In het najaar verschijnt mijn nieuwste boek:
FRANS EN TOCH VLAAMS
Het verhaal van Frans-Vlaanderen
Meer info in de najaaraanbieding van uitgeverij Ertsberg op www.ertsberg.be
28.06.2023
Lees dit artikel ook op Doorbraak: https://doorbraak.be/spreken-mag-schrijven-niet/
De rechtbank van Montpellier verbiedt de Catalaanse taal te gebruiken voor de beslissingen en notulen van de gemeenteraden. Alles, op de debatten na, moet in het Frans. Het vonnis volgde op een klacht van de prefect van het departement Pyrénées Orientales. Hoe kan men de streektalen in Frankrijk bevorderen als de plaatselijke overheden ze niet vrij mogen gebruiken?
Er zijn mensen die geloven dat de erkenning van de streektalen in Frankrijk nieuwe deuren openzet. Dat dit niet klopt, blijkt uit een vonnis van de administratieve rechtbank van Montpellier. Die rechtbank heeft op 9 mei jl. vijf Catalaanse gemeenten veroordeeld. De besturen wilden het Catalaans als werktaal gebruiken naast het Frans. Het initiatief kwam van de stad Elna (Elne) en haar burgemeester, Nicolas Garcia.
Vier andere Noord-Catalaanse gemeenten hadden zich bij de stap van burgemeester Garcia aangesloten. Het gaat om de gemeenten Saint-André, Tarerach, Amélie-les-Bains en Port-Vendres. Ze moesten samen voor de rechtbank van Montpellier verschijnen.
De actie van de gemeenten was logisch na de erkenning van de streektalen in Frankrijk twee jaar geleden. Het initiatief was eigenlijk heel bescheiden. De gemeenteraden zouden het voorbeeld geven door het gebruik van de streektaal, in dit geval het Catalaans, zelf te bevorderen. Ze hadden hun intern reglement in die zin gewijzigd. Bij het gebruik van het Catalaans in woord en geschrift zou automatisch een Franse vertaling volgen. Maar we bevinden ons in een centralistisch land. Een land waar de Constitutionele Raad en de prefecten overuren maken om de democratische beslissingen van verkozenen ongedaan te maken.
Het doel van de Franse staat is andere gemeenten die dezelfde weg willen volgen af te schrikken. Uiteraard was de actie van de Catalaanse burgemeesters een nieuwe test om na te gaan of de Franse overheid zou meeveren. Het antwoord is: neen dus.
In april 2021 werd de wet Molac, die de streektalen in Frankrijk erkende, met een overgrote meerderheid goedgekeurd. De streektalen die in aanmerking kwamen waren naast het Catalaans, het Corsicaans, het Occitaans én de Oc-taal, het Baskisch, het Bretoens, het Gallo, het Duits en het Elzassisch, de regionale talen van de Moezel-regio, het Franco-Provençaals, het Frans-Vlaams en het Picardisch.
Ook de verkozenen van La République en Marche, de partij van président Macron, steunden het wetsvoorstel. Maar even snel kwam verzet uit onder meer dezelfde partij en de kringen rond het ministerie van onderwijs. Ze schakelden de Constitutionele Raad in om de wet te neutraliseren. Finaal werd koud en warm geblazen om de gemoederen te bedaren. Alles bleef vaag en voor interpretatie vatbaar.
Het verzet van de Franse staat tegen de vijf Catalaanse gemeenten is in hetzelfde bedje ziek. Enerzijds voorziet de wet de erkenning van de streektalen, en kondigt nieuwe initiatieven aan om ze te onderwijzen en te promoten. Je zou dan denken dat de gemeentediensten het voorbeeld mogen geven om het gebruik van de streektalen lokaal te faciliteren. Dat is toch het eerste logische niveau om dit toe te passen. Maar net als voor de wet-Molac steekt de Franse staat, hier bij monde van de prefect, stokken in de wielen om de zet van de gemeenten ongedaan te maken.
