WIDOPEDIA
Een blog over Frans-Vlaanderen, de Nederlanden en Europa
Wido Bourel

Meest recente berichten
Archieven
Kernwoorden

Archieven voor week 22, 2025

Noord-Berkijn, waar de taalgrens het dorp in twee verdeelde

Vandaag, precies één jaar nadat ik erover schreef, wil ik mijn Franstalig artikel over het Frans-Vlaamse dorpje Noord-Berkijn (Vieux-Berquin) in het Nederlands aanvullen.

Het dorpje Noord-Berkijn krijgt geen vermelding in toeristische gidsen. De reden is dat de gemeente tijdens de Eerste Wereldoorlog volledig werd verwoest. Mijn interesse voor Noord-Berkijn komt door onze familiegeschiedenis. Sinds 1797 woont onze familie in Kaaster, maar ze zijn eigenlijk afkomstig uit Noord-Berkijn. Waarom verhuisden ze? Was het liefde? Of de kost? Of de gevaren van de revolutionaire tijden? Niemand kan het nog precies vertellen. Wat zeker is: toen mijn voorouder verhuisde, was zijn moedertaal het Frans-Vlaams.

In die tijd vormde de Leie, op vier km van Noord-Berkijn, de taalgrens. Een gedenkplaat op de kerk van Herzele bevestigt dat. Daar staat een Nederlands grafschrift uit de 18e eeuw, voor de pastoor van Herzele, die onze familienaam draagt en in onze stamboom voorkomt. Ook hij was afkomstig uit Noord-Berkijn. Hij koos voor een Nederlandstalig opschrift omdat Frans-Vlaams zijn moedertaal was.

De Grote Oorlog verwoestte grotendeels de gemeentearchieven van Noord-Berkijn. Toch blijven enkele documenten uit de 16e eeuw bewaard. Schepenen, waaronder één met onze familienaam, schreven in die periode vlotte Oud-Nederlandse verslagen. Ook de baljuw van het lokale bosgebied, Pierre of Pieter Bourel, deed dat.

De taalgrens verdeelde de gemeente

Het is moeilijk te reconstrueren wanneer de dorpen in de Leiestreek verfransten. Voor Noord-Berkijn zijn er echter twee interessante getuigenissen.

De eerste komt van Albert Quille, een industrieel uit Mergem (Merville). In 1929 schrijft hij dat halverwege de 19e eeuw Noord-Berkijn op taalgebied in tweeën was gesplitst. De hoofdstraat fungeerde als taalgrens. Noordelijk van de straat was alles Vlaams, ten zuiden alles Frans.

Deze situatie bleef bestaan in de tweede helft van de 19e eeuw. Jules Lemire (1853-1928), een bekende priester-politicus uit Noord-Berkijn, getuigde in het tijdschrift Biekorf over hoe het eraan toe ging. Hij schreef dat de pastoor zijn parochianen voor de zondagsmis telkens in twee groepen splitste. Tijdens de mis sprak hij in het Frans-Vlaams tot de links gezeten parochianen, en in het Frans tot de rechts gezeten groep.

Volgens de Amerikaanse specialist van de Franse negentiende eeuw, Jozef Weber, bleef de taalsituatie in de Leiestreek tot het begin van de Eerste Wereldoorlog bestaan.

Gepubliceerd

01.06.2025

Kernwoorden
Reacties
Pol Herman
03.11.2025 - 18:19

Voor mijn studie over romaanse doopvonten zoek ik informatie over de twaalfde-eeuwse doopvont die zich in de kerk van Neuf-Berquin bevond. Weet u soms wie mij hierbij kan helpen ? Ze werd beschreven in “Le Nord Monumental en Artistique” in 1897, maar ik vind er geen enkel spoor van. Dank bij voorbaat. Pol Herman, Paulusstraat 34, 1570 Galmaarden

Beantwoorden

Willem Elsschot: “bitter, bitter grieft het mij.”  

Op 31 mei 1960 overlijdt in Antwerpen de schrijver en dichter Willem Elsschot.

Elsschot was geen veelschrijver, maar zijn romans ‘Lijmen’, ‘Het been’ en ‘Kaas’ behoren tot de beste bladzijden uit de Vlaamse en Nederlandse letterkunde.

Ook zijn dichtwerk is beperkt in omvang, maar meesterlijk. Elsschot had geen vrede met onrecht. Met zijn gedichten was hij bereid zijn roemrijke schrijversloopbaan en reputatie in de weegschaal te leggen, zoals met zijn gedicht Borms.

