Op 3 mei 1707 overleed in Duinkerke de dichter, dramaturg en rederijker Michiel de Swaen. Tijdens zijn leven maakte hij de militaire annexatie van zijn geboortestreek door Frankrijk mee. Het oeuvre van De Swaen laat echter geen twijfel over zijn liefde voor de Nederlanden, het oude vaderland dat hem in 1662 jammerlijk door Frankrijk werd ontnomen. De Swaen is in zowel Noord- als Zuid-Nederland beroemd om zijn Vastenavont-spel “De Gecroonde Leersse”, dat later in een toneelstuk werd verwerkt.
Het is vreemd dat het handschrift van “De Gecroonde Leersse”, evenals twee andere handschriften van Michiel de Swaen die in het bezit waren van het Comité Flamand de France (CFF), rond 1967 plots als spoorloos werden vermeld. Is het handschrift van dit meest beroemde werk uit de Franse Nederlanden ooit door het CFF opgespoord? Is het ooit teruggevonden? Heeft iemand van het CFF ooit verantwoording afgelegd voor deze verdwijning of diefstal? Weet iemand onder mijn lezers hier meer over?
Het wordt hoog tijd dat we zorgdragen voor het Nederlandstalige patrimonium in Frans-Vlaanderen, dat het geïnventariseerd wordt en in veiligheid wordt gebracht. Er zijn tonnen archieven in het Nederlands die specialisten in Frankrijk niet meer kunnen lezen omdat ze onze taal niet beheersen. Of stukken die in slechte omstandigheden worden bewaard of gewoon worden verwaarloosd. Welke Frans-Vlaamse vereniging neemt hierin het voortouw? Welke Vlaamse of Nederlandse instelling kan hierbij helpen?
En nog een belangrijke waarschuwing: denk goed na voordat je belangrijke stukken in onze taal toevertrouwt aan Frans-Vlaamse instellingen.
03.05.2025
Op 2 mei 1543 wordt Johan Moerentorf, met zijn Latijnse naam Jan I Moretus in Antwerpen geboren. Zijn vader, Jacobus , was een satijnwever, uit Rijsel afkomstig.
De naam Moerentorf had oorspronkelijk verschillende schrijfwijzen zoals Mourturf, Mortuf, Mortroef, Mouretorf. Dit verwijst mogelijk naar turfboeren actief in de moerassen langs de Deûle-rivier.
Johan Moerentorf begon zijn loopbaan als de rechterhand van Christoffel Plantijn. Hij trouwt met Plantijns dochter, Martina. Na Plantijns overlijden nam Moretus de drukkerij over. Onder zijn leiding drukte hij 640 boeken voornamelijk van religieuze en van historische aard. In 1576 vestigde hij de drukkerij op de Vrijdagmarkt in Antwerpen. De familie Morets werkte en woonde daar 300 jaar.
1876 verkocht Edward Moretus het pand aan de stad Antwerpen. Dit unieke erfgoed fungeert nu als museum. Bezoekers kunnen de oudste drukpersen ter wereld en materialen uit de zestiende en zeventiende eeuw bewonderen.
02.05.2025
In mei 1977 was schrijver André Demedts de eregast op het Meifeest, dat plaatsvond ten huize van Dr. Jozef Weyns en familie, Ter Speelbergen in Beerzel.
In zijn lenteboodschap schreef André:
“Als wij tot het door ons gekoesterde ideaal van een gelukkig, Verenigd Europa willen komen, zullen wij als bouwstenen van dat levende organisme de oercellen van onze gemeenschap moeten eerbiedigen en tot volle uitgroei laten komen: dat zijn de natuurlijke gemeenschappen, familie, woonbuurt, arbeidsgemeenschap, streek en volk. Dat zijn de blijvende dingen.”
De boodschap van André is niet eens vijftig jaar oud, maar klinkt alsof hij van een andere planeet komt. Dat komt doordat de EU-lobby van nu niets te maken heeft met de Europese droom van toen. De bouwstenen, de ‘blijvende dingen’ zijn niet verdwenen ook niet in tijden van decadentie, en komen terug, zoals de lente en de zon in mei.
01.05.2025
In mei 895 benoemde Arnulf van Karinthië, koning van Oost-Francië, zijn bastaardzoon Zwentibold tot koning van Lotharingen. Hij werd de tweede en laatste koning van Lotharingen.
Zwentibold, ook geschreven als Swentibold en Sanderhout (Latijn: Sanderboldus of Xhenderboldus), dankte zijn merkwaardige naam aan zijn peetoom Svatopluk, die over Moldavië heerste.
Lotharingen was een zelfstandige regio. Hieronder viel een deel van de Lage Landen en het stamgebied van de Karolingers, namelijk het stroomgebied van de Maas, de Moezel en de Rijn. In Nederland is hij daarom bekend als een lokale heilige. Het hertogdom Neder-Lotharingen zou later uit dit gebied ontstaan.
Het belang van Zwentibold wordt wel eens onderschat, maar dat is onterecht. Hij wordt daarom beschouwd als een symbool van de Lotharingse drang naar zelfbewustzijn.
Koning Zwentibold kwam in 900 op brute wijze om het leven in de buurt van de Maas. Sommige bronnen melden dat hij vermoord werd. Hij sneuvelde in de strijd tegen Gerard en Matfried, twee broers van wie hij de respectievelijke graafschappen had afgenomen en als raadgevers had ontslagen. Zwentibold werd begraven in Susteren, mogelijk in de abdijkerk aldaar.
In de laatste maand van zijn leven verbleef Zwentibold in de omgeving van Born, Sittard, Susteren en de Graetheide. De Limburgers noemden dit gebied het “land van Zwentibold”. De Vlaamse groep Clouseau, die ooit in de streek verbleef, bezong het land van Zwentibold als het ‘aardsparadijs’ in het bekende lied ‘Swentibold’ (1995).
In de stad Münstereifel is een plaatselijke fontein gewijd aan koning Zwentibold.
01.05.2025
Op 30 april 1878 werd de Frans-Vlaamse literatuurhistoricus, filosoof en essayist Paul Hazard in het Frans-Vlaams dorpje Noordpene geboren.
Zijn vader en grootvader waren dorpsonderwijzers in Noordpene. Zijn moeder, Marie-Eudonie Looten was een zus van de bekende Frans-Vlaamse voorman Camille Looten. Het is dus niet verwