WIDOPEDIA
Een blog over Frans-Vlaanderen, de Nederlanden en Europa
Wido Bourel

Meest recente berichten
Archieven
Kernwoorden

Archieven voor week 4, 2025

In Gent wordt de koning van Frankrijk door de koning van Engeland vervangen

Op 26 januari 1340, onder impuls van Jacob van Artevelde (1290-1345), heft de Engelse koning Edward III (1312-1377) het embargo op de uitvoer van Engelse wol naar Vlaanderen op. Op de Vrijdagsmarkt in Gent roept hij zich uit tot koning van Frankrijk.

De moeder van Edward III was nl. een dochter van de Franse koning. De zittende Franse koning van toen, Karel IV, had geen zoons en zo kwam Edward III in de strijd om de Franse kroon te dragen.

Dit verblijf in Gent is ook de reden dat Jan, de zoon van Edward III, in Gent werd geboren. Van deze Jan van Gent ofte ‘John of Gaunt’ stammen de koningen van het huis van Lancaster af.

Edward III was getrouwd met Philippa van Henegouwen (1313-1369), dochter van graaf Willem van Henegouwen en Holland. Het is geweten dat Philippa vanuit Witsand (Wissant) in het Boonse inscheepte om naar Engeland over te steken. Edward en Philippa zouden in januari 1328 in York op feestelijke wijze trouwen.

In haar boek ‘Jacob van Artevelde*’ vat de historica Patricia Carson de tijd van Artevelde als volgt samen:

“Handig schipperend maken de Vlamingen zich los van Frankrijk en weten de gunst van Engeland terug te winnen.” Maar ze voegt eraan toe: “Van Arteveldes ideeën zijn te revolutionair voor zijn tijd. In 1345 wordt hij vermoord.”

*Patricia Carson, Jacob van Artevelde, Davidsfonds/ Leuven, 1996.

Gepubliceerd

26.01.2025

Kernwoorden
Reacties

De Unie van Utrecht sluit de rangen van het verzet tegen Spanje

Op 23 januari 1579 sluiten de noordelijke provincies van de Nederlanden de Unie van Utrecht met als doel gezamenlijk de vrijheidsstrijd tegen Spanje te voeren. Talrijke Zuid-Nederlandse steden sluiten er zich bij aan: Venlo, Breda, Antwerpen, Lier, Brussel, Ieper en Duinkerke. ’s-Hertogenbosch en Leuven zijn op dat ogenblik bezet door de Spanjaarden en kunnen de opstand niet vervoegen.

De Unie van Utrecht was een onmiddellijk antwoord op de unie van Atrecht die op 6 januari van hetzelfde jaar was afgesloten. Met de Unie van Atrecht verenigen de vertegenwoordigers van de Staten Artesië, Henegouwen en Dowaai zich in een verbond op katholieke grondslag dat geneigd is zich met Spanje te verzoenen en zich uiteindelijk ook aan Filips II onderwerpt.

Hiermee wordt de eendracht van de Nederlandse provincies, zoals vastgelegd in de Pacificatie van Gent, verbroken. De Waalse gewesten van de Nederlanden, op het Doornikse na, dragen dus een grote verantwoordelijkheid in het uiteenvallen van de Nederlanden.

Gepubliceerd

24.01.2025

Kernwoorden
Reacties

Lezing in Aalst/ Moorsel

Op 23 januari 2025  geef ik een lezing over mijn boek FRANS EN TOCH VLAAMS. HET VERHAAL VAN FRANS-VLAANDEREN voor de Marnixring Iwein van Aalst.

De naam van de ring verwijst naar een edelman uit de twaalfde eeuw die als woordvoerder fungeerde bij een opstand van Gentse burgers tegen de met Frankrijk collaborerende Vlaamse graaf Willem Clito én de Franse koning. De rede van Iwein van Aalst tijdens een woelige vergadering in Gent op 16 februari 1128 geldt als de eerste grote politieke redevoeringen in Vlaanderen. Iwein had veel bezittingen in het huidige Oost- en West-Vlaanderen, maar ook in Frans-Vlaanderen.

Waar:  Hostelllerie De Biek, Moorsel-Dorp 3 in Moorsel/ Aalst. Aanvang:19.30  u

Gepubliceerd

23.01.2025

Kernwoorden
Reacties

Tedju zei Becu(w)e

In 1712, in een verordening uitgevaardigd door de wetheren van Hazebroek lees ik:

“Verbieden voorts aan alle cutsers, balloteurs, ende opslaeghers te coopen op de marckdaeghen ordinaire, booter, sticken, eyeren, kieckens, duyvejonghen, perdrissen, sneppen, becuwen ende alle andere diergelycke waerden, ten sy naer den thien heuren geslaeghen voor middaegh.”

Een becuwe is de naam voor een kleinere, verwante soort van een snip, een vogel dus. In deze verordening maakt men duidelijk het verschil tussen een ‘sneppe’ (snip) en een ‘becuwe’.  De familienaam Becuwe, Becu, Becue is in Frans- en West-Vlaanderen algemeen verspreid. Willem Vermandere zongt van ‘Tedju zei Becue.’ Maar het is niet zeker dat alle Becuwen iets weten over de oorsprong en betekenis van hun naam.

Ik noteerde ooit een spreekwoord van een jager in Kaaster als er veel mist (‘smoor’ of ‘smoorende weêre’) was aangekondigd: ‘An de becuwen kommen, ’t smoort altyd.’ De jagers wisten toen nog dat de becuwen, en ook de bonte kraaien, bij mist zouden overkomen.

Gepubliceerd

22.01.2025

Kernwoorden
Reacties
Reinout Beyaert
11.02.2025 - 14:12

becuwe = bokje (limonocryptus minimus).

Beantwoorden

“Bij de  Vlamingen  drinken we bier ende wijn”

Op 21 01 1973 verzamelde een kleine groep jonge Frans-Vlamingen die zichzelf  ‘Zuid-Vlaamse Jeugd’ noemde voor een zangavond in Kaaster. Er werden forse Vlaamse en Heel-Nederlandse liederen gezongen. Onlangs vond ik in mijn archieven het programma van de avond,  en ook de tekst van een lied van de Bourgondische cavalerie die toen werd gezongen. Het liedje dateert uit de vijftiende eeuw, en wil de ‘Franse vijand’ te lijf  gaan:

Fors devant Dieu, oncques* ne courbe le cap,
Moultes horions* au Roy de France donnerons.
Nostre Seigneur, le Duc Carle le Hardy*,
Nous mesnera de par les tiexhes* pays.
Chez les Flamincs boirons la bière le vin,
Comme pain tout blanc sont demoiselles de Brabant
Demain nos corps, par l’estoc seront percés,
Buvons ce soir à la nostre santé ?
Priez pour nous, Nostre Dame de l’Enclus,
Francs Chevaliers lorsque nostre heure sera venue.

(*oncques: nooit ; horion: zware slag ; Carle le Hardy: Karel de Stoute ;  tiexhe: Diets)

Dit lied is bekend van de slag bij Montenaken (1465) waarbij de Bourgondische troepen de overwinning behaalden op het revolterend Prinsbisdom Luik.

Montenaken, gemeente Gingelom, bevindt  zich vandaag in de Provincie Limburg. Montenaken is ook bekend voor zijn groep van zes beschermde grafheuvels daterend uit de tweede eeuw na onze tijdrekening. Beslist een wandeling waard.

Gepubliceerd

21.01.2025

Kernwoorden
Reacties

De erkenning van het Nederlands in Frans-Vlaanderen/ La reconnaissance du néerlandais en Flandre française

Op 21 januari 2022, drie jaar geleden, correspondeerde ik met Jean-Louis Marteel, specialist van de Frans-Vlaamse streektaal. Onderwerp van de discussie was: waarom kiezen voor het Nederlands in Frans-Vlaanderen?  Ik zet hieronder alle elementen van het dossier nogmaals op een rij:

  • het initieel bericht van Jean-Louis Marteel;
  • mijn antwoord;
  • de reacties van lezers

Onderstaand debat tussen Jean-Louis Marteel en mezelf werd gevoerd in het Frans. Ik heb de originele teksten niet vertaald en de reacties heb ik overgenomen in de taal gekozen door mijn correspondenten. Deze discussie bevat de voornaamste argumenten voor de formulering van onze eisen inzake Nederlandse taal en blijft daarom mee dan ooit actueel. Samengevat: de Franse overheden moeten de Nederlandse taal erkennen als een regionale taal in Frans-Vlaanderen naast het Frans-Vlaams.

Wij hopen dat de Frans-Vlaamse verenigingen binnenkort een initiatief gaan nemen in die zijn richting de officiële instanties van de Hauts-de-France. Eveneens hopen we dat aan Vlaamse kant in Brussel meer steun komt om deze eisen kracht bij te zetten. Het Nederlands is de standaardtaal, en het bindend element en continuüm van al onze streektalen sinds Keizer Karel. In die zin is het Nederlands evenzeer als de dialectische vormen ervan onze historische moedertaal.

Een bericht van/ Un courriel de Jean-Louis Marteel :

‘Ceux pour qui le flamand n’est pas leur langue maternelle ne comprennent pas l’attachement viscérale des flamandophones à la langue de leurs parents et le rejet de tout autre substitut, fût-il le Algemeen Beschaafd Nederlands, qui est certes « beschaafd », c’est-à-dire une belle langue, mais qui pour eux n’est « gemeen » qu’entre la « Hollande » et la Belgique.