Dit gedicht was uit verontwaardiging geschreven nadat het Belgische gerecht een kreupele man, in de persoon van de Vlaamse voorman August Borms, wegens collaboratie op 12 april 1946 had gefusilleerd. Sommige vrienden van Elsschot waren hierover verontwaardigd. Ze vergaten nogal snel dat Elsschot, reeds in de jaren dertig, met dezelfde verontwaardiging een gedicht had geschreven, gewijd aan Marinus van der Lubbe, die ter dood was veroordeeld en in 1934 was onthoofd als vermeende brandstichter van het Duitse Rijksdaggebouw.

De laatste strofe van zijn Bormsgedicht luidt als volgt:

Gij dacht, o lijdzaam volk, dat ’t gruwelijk getij
der oude tirannie voor immer was voorbij.
Weet nu dan dat uw stem door niemand wordt aanhoort,
Zolang gij stamelend bidt of bedelt bij de poort.

Telkens als ik twijfel of het gevoel heb dat ik het niet meer aankan, herhaal ik deze twee laatste regels.

Gepubliceerd

31.05.2025

Kernwoorden
Reacties

Jeanne d’Arc:  een Franse mythe

Op 30 mei 1431 stierf Jeanne d’Arc volgens Franse geschiedenisboeken op de brandstapel. Maar klopt dat wel?

Het is onjuist dat Jeanne een herderin van bescheiden afkomst was, zoals vaak wordt beweerd. De eerste Jeanne was mogelijk een bastaarddochter van koningin Isabeau van Beieren en Lodewijk van Orléans. Dit verklaart waarom ze de ridderlijke gevechtstechnieken en het paardrijden perfect beheerste, zoals een ridder.

Ze speelde een leidende rol bij de bevrijding van het Franse Koninkrijk in de oorlogen van die tijd.

Kort na haar verbranding verspreidde het gerucht dat Jeanne niet op de brandstapel was gestorven, maar ontsnapt. Verschillende figuren die zich voor Jeanne d’Arc uitgaven, liepen toen rond en voedden deze theorie.

Een andere Jeanne?

Vreemd is dat in de kerk van het oud wijndorp Pulligny in Lotharingen (département Meurthe-et-Moselle) een graf bestond.

Daar stond te lezen:

ci gît hautle et honorée Dame Jehanne du Lis…

In het Nederlands klonk het opschrift ongeveer als volgt:

Hier ligt de hoogwaardige en geëerde Dame Jehanne des Armoises, gezegd du Lis, Maagd van Frankrijk…

Deze Jeanne des Armoises stierf waarschijnlijk rond haar twintigste jaar, in 1451 of 1452, ongeveer twintig jaar na de episode van de brandstapel. Voor de Lotharingers van Pulligny was er geen twijfel: Hier was de enige echte Jeanne begraven, de Maagd van Frankrijk, die de brandstapel had overleefd.

Verdwenen en heiligverklaard

Later verdween Jeanne d’Arc lange tijd uit de Franse geschiedenisboeken en raakte ze bijna vergeten.

Ze kwam pas in de negentiende eeuw weer in beeld, vooral na haar zaligverklaring in 1874.

Deze zaligverklaring volgde niet toevallig kort na de Franse nederlaag in de Frans-Pruisische oorlog van 1870-1871. Door deze oorlog verloor Frankrijk Lotharingen samen met de Elzas en aan Duitsland.

De mythe van Jeanne als Lotharingse herderin kwam dus opnieuw van pas om het Franse revanchisme tegen Duitsland aan te wakkeren. Het werd gebruikt om de Fransen te laten zien dat Lotharingen Frans bleef, ondanks de Duitse verovering en annexatie.

Jeanne d’Arc werd pas in 1920 officieel heilig verklaard, na de Franse overwinning in de Eerste Wereldoorlog. Ze had zogezegd opnieuw Frankrijk gered.

Echte of valse Jeanne d’Arc

Even vreemd als opvallend: het opschrift op het graf van Jeanne in Pulligny werd door de kerkelijke autoriteiten in 1909 verwijderd, waarschijnlijk in opdracht van derden.

Dat was niet toevallig tussen haar zalig- en heiligverklaring. Sporen van andere pretendenten die de nieuwe Franse mythe konden verstoren, waren duidelijk niet meer gewenst.