‘Catalaans spreken tijdens een gemeenteraad houdt een gevaar in voor de Republiek’ had de vertegenwoordiger van de prefect een tijdje geleden nog verklaard. Met dit vonnis tracht men de gemoederen te sussen door toe te laten dat het Catalaans wel mag gesproken worden tijdens de debatten. Met andere woorden: spreken mag, schrijven niet.
De vijf Catalaanse burgemeesters geven uiteraard niet op. Ze hebben reeds beslist in beroep te gaan bij de rechtbank in Toulouse. ‘De strijd gaat verder’ verklaarde de adjunct-burgemeester van Elna. Ook de burgemeester van Tarerach, Jean-Louis Salies is strijdvaardig. Hij verklaarde ‘het Catalaans te blijven gebruiken als voorheen’ voor de beraadslaging van zijn raad. ’Dat ze de politie maar sturen’ voegde de burgervader er aan toe. De vijf gemeenten zullen desnoods tot in het Europees hof in Straatsburg gaan om hun gelijk te halen.
Opvallend, de burgemeesters kregen ook steun van de nummer twee van de Catalaanse regering in Barcelona, Mevr. Laura Vilagra. Ze was speciaal naar Noord-Catalonië op werkbezoek gekomen om de burgemeesters een hart onder de riem steken. Laura Vilagra is sinds mei 2021 minister van het voorzitterschap van de Catalaanse president Pere Aragonès.
Terloops wil ik deze houding even vergelijken met de inzet van onze eigen Minister-President Jan Jambon inzake Frans-Vlaanderen. Hoe komt het toch dat Mevr. Vilagra namens de Catalaanse regering niet aarzelt om haar steun te betuigen aan de actie van de burgemeesters? Maar onze Vlaamse minister-president is nergens te bespeuren om de culturele acties van de Frans-Vlamingen te steunen. Waarom doet een Catalaanse minister dat wel en durft een Vlaamse minister-president dat niet?
De onvermijdelijke vraag die volgt: hoe zit dit Catalaanse vonnis toegepast op de Frans-Vlaamse situatie? Want ook het stervende Frans-Vlaamse dialect is nu erkend als streektaal. Catalonië is ver van ons bed. Maar de jurisprudentie maakt dat wat zich daar momenteel afspeelt gevolgen heeft voor alle volksminderheden in Frankrijk..
Een Frans-Vlaamse gemeenteraad die zijn notulen in de streektaal zou willen publiceren bestaat niet. Om de eenvoudige reden dat niemand de taal nog voldoende machtig is om dat te doen. De late erkenning van de Frans-Vlaamse streektaal is niet meer of niet minder dan de Frans-Vlamingen plezieren met een dooie mus. De taal is zo goed als verdwenen, en de voordelen van de erkenning van de steektaal staan gelijk met een slag in de leegte. Overigens, er zijn nog schaarse Frans-Vlaamse burgemeesters die je in het Frans-Vlaams begroeten in hun gemeentehuis. En dat mag, volgens de rechtbank van Montpellier, dus wel.
04.06.2023
Na 75 jaar gerechtelijk embargo zijn belangrijke archiefstukken van de oorlogsperiode in Frankrijk vrijgegeven. Met de hulp van een bevriende jurist, gingen wij in de Archieven van het Noordendepartement op zoek naar de gerechtelijke dossiers van de groep rond de Vlaamse voorman Jean-Marie Gantois en het Vlaams Verbond van Frankrijk. Eerst situeren we mensen en context, gevolgd door onze eerste indrukken.
Gantois was een Frans-Vlaamse priester, schrijver, en leider van de vereniging Vlaams Verbond van Frankrijk (VVF). Tijdens het interbellum was hij dé centrale figuur van de Frans-Vlaamse beweging. Gantois bracht het brave Frans-Vlaamse regionalisme in een meer radicaal-Vlaamse, vervolgens Heel-Nederlandse stroming. Tot grote ongerustheid van de Franse overheid die hem zijn leven lang in de gaten hield. Tijdens wereldoorlog II trachtte hij de activiteiten van het VVF zo goed en zo kwaad als het kon verder te zetten. Bij de bevrijding zagen de Franse autoriteiten het moment rijp gekomen om het VVF en zijn leider definitief uit te schakelen.
