Mijn artikel een protestantse kerk in Steenvoorde? over het zgn. Bredakasteel, heeft de nodige stof doen opwaaien. De aandachtige lezer was evenwel niet ontgaan dat ik een vraagteken achter de titel had geplaatst.
Een 19de eeuws gebouw kan uiteraard onmogelijk een functie in de 16 de eeuw worden toegekend. Zo ver was ik ook wel ! Maar het mysterie rond het gebouw blijft.
Het Bredakasteel blijft inderdaad een raadsel. Niet in het minst omdat, volgens de mondelinge overlevering, er een verband zou zijn met de protestanten in onze gewesten.
Dit verhaal heb ik van verschillende mensen die elkaar niet kenden. Van mijn grootvader geboren in Terdegem. En ook van de grootmoeder van een vriend die in de straat woonde waar het Bredakasteel is gevestigd.
Waarom sommigen zo denigrerend moeten doen over de mondelinge overlevering is me een raadsel. Het bevragen van mensen, het noteren van bijzondere herinneringen zijn voor verschillende historische disciplines absoluut onmisbaar.
Mondelinge geschiedenis,‘oral history’ is een erkende methode van het vak geschiedenis. Voor Frans-Vlaanderen levert dit zeer waardevolle gegevens inzake geschiedenis van onze taal, over verdwenen tradities of herinneringen die men in de Franse geschiedenisboeken onmogelijk kan vinden.
De taalkundige Cyriel Moeyaert maakte me er terecht op attent dat men in het Nederlands spreekt over een ‘Protestantse kerk’ en niet over een ‘protestantse tempel’. Hierdoor was ik bijna vergeten dat men het in de mondelinge overlevering had over ‘un temple protestant’ om het Bredakasteel aan te duiden.
Cyriel bevestigt me ook dat het toponiem Breda in Frans-Vlaanderen meer voorkomt. Wellicht kan de oorsprong eenvoudigweg een eigendom van de familienaam van Breda zijn. Er zou ook vroeger een ‘chemin de Breda’ hebben bestaan – ’t zal wel een Nederlandse naam gedragen hebben zeker? – die liep van de steenmolen in de omgeving die nog steeds draait, naar de gronden waar het Bredakasteel gebouwd is.
Ik zie drie verschillende pistes als hypothese:
De mondelinge overlevering spreekt misschien nog meer ‘waarheid’ dan oorspronkelijk gedacht : oude grondbezittingen van “de tempel” ; geuzen die in het geheim bijeenkomen aan de rand van Steenvoorde; en een 19 de eeuws ‘kasteel’ dat lijkt op een vrijmetselaarstempel. Het volksverhaal wordt stilaan een mythe.
Bij wijze van – voorlopige – conclusie, lees hier wat Jean Cocteau over mythen en geschiedenis schreef:
Ik heb altijd de mythen verkozen boven de geschiedenis, omdat de geschiedenis gemaakt is van waarheden die op den duur onwaarheden worden en de mythen gemaakt zijn van onwaarheden die op den duur waarheden worden.
Wido Bourel
11.05.2016