin van Savoie en gouvernante van de Nederlanden. Na een loopbaan als bescheiden officier van rijke huize gaat hij voortaan een politieke rol spelen bij de Habsburgs.
Zo komt hij in de Nederlanden terecht, evenals de Savoie en Bourgondië, Habsburgse rijksgebieden. Jean van Marnix ligt begraven in Sint Jacob-op-Koudenberg in Brussel.
De vader van Filips, Jacques I van Marnix (?- 1557), heer van Toulouse-le-château en baron de Pottes, was getrouwd met Marie de Haméricourt (?-1540), Vrouw van Mont-Sint-Aldegonde.
Ze hebben samen drie kinderen: Hélène (1536- ?), Jan II (1537-1567), en Filips.
Als oudste zoon draagt Jan de titel van heer van Toulouse-le-château. Filips erfde van zijn moeder de eigendommen en landen van Sint-Aldegonde en mocht zich voortaan heer van Sint-Aldegonde noemen.
De moeder van Filips, Marie vrouw van Sint-Aldegonde stamde uit een Henegouws adellijk geslacht. Het slot van de familie de Haméricourt lag in het graafschap Binche, te Mont Sainte-Aldegonde.
De naam Aldegonde refereert naar een Frankische heilige, Aldegundis of Aldegonda, die in de zevende eeuw in de streek leefde. Ze werd geboren in Cousolre, nu Frans Henegouwen ,maar werd vooral vereerd in Mabuse (nu Maubeuge). Het staat trouwens vast dat de moedertaal van Aldegonde het Westfrankisch was, in de tijd dat Henegouwen nog geen Romaans sprak, laat staan Frans (in de tijd van Aldegonde bestond de Franse taal nog niet…).
Ik begon mijn verhaal met de vermelding dat onze wandeling door Sint-Omaars ons in de Sint-Aldegondestraat bracht.
De naam van Sint-Aldegonde is nauw verbonden met de stad Sint-Omaars. Een nonkel van Filips, Gérard d’Haméricourt, werd immers abt van de befaamde Sint Bertijnsabdij, en ook, bisschop van Sint-Omaars.
Hij was de stichter van het Waalse Jezuïetencollege aldaar dat een verfransende invloed had op een stad die toen nog door en door Vlaams was. Maar Gérard d’Haméricourt stond in 1572 eveneens aan de wieg van het Sint Bertijnscollege, het college voor de armere studenten en deze stond, meer dan vermoedelijk, voor de Vlaamse leergangen in Sint-Omaars.
Met onze Marnixvrienden liepen wij langs de huidige plaats Victor Hugo, de vroegere Oude Markt, waar ooit de Sint-Aldegondekerk stond. Een apsis en een bron in een nis zijn de enige overblijfselen van deze kerk op de Oude Markt . Over deze kerk, die door de Franse revolutionairen in 1793 werd afgebroken, weten wij dat het om een mooie gotische hallenkerk ging, verbouwd in 1515 . De naam van de kerk houdt rechtstreeks verband met de verering van de heilige Aldegonde, en met een tak van de familie Sint-Aldegonde die verschillende schepen in Sint-Omaars telde in de XIVe eeuw.
Tijdens een aanval van de Franse vijand in 1638 werd de Sint-Aldegondekerk zwaar gebombardeerd. Meer dan 600 kanonballen werden toen op Sint-Omaars gelost met schade aan het portaal en de voorgevel van de kerk. Na de slag werden de Franse kanonnenballen die de kerk hadden geraakt verzameld en in een muur gemetseld, in de vorm van een Bourgondisch kruis, symbool van trouw aan de Nederlanden in die tijd. De tekst onder het Sint-Andrieskruis loog er niet om: De Sint-Aldegondekerk werd door de Fransen aangevallen maar niet ingenomen.
05.10.2016