C’est ma langue maternelle flamande (une des grands-mères du néerlandais) qui m’a donné envie d’apprendre le néerlandais et je m’en réjouis mais « une langue régionale » ne peut être qu’ « une langue maternelle. » et le néerlandais n’est pas ma langue maternelle.’

Jean-Louis Marteel

Het antwoord van/ La réponse de Wido Bourel:  

‘Mes parents étant, comme les tiens, de langue maternelle flamande, je partage ton attachement ‘viscéral’ au flamand occidental parlé. Tu omets cependant de dire que la version écrite de notre flamand fut depuis toujours le néerlandais des époques correspondantes, et ce, depuis Michel de Swaen et Andries Steven, jusqu’à nos derniers rhétoriciens au début du 20ième siècle. Il suffit de consulter les travaux de linguistes éminents tels Cyriel Moeyaert, Hugo Ryckeboer, Frans de Brabandere, Piet Paardekooper et Cor van Bree pour le savoir.

Le néerlandais moderne représente le continuüm en ligne directe du flamand occidental de nos ancêtres. Le néerlandais se doit donc d’être reconnu langue régionale au même titre que le flamand occidental comme c’est déjà le cas pour l’allemand et l’alsacien. Il mérite aussi l’appellation ‘langue d’intérêt régional’ puisque nos voisins, flamands de Belgique et néerlandais sont les premiers parmi les ‘étrangers’ à faire vivre notre région, à raison de près d’un million de visiteurs par an.

Les Flamand de France ne sont pas seulement d’hier mais aussi de demain :  le néerlandais leur permettra non seulement d’accueillir leurs voisins proches et de développer le tourisme et l’économie régionale, mais aussi d’étudier et de travailler en Flandre belge. Chercher querelle au néerlandais pour défendre le flamand occidental est du même niveau que faire la guerre au flamand occidental pour défendre le néerlandais. Les deux sont condamnés à s’entraider pour survivre ou à disparaitre dans notre région.’

Wido Bourel

En de reacties van mijn lezers/ Et les réactions de mes lecteurs :  

-Frank Allacker, leraar Nederlands, Broekburg:

“ (…) Le néerlandais, c’est la langue culturelle des Flamands de France – historique, c’est à dire étrangère de prime abord mais avec de solides motifs historiques et culturels de la considérer comme langue régionale, devenue artificiellement étrangère (…)’’

-Karel Appelmans, voorziter Euvo, Brayduinen:

“Prachtige reactie. Mooi verwoord.”

-Dorian Cumps, hoofddocent aan de Universiteit van Paris IV-Sorbonne, afdeling Nederlands, Parijs:

“Excellente réponse, je partage complètement votre point de vue !

-Jaak Fermaut, ereleraar Nederlands, Bierne:

“Je hebt overschot van gelijk! “

-Xavier de France, Kales :

“Bien dit, Wido.”

-Patrick Kleinclaus, ex-“chef de la mission langue et culture régionales au Conseil Général du Haut-Rhin’’, Colmar :

Bravo pour ton texte.

Aux raisons linguistiques s’ajoutent celles de la faisabilité  dans un contexte scolaire (au demeurant peu réceptif:)  celles d’un dialecte sont quasi-inexistantes: pas littérature abondante et contemporaine, pas de littérature enfantine ou pour adolescents, pas de radio , ni de canaux de TV dédiés émettant pour tous les publics, aucun manuel existant du CP au baccalauréat que ce soit pour la lecture, les mathématiques, la musique, la géographie, les sciences, les technologies, pas de presse quotidienne , hebdomadaire ou mensuelle,  très peu de locuteurs en âge d’enseigner et alphabétisés dans le dialecte, peu  de familles d’immersion  possibles utilisant encore le dialecte d’une qualité suffisante, pas d’université pour former les maîtres des disciplines du second degré à enseigner dans la langue. Par contre il est possible de familiariser des bilingues français/néerlandais à comprendre le dialecte qu’est le flamand occidental et à l’utiliser s’ils sont dans un cadre familial ou social qui le pratique que ce soit en Belgique ou en France. Par ailleurs le concept d’utilité joue un grand rôle dans les comportements linguistiques et celle du flamand occidental est bien faible face aufrançais, àl’anglais ou au Néerlandais qui possède tous les atouts qui font défaut au flamand occidental : médias, manuels, cinéma, Tv, universités, familles de séjour linguistique, outil professionnel majeur et continuum linguistique.

-Myriam Minnekeer, ‘La Griffe au Lion’, Kassel :

‘’J’aimerai toujours tes interventions pleines de bon sens.’’