Strikt genomen was het VVF een culturele vereniging. In Frankrijk sloot ze aan bij de strijd voor meer zelfbestuur van volksminderheden zoals de Bretoenen, de Elzassers of de Occitaniërs. De vereniging verdedigde en promootte de cultuur, taal en geschiedenis, zeg maar de Nederlandse identiteit van de streek. Het was in de tijd dat je de Westhoek in Frankrijk nog kon doorkruisen zonder een woord Frans te moeten spreken. Geopolitiek schetste het VVF het referentiekader van de Nederlanden in Frankrijk tot aan de rivier de Somme. Deze historische benadering trok de huidige kunstmatige staatkundige grenzen van Frankrijk in vraag.
Het waren vooral leraren, advocaten en notabelen met als bindmiddel de belangstelling voor de taal en cultuur van de streek. Het culturele karakter van de vereniging maakte dat de leden uit verschillende politieke strekkingen kwamen. Naast Franse regionalisten, trof je er nog overtuigde Europese federalisten en een Heel-Nederlandse strekking die de banden met Vlaanderen en de Nederlanden levend wilden houden.
Het aantal leden is moeilijk in te schatten. Het gaat om enkele honderden. In de laatste jaren vóór wereldoorlog II groeide de invloed van het VVF aanzienlijk. Uiteraard door haar publicaties, maar ook, door de organisatie van drukbezochte congressen op gemeentelijk niveau. Tegelijk bouwde Gantois in Vlaanderen en Nederland aan een uitgebreid netwerk in de Vlaamse en Heel-Nederlandse beweging.
De vereniging moest bij de oorlogsverklaring haar activiteiten stopzetten. De meeste VVF-leden werden opgeroepen om dienst te nemen in het Franse leger. Omdat Gantois Nederlands kende, kwam hij bij de Franse spionagediensten terecht met als taak de Nederlandstalige briefwisseling te controleren. Iemand plaatsen bij de spionagediensten terwijl hij als staatsgevaarlijk wordt bestempeld… een beetje lachwekkend, toch? De capitulatie van Frankrijk volgde heel snel. De Franse soldaten moesten in gevangenschap of konden naar huis. In 1941 vroeg en kreeg Gantois toestemming de activiteiten van het VVF verder te zetten en zijn tijdschrift Le Lion de Flandre opnieuw te publiceren.
Het is nu makkelijk te oordelen als je weet hoe het verhaal eindigt. In het begin van de oorlog kan je het ook zien als proberen de meubelen te redden. Ik vind dat bepaalde historici de complexiteit van de situatie te snel onder de mat van de verontwaardiging vegen. De zegevierende Duitsers hadden Frankrijk in drie verdeeld, een bezette zone waarvan het Noorden niet van Parijs maar van Brussel afhing. Er bestond nog een niet bezette zone onder leiding van Maarschalk Pétain en zijn Vichyregering, met de zege van Hitler. Hoe je het ook draaide of keerde, er was soms een tripelspel nodig om uit de vele gevarenzones te blijven.
Niet alleen het VVF, maar ook allerlei andere culturele, sociale en economische instanties trachtten te leven met de realiteit van het moment. Politieke organisaties zoals de Franse communisten, vroegen de Duitse bezetter om hun blad Libération opnieuw te mogen uitgeven. Van de Franse communisten van tegenwoordig mag je dat geen collaboratie noemen maar ‘een slecht idee’. Ik zou zeggen: pour les Flamands la même chose.
Ongetwijfeld bleven van meet af aan enkele mensen aan de zijlijn. Andere leden kwamen in contact met, of waren actief in het verzet. De meeste verantwoordelijken bleven de activiteiten van het VVF trouw. Dat blijkt uit de namen en schuilnamen van schrijvers die artikels publiceerden in het maandblad Le Lion de Flandre. Opvallend: een handvol leden werd door Gantois uit het VVF verwijderd. Ze hadden gekozen voor de harde collaboratie. Dat gebeurde in 1943 na een hevige interne strijd.
