WIDOPEDIA
Een blog over Frans-Vlaanderen, de Nederlanden en Europa
Wido Bourel

Meest recente berichten
Archieven
Kernwoorden

Als talen ‘staatsgevaarlijk’ zijn

De wet op de regionale talen in Frankrijk wordt gecensureerd

Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/als-talen-staatsgevaarlijk-zijn

De goedkeuring in april jl. van de wet op regionale talen in Frankrijk bracht taalminnend Frankrijk even in euforie. Prachtig, buitengewoon, historisch! Het ontbrak niet aan lovende superlatieven om de overwinning te beschrijven. Maar de zogenaamde wet Molac belandde snel bij de Franse Constitutionele Raad door de klacht van een zestigtal parlementsleden. Resultaat: ze wordt ontdaan van haar ’staatsgevaarlijke’ artikels, en mag nu gecensureerd verder.

Artikel 2

De discussie draait rond het begrip immersie-onderwijs. Het houdt in dat men een taal leert door alle, of meerdere vakken in die taal te geven. Het faciliteren van immersie-onderwijs was het belangrijkste, maar tegelijk het meest betwiste punt van de wet Molac (artikel 4). De Constitutionele Raad steekt er nu een stokje voor en legt deze onderwijsmethode aan banden. Nochtans is immersie-onderwijs veruit de beste manier om een taal te leren, aldus de taalpedagogen. Deze vorm van taalonderwijs wordt onder meer met succes toegepast in de Bretoense DIWAN-scholen. Deze scholen zullen dus hun model moeten wijzigen. In Frankrijk is 15% van de schoolgaande jeugd betrokken bij deze vorm van onderwijs.

Het immersie-onderwijs is per definitie ‘staatsgevaarlijk’

Artikel twee van de Franse grondwet zegt: de taal van de Republiek is het Frans. In een andere taal dan het Frans doceren is dus tegen de grondwet, aldus de Constitutionele Raad. Het gewone taalonderwijs is onschuldig. Het immersie-onderwijs is per definitie ‘staatsgevaarlijk’.

Woede

Dat jakobijns Frankrijk aan de alarmbel zou trekken was te voorzien. De verdedigers van de regionale talen zijn woedend. Ze wijzen met een beschuldigende vinger in de richting van de Franse minister van Onderwijs, Jean-Michel Blanquer. Nog voor de wet Molac met grote meerderheid werd goedgekeurd was het al duidelijk dat Blanquer, achter de schermen, het verzet tegen deze wet orkestreerde. Het is volksvertegenwoordiger Aurore Bergé, van wie geweten is dat ze nauw bij Blanquer aanleunt, die de nodige zestig stemmen vond om de klacht bij de Constitutionele Raad te kunnen indienen.

Jean-Michel Blanquer wast nu zijn handen in onschuld. Aan twee journalisten van het dagblad Ouest France verklaart hij dat hij ‘zich niet heeft verzet tegen het onderwijs van de regionale talen’ op zich. Als ze maar worden gedoceerd in een school waar de voertaal Frans is voor minimaal 50%. Om zijn goede intenties te staven refereert hij naar een vroeger leven als onderwijsrector in het overzeese Guyana. Daar heeft hij, als we hem mogen geloven, heel wat gedaan voor de heropleving van de plaatselijke talen. Volgt een weinig concrete liefdesverklaring voor de regionale talen. En een opsomming van enkele projecten om het onderwijs van deze talen te ondersteunen.

Talen en separatisme

Maar de minister blaast tegelijk koud en warm. Hij maakt al te graag een amalgaam van regionale immersie-scholen en wat hij noemt ‘de problematiek van privéscholen zonder contract gefinancierd door buitenlandse mogendheden’. Het onderwijzen van vreemde talen in Frankrijk brengt blijkbaar het vaderland in gevaar. Hij verwijst daarom naar de noodzaak van een sterk juridisch kader om deze gevaren te bestrijden. Er bestaat in dit land ook een wet Gatel die Frankrijk toelaat privéscholen zonder contract die een ‘separatistische logica’ nastreven, te verbieden. Deze wet van 2018, vooral bedoeld om de wildgroei aan islamitische scholen in te perken, is dus voldoende rekbaar om immersie-onderwijs en separatisme te bestrijden, mocht het nodig blijken. Let ook op het dubieus gebruik van het woord ‘separatisme’.

Kritische noot

Leo Camerlynck, voorzitter van de stichting Zannekin, kent als taalkundige de situatie van de regionale talen in Frankrijk als geen ander. Hij brengt de nodige kritische noot in het debat: ‘De Bretoenen, de Basken en de Catalanen nemen een duidelijke positie in omdat die drie volkeren over een standaardtaal beschikken’. Het is geen toeval dat volksvertegenwoordiger Paul Molac, de indiener van de wet, een Bretoen is.

Camerlynck beschrijft de situatie als een zootje: ‘De Corsicanen beweren bij hoog en bij laag dat Corsicaans een taal is, en geen samenraapsel van Genuese en Toscaanse dialecten’. Zelfde vaststelling in andere regio’s: ‘in Occitanië distantiëren de Gascons zich van de Languedociens, en willen de Provençalen zich niet tot de Occitanen rekenen. En dan zijn er nog de noch-mossel-noch-vis Arpitanen, die tussen het Frans en het Provençaals bengelen’. En om de rij af te maken: ‘In Moezel-Lotharingen en in de Elzas is het een gebakkelei tussen verdedigers van het dialect en de Duitse standaardtaal’.

De situatie in Frans-Vlaanderen is taalkundig te vergelijken met die van de Elzas, maar erger: ‘De Frans-Vlaamse Westhoek telt 89 nog nauwelijks Vlaamssprekende gemeenten. Daar zou met een strategisch goed doordacht beleid het Nederlands terug kunnen gedijen in bepaalde gelederen.’

Verdeel en heers

De terechte conclusie van Leo Camerlynck is dat de algemene toestand van de regionale talen in Frankrijk, aan de bron al dubbelzinnig is en zwakker dan ooit. Dat is het gevolg van de bewuste politiek van de Franse staat om geen standaardtalen als regionale talen binnen Frankrijk toe te laten. In de plaats worden regionale dialecten tot taal bevorderd: Elzassisch in plaats van Duits, West-Vlaams en niet Nederlands, enzovoort. Het is een subtiele manier om op de rempedaal te duwen. Deze aanpak betekent in Franse ogen minder gevaar voor de eenheid van de staat. Vroeg of laat, zorgt dit ook voor tweespalt tussen aanhangers van het dialect en van de standaardtaal. Het is tegelijk een strategie van verdeel en heers.

ervoor te zorgen dat, in de toekomst, de regionale talen dezelfde rechten kunnen genieten als de Franse taal

De Franse minister van Onderwijs stelt dreigend vast dat hij ‘met gepaste wetten die de basisprincipes van de Republiek bevorderen, alle scholen kan sluiten die een foute weg bewandelen’. Terwijl roept volksvertegenwoordiger Paul Molac op tot verzet tegen de uitholling van de wet die zijn naam draagt. Hij werkt nu aan een nieuw voorstel tot herziening van de Franse grondwet. Dit om ervoor te zorgen dat, in de toekomst, de regionale talen dezelfde rechten kunnen genieten als de Franse taal. In afwachting van nieuwe grondwettelijke initiatieven wordt alvast op 29 mei in verschillende regio’s betoogd tegen de beslissing van de Constitutionele Raad.

Gepubliceerd

26.05.2021

Kernwoorden
Reacties