-Jean-Paul Pladys :

(…) ‘’Faisons en sorte que dès les premières années les enfants se mettent au néerlandais (…). Ensuite pour les bonnes têtes, initions-les au flamand de nos grands-parents (…)’’

-Gijs van Ryckeghem (+), priester, Waregem:

“Je beantwoordt op een doeltreffende manier de goedbedoelde, maar toch kortzichtige bewering van Jean-Louis Marteel.”

-Bruno Nicolas Schraen Vanpeperstraete, lyrische zanger, Koudekerke:

“ (…) L’apprentissage du néerlandais a sauvé le peu de West-Vlaams que je connaisse et plus je progresse en néerlandais mieux je comprends le sens du flamand (…)’’

-Damien Top, voorzitter Andries Stevenkring, Bavinkhove:

“Percutante réponse.’’

-Henri Vaassen, gewezen voorzitter van het Huis van het Nederlands, Belle:

« Bravo, Wido, 100% d’accord… »

-Eric Vanneuville, historicus en schrijver, Belle:

‘’ (…) Oui, le flamand occidental bien conservé en Belgique doit être protégé en France où il risque de disparaître, notamment parce que, à la différence de ce qui se passe en Belgique, il ne bénéficie pas du bain quotidien avec la langue néerlandaise. En France, évidemment, ce bain est francophone.

Oui, le néerlandais représente un élément non négligeable dans le fonds littéraire et documentaire de toute la Flandre, y compris en France jusqu’au début du 20e siècle. Mes nombreuses lectures de textes anciens m’en ont persuadé. Au demeurant sa parenté avec le flamand est telle que l’historien, francophone ou néerlandophone, peut avoir l’intime conviction que lorsqu’il lit des textes anciens, lui est fort utile sa connaissance d’un néerlandais dont on ne peut donc claironner que c’est une langue étrangère. Et que dire des études sur l’Histoire et la Géographie de la Flandre publiées en Néerlandais par d’éminents scientifiques de Flandre belge !

Quant à l’intérêt régional du Néerlandais, langue officielle de la Région Flandre en Belgique, il est tellement évident que les travailleurs de Flandre en France, même francophone en sa majeure partie, ne peuvent que trouver profit à l’apprendre. Les exemples de réussite ne manquent pas (…)’’

-Alain Walenne, geograaf en publicist, Santes en Weppe :

‘’Très bien répondu.’’

Gepubliceerd

21.01.2025

Kernwoorden
Reacties

Michiel de Swaen: “de feniks der dichters”

Op 20 januari 1654 werd in Duinkerke de dichter Michiel de Swaen geboren, heelmeester en belangrijkste rederijker en dichter van de Zuidelijkste Nederlanden.

Tijdens zijn leven maakte hij de militaire aanhechting van zijn geboortestreek door Frankrijk mee. Maar het werk van de Swaen laat geen twijfel over zijn liefde voor de Nederlanden, het oude vaderland dat hem jammerlijk door Frankrijk werd ontnomen.

Bij zijn overlijden in 1707 werden vele grafschriften en lijkdichten in het Nederlands door plaatselijke dichters aan hem gewijd. Hier volgt zo een grafschrift “voor den Phenix der Dichters’ van de hand van P. Labus die zichzelf “syn besondere vrient” noemt”.

HIER LEYDT DE SWAEN DIE DOOR SIJN GROOT VERSTANT
SOO IN DE KONST VAN HEELIGH ALS VAN’T DICHTEN
EN DOOR SIJN VERSSEN KON ELCK ONDERRICHTEN.
DE BROEDERS DIE HEM OP DE REDEN -ZAEL
DIE HOORDEN SPREKEN, MOETEN HERT’LIJCK TUYGHEN,
DAT SIJNEN GEEST EN PEN EN LIEVE TAEL
EEN IEDERS HERT KON TOT SIJN LIEFDE BUYGHEN.
DE VRIENDEN SELFS VAN AL DE VLAEMSCHE STEÊN
BEKENNEN SULCX. MAER ÉÉN SAECK TE BEKLAGHEN
IS DAT HY ’T LICHT ONTVINGH DAER SOO ICK MEEN
DE VLAEMSCHE DICHT KONST WEYNIGH KAN BEHAEGHEN.
EEN SLECHTE LOON VOOR MENIG DEFTIG DICHT
DAT SIJN VERHEVEN GHEEST ONS QUAM TE GEVEN!
ONTVING HIJ ’T ANTWERP OF IN HOLLANDT ’T LICHT
SYN WERCK EN NAEM IN DRUCK SAGH M’EEUWIG LEVEN.

Gepubliceerd

20.01.2025

Kernwoorden
Reacties