Een zaak is zeker: de verwijdering van bepaalde leden uit het VVF dient opnieuw te worden onderzocht ter ontlasting van Jean-Marie Gantois en de zijnen.
Oorspronkelijk bleek dat Gantois en zijn vrienden niet zouden worden verontrust. De aanklacht kwam pas na een lastercampagne in de pers. De overheid was toen zeer op haar hoede voor reacties en oproer uit linkse weerstandskringen. Later zal dit ook gelden voor het individueel toekennen van amnestie en om de verbannen veroordeelden terug te laten keren.
De aanklacht luidde dat het VVF “tijdens de Duitse bezetting activiteiten had ontplooid die schadelijk waren voor de eenheid van de Franse staat.” Voor Jean-Marie Gantois ging het bovendien over zijn contacten met de Duitse autoriteiten in oorlogstijd.
Tegen Jean-Marie Gantois werd de doodstraf geëist. Hij kreeg slechts vijf jaar hechtenis, in beslagneming van de helft van zijn bezittingen, en een verblijfsverbod in enkele gevoelige departementen. Andere veroordeelden liepen straffen van zes maanden tot twee jaar op. Vier leden van het VVF werden vrijgesproken. Dat was onder meer het geval voor Nicolas Bourgeois, de rechterhand van Gantois. Het Vlaams Verbond van Frankrijk en haar publicaties werden verboden. In 1951 kwam Jean-Marie Gantois terug naar zijn geboortestreek na van een amnestie te hebben genoten.
Al bij al een magere oogst voor de Franse staat. Maar het kwaad was geschied: de Vlaamse Beweging in Frankrijk was voor jaren in diskrediet gebracht.
De dossiers zijn te omvangrijk om hier snel een antwoord op te geven. Maar ik kan reeds zeggen welke pistes ik ga volgen na een snelle kijk in het vrijgegeven materiaal. Beginnend met wat er niet in zit.
Ik zocht tot nu toe tevergeefs naar de motivering van de vonnissen. De plicht om correct en omstandig een vonnis te motiveren is een oud zeer en blijft nog altijd een zwak broertje in de Franse rechtspraak. Frankrijk werd hiervoor meermaals door de Europese instanties aangeklaagd. In de vrijgegeven archieven is hierover niet meer dan enkele regels te vinden. Wij moeten het verder stellen met de persverslagen die toen verschenen.
De tekst van deze brief bevindt zich inderdaad in het dossier. Deze brief werd getoverd, aldus zegslieden uit die tijd, uit documenten van de Kommandantur van Le Touquet. Ik kan nu al bevestigen dat de brief uit de vrijgegeven archieven inderdaad geen handtekening draagt. Daarom kon het tijdens het proces uiteindelijk niet als bewijs worden weerhouden. Deze tekst kan evengoed zijn geschreven om Gantois in diskrediet te brengen. Tot nader orde blijft het een vervalsing. Het bewijst vooral dat het proces werd gemanipuleerd.
-Zoals al vermeld blijkt uit het dossier dat verschillende collaborerende figuren probeerden het VVF in te palmen om een meer radicale koers te varen. Ook in Frankrijk bestond de collaboratie uit strekkingen die elkaar het licht niet altijd gunden. De verwijdering van zwaar collaborerende figuren uit het VVF legt nog meer ontlastende gegevens bloot. Dit bevestigt dat Gantois, al had hij contacten met de Duitsers, steeds trouw bleef aan zijn Heel-Nederlandse idealen en niet zo maar huilde met de wolven.
-Ik denk dat nieuw onderzoek moet worden verricht rond een figuur uit de zware collaboratie zoals Dr. Quesnoy, die door Jean-Marie Gantois uit het VVF werd verwijderd. Hij behoorde tot de krachten die radicaliseerden en op een bepaald moment tegen Gantois ageerden. Het proces tegen Quesnoy werd in Dowaai gevoerd, los van het proces tegen het VVF. Hij werd ter dood veroordeeld en ook geëxecuteerd.