Toch kunnen de oudere inwoners van Pulligny je vandaag nog wijzen op de plaats waar Jeanne, de Maagd van Frankrijk, was begraven…

Gepubliceerd

30.05.2025

Kernwoorden
Reacties
leo taveirne
16.07.2025 - 12:37

Wat men zo niet al doet om een gebied te claimen.
Toepasselijk op de 20e en 21e eeuw. Waar orthodox-christenen zich benadeeld weten laat de tsaar weten dat Rusland voor die gelovigen moet opkomen. Waar Russischtaligen worden gevraagd zich te schikken naar hun gastland, daar staat Rusland klaar om hen te verdedigen ongeacht de souvereiniteit van het gastland en ongeacht de niet-Russische nationaliteit ( verkregen in of verleend door het gastland) van die Russischtaligen
En Tsaar Vladimir Vladimirovitsj Poetin II zei onlangs. Als een Russische soldaat voet zet op een stuk grond in het buitenland dan wordt dat stuk grond een deel van Rusland. Vandaar dat Rusland zich oostwaarts uitbreidde en Siberie koloniseerde tot in Vladivostok (Vladi=beheers en vostok= het Oosten, of Beheers het Oosten) en Vladimir (Vladi=beheers en mir = vrede of wereld, zeg maar wereld bij deze naamgeving)

Beantwoorden

Oswald Spengler:  ‘de geest wikt, het geld beschikt’

Op 29 mei 1880 werd de Duitse conservatieve geschiedfilosoof en cultuurhistoricus Oswald Spengler in Blankenburg (Harz) geboren.

In 1918 en 1922 werden zijn magnum opus, ‘De ondergang van het Avondland’, in twee delen uitgegeven. Spengler schreef aan dit werk tijdens de Eerste Wereldoorlog. De titel op zich droeg al een krachtige boodschap. Het werd snel gezien als een profetische voorspelling van wat Europa inmiddels is overkomen.

Het cultuurpessimisme en fatalisme van Spengler vielen niet in de smaak bij het toen opkomende nationaalsocialisme. Als ik me niet vergis, was het Joseph Goebbels zelf die sprak over Spengler als de ‘Untergangsmelodramatiker’.

Een opmerkelijk initiatief was in 2017 de nieuwe Nederlandstalige uitgave van De ondergang van het Avondland, opnieuw uitgegeven door Boom Uitgevers. Een prachtige uitgave in twee delen, samen goed voor 1.200 pagina’s.

Oswald Spengler overleed in München op 8 mei 1936, amper 56 jaar oud, aan een hartaanval. Zijn bekende voorspelling dat ‘er tien jaar later geen Duits Rijk meer zou bestaan’ was even treffend en raak als de titel van zijn magnum opus.

Een citaat van Oswald Spengler om op Hemelvaartsdag te mediteren:

Wie God definieert, is al een atheïst.

Gepubliceerd

29.05.2025

Kernwoorden
Reacties

De Drie Maagdekens van Kaaster

vers van de pers!

De geheimen van een vergeten cultus

Dit is de titel van mijn nieuwe boek dat zojuist is verschenen. Wie reeds intekende ontvangt het met de post in de loop van volgende week.

Wie zijn de drie maagden?

In het hart van het Frans-Vlaamse Kaaster ligt een eeuwenoude kapel met een intrigerende naam: de Kapel van de Drie Maagden.

Deze kapel was ooit het centrum van een belangrijke volksverering. Tijdens de ommegang trokken meer dan 20.000 bedevaarders er jaarlijks naartoe.

De christelijke legende die aan de kapel van Kaaster verbonden is, voert ons terug naar de heidense tijden. Toen vervulden vrouwen goddelijke functies.

De reis van de auteur begint in Kaaster. Maar het leidt ons ook naar Europa en het Indo-Europees pantheon.

Technische gegevens

Het boek is een tweetalige uitgave in het Nederlands en Frans. Het telt 124 pagina’s. Het formaat is 14 x 26 cm. Het bevat 23 illustraties.

De oplage is beperkt. Het boek wordt niet in de boekhandel verkocht. Het is exclusief verkrijgbaar bij de auteur. Elk exemplaar wordt gesigneerd. Reserveer vandaag nog uw exemplaar via deze Facebook-pagina, per e-mail op widopedia@hotmail.com, of via mijn blog www.widopedia.eu.

Titel
De Drie Maagdekens van Kaaster
Tweetalige uigave Nederlands-Frans
Aantal pagina’s
124 p. met 23 illustraties
Formaat
14 x 26cm
Afwerking
Paperback
Verschijningsdatum
15 juli 2025
Prijs
€ 21.95 + € 5 verzendkosten voor België
Andere landen: contacteer ons
Exclusief bij de auteur te verkrijgen

Krijgen de Bretoenen een gedenkplaat in hun eigen taal?

