Om Frankrijk opnieuw te leren ontdekken moet u beslist het boek van de Britse Frankrijkkenner Graham Robb The discovery of France lezen. Dit boek werd gelukkig ook in het Nederlands vertaald onder de titel De ontdekking van Frankrijk (1).
Graham Robb heeft het over een ander, verrassend Frankrijk met vele culturen, talen en dialecten. Hij citeert uitvoerig abbé Grégoire, een vooraanstaande revolutionair, tevens priester, jawel. De uit Lotharingen afkomstige Henri-Baptiste Grégoire (1750-1831) was dé man die het Frans als taal van de Franse Revolutie en van “de vrijheid“ wilde verplichten. Niet minder dan alle “vreemde” talen en dialecten moesten, volgens hem, uit het Franse grondgebied verdwijnen. En, als het enigszins kon, zou men het Frans als universele taal ook buiten de Franse staatsgrenzen opleggen.
Grégoire bereidde zijn werk grondig voor. Hij richtte zich tussen 1790 en 1792 tot Franse burgemeesters, gedeputeerden, magistraten, geestelijken en plaatselijke aanhangers van de Revolutie met een uitvoerige vragenlijst. Hij ontving 43 antwoorden waarvan enkele uit de Franse Nederlanden (2). Over de enquête van Grégoire schrijft Graham Robb nog verder het volgende:
“Het onderzoek van de abbé was een openbaring. Volgens zijn schatting kenden meer dan zes miljoen Franse staatsburgers de nationale taal in het geheel niet. Nog eens zes miljoen konden er nauwelijks een gesprek in voeren (…)”.
In Frankrijk spreekt men, in de tijd van de Franse Revolutie, Frans in amper 15 departementen van de 83 die het land op dat moment telt.
Het onderzoek van priester Grégoire zal op 16 prairial van het jaar II (4 juni 1794) leiden, tot een verslag met de veelzeggende titel: Rapport sur la nécessité et les moyens d’anéantir les patois et d’universaliser la langue française. Grégoire wilde dus met zijn studiewerk niet meer de talen die op het Franse grondgebied worden gesproken inventariseren en bestuderen maar ‘anéantir‘. Vernietigen dus!
In zijn beruchte Rapport somt Grégoire dertig streektalen op die in het land worden gesproken. Een indrukwekkende lijst die ik hier lettterlijk overneem:
“le bas-breton, le normand, le picard, le rouchi ou wallon, le flamand, le champenois, le messin, le lorrain, le franc-comtois, le bourguignon, le bressan, le dauphinois, l’auvergnat, le poitevin, le limousin, le provençal, le languedocien, le velayen, le catalan, le béarnais, le basque, le rouergat et le gascon ». En hij voegt het Italiaans gesproken in Corsica, en het Duits uit de Elzas, er nog aan toe. Ook deze zijn volgens hem geen “talen” maar “patois”.
Laat ons deze lijst eens nader bekijken, de genoemde (streek)talen vertalen waar het kan en in ieder geval geografisch situeren:
De inventaris van Grégoire is zeer arbitrair en gooit volwaardige talen en plaatselijke dialecten op één hoop. Maar hij stelt vast, aldus nog steeds Graham Robb, dat “Frankrijk niet meer dan drie miljoen ‘zuiver’ Franssprekende telde (11 procent van de bevolking) en daaronder waren er velen die het niet correct konden schrijven. Het officiële taaleigen van de Franse Republiek was een minderheidstaal”.
Vertel vandaag een Fransman dat dit de situatie was in zijn land, zeg maar, 200 jaar geleden, en hij verklaart je voor gek.
En denk vooral niet dat dit totalitaire denken in Frankrijk vervlogen tijd is. Grégoire werd na zijn dood nog vereerd als een van de groten van Frankrijk en in het Panthéon bijgezet. En dit was niet in de tijd van zijn overlijden maar wel in …1989!
1) De ontdekking van Frankrijk, Graham Robb, Uitgeverij Olympus, 2008.
2) De vragenlijst van Grégoire kan u lezen in de laatste editie 2O12 van het jaarboek De Franse Nederlanden nr. 37 van Ons Erfdeel. En ook een van de antwoorden, zeg maar een verrassende lofzang op de Vlaamse taal, geschreven door de beëdigde Frans-Vlaamse priester Pieter Andries uit Sint-Winoksbergen, wordt in dit jaarboek gepubliceerd.
17.02.2013