Ook de rol van André Cauvin, directeur van het succesvolle weekblad La Vie du Nord, waaraan verschillende leden uit het VVF onder schuilnamen hun medewerking verleenden, is evenmin onderzocht. De voortvluchtige Cauvin werd na de oorlog bij verstek ter dood veroordeeld. Hij kon later zijn situatie zonder schade laten regulariseren. Wellicht golden zijn regelmatige aanvallen tegen het Vichy régime tijdens de oorlog als verzachtende omstandigheden. Vreemd is dat hij later -alive and kicking – mild werd veroordeeld in een proces van de militaire rechtbank van Metz.
-Tenslotte nog een merkwaardige vaststelling: uit de archieven blijkt dat de Franse veiligheidsdiensten een vreemde definitie hadden van wat staatsgevaarlijke documenten konden zijn. Tijdens huiszoekingen bij de moeder van Gantois voor het begin van de oorlog werden alleen Nederlandstalige boeken en documentatie meegenomen. Deze werden trouwens nooit teruggegeven. Ze werden door de juridische diensten in brand gestoken bij de inval van de Duitsers op Duinkerke. Het meest radicale tijdschrift van het VVF was volgens brieven van de Franse autoriteiten niet Le Lion de Flandre maar de brave Torrewachter die spreuken van Tisje Tasje en onschuldige verhalen bracht. Reden: het blad was integraal in het Nederlands opgesteld. Het gebruik van een ‘vreemde’ taal op Franse bodem was voor Frankrijk voldoende om een tekst, een boek of een blad of en boek als staatsgevaarlijk te beschouwen.
De meeste historici die de geschiedenis van Jean-Marie Gantois en het VVF hebben onderzocht verzwijgen dit opmerkelijk verhaal. Het geeft een idee hoe het politiek correct establishment de dossiers naar hun hand zetten. Het is nochtans niet alledaags dat een gereputeerd topmagistraat, gewezen voorzitter van de Rijselse rechtbank, zijn nek uitsteekt om de onschuld van veroordeelden te bepleiten. Deze moedige magistraat die ten gunste van Jean-Marie Gantois en zijn VVF tussenkwam heette Paul Foucart. Hij bleek een regionalist en zelfs een federalist te zijn, aldus nagelaten geschriften. Zijn brief aan de Franse president, geschreven na de uitspraak, werd pas na zijn overlijden in 1955 publiek gemaakt. Ook dit verdient verder onderzoek.
Er is eerst heel wat werk te verrichten om alle vrijgekomen documenten verder te onderzoeken en alles op een rij te zetten. Ongetwijfeld is dit dankbaar materiaal voor een andere kijk op Jean-Marie Gantois en zijn Vlaams Verbond van Frankrijk.
02.06.2023
Beste Wido ik, en samen met mij vele anderen, kijk met veel belangstelling uit naar de verdere publicaties. Benieuwd wat er allemaal boven water zal komen. Nederlandse groeten Karel
Bijzonder boeiend verhaal over een bekende van mijn vader zaliger. Verhelderend voor Frans-Vlaanderen maar ook voor inzicht in de repressie, ook in Belgisch Vlaanderen
Beste Wido,
Het werd tijd dat er inzage in de VVF-dossiers gegeven werd. Veel nieuw materiaal waardoor onder meer de biografie van abbé Gantois die er nog niet is, van nieuw en openbarend materiaal kan voorzien worden. Een en ander komt in een nieuw perspectief te staan en werpt meer licht op deze bewogen jaren. Benieuwd of er ook nieuw fotomateriaal in deze dossiers aanwezig is? Goed ook dat je kan beroep doen op een bekwame jurist. Er is nog veel werk aan de winkel eer we eindelijk over een historische Gantois-biografie en dito boek over de VVF tijdens de oorlogsjaren zullen kunnen beschikken. Hartelijke groet