Het is wachten op het antwoord van de stad Diksmuide

Koun Breizh is een Bretoense vereniging die het geheugen van Bretagne hoog in het vaandel draagt. In januari jl. had de vereniging de burgemeester van Diksmuide, de heer Koen Coupillie, geschreven om een verdwenen gedenkplaat, ter nagedachtenis aan de Bretonse mariniers die in 1914 in de strijd waren gesneuveld, opnieuw een plaats te geven. Maar deze gedenkplaat was in het Bretons geschreven, en daar wringt het schoentje.

Ik citeer uit de brief van Yvon Ollivier, voorzitter van Koun Breizh:

“In 2006 werd in Ieper een gedenkplaat in het Bretons aangebracht ter ere van de Bretonse strijders die in 1914 omkwamen, terwijl ze de Belgische strijdkrachten ondersteunden om de havens van Duinkerke en Kales te beschermen.

De ongeveer 6.600 manschappen die deel uitmaakten van de door Admiraal Ronarc’h geleide brigade van mariniers, waren grotendeels Bretoenen en spraken Bretons. Tegen de Duitsers, die vijf keer zoveel waren, en naast de Belgische bondgenoten, hebben zij dapper gestreden. Bijna de helft van hen kwam om het leven tijdens de strijd. Hun moed werd legendarisch.

Deze plaat vermeldde in het Bretons: “Enor d’ar Vretoned marv e Diksmuide evit ar frankiz d’ar 16 a viz Du 1914” (Eer aan de Bretons die in Diksmuide stierven voor de vrijheid op 16 november 1914).

Het plaatsen van een gedenkplaat in een andere taal dan het Frans stoorde sommigen. Het protest werd georkestreerd door toedoen van sommige Franse oud-strijdersverenigingen, mogelijk onder invloed of met de steun van de Franse ambassade.

In 2008 werd de plaat verwijderd nadat deze was beschadigd. Sindsdien is ze nooit meer gezien, ondanks meerdere verzoeken. De toenmalige burgemeester liet weten ‘dat het niet bij iedereen in de smaak viel!’ ” (…)

Is er in de Westhoek, waar je alle mogelijke gedenkplaten tegenkomt ter ere van mensen, groepen en volkeren, geen plaats voor de Bretoenen in hun eigen taal? Je kunt bij onze Bretoense vrienden niemand uitleggen dat een gemeente waar een Vlaamse nationalist de burgemeesterssjerp dragen, dit zou weigeren. En ook niet dat de Franse autoriteiten druk uitoefenen op en in een Vlaamse gemeente.

Ik steun de vraag van de vereniging Koun Breizh omdat deze gedenkplaat in het Bretons opnieuw een plaats krijgt in Diksmuide.

Heb ik ook jou steun, beste fb-vriend?

En Bretagne wacht al zes maanden op een reactie van de stad Diksmuide. Ik ben ook benieuwd.

Gepubliceerd

27.05.2025

Kernwoorden
Reacties

Charles de Croocq vertaalde de Vlaamse Leeuw in het Frans

Op 26 mei 1950 overleed in het Frans-Vlaamse Winnezele Charles de Croocq. De Croocq was een leraar en schooldirecteur, vooral actief als Vlaamsvoelende, regionalistische historicus, archivaris en bibliothecaris van de stad Sint-Winoksbergen, en bekwame heemkundige en dichter.

Hij was ook de vertaler van de Vlaamse Leeuw in het Frans, en dat klinkt in zijn versie als volgt:

LE LION DE FLANDRE.
(hymne national flamand)
I.
Il demeure indomptable,
Le fier Lion flamand :
Toujours libre, intraitable,
Avec acharnement.
Il demeure indomptable
Comme les vrais Flamands
Et montre, formidable,
Ses griffes et ses dents.
REFRAIN
Il demeure indomptable,
Comme les vrais Flamands
Et montre, formidable,
Ses griffes et ses dents.
Et montre, formidable,
Ses griffes et ses dents.
II.
Les trônes et les villes
Croulent avec fracas.
Les armes sont fragiles :
La Flandre ne meurt pas.
L’ennemi nous assaille
Mais sans jamais faiblir,
Courons à la bataille,
Le Lion va sévir.
Refrain.
III.
Depuis mille ans il lutte
Pour Dieu, pour son pays,
Toujours jeune il culbute
Ses plus fiers ennemis :
Et le croit-on sans force,
Méprisable et niais,
Il redresse son torse,
Plus puissant que jamais.
Refrain.

Gepubliceerd

26.05.2025

Kernwoorden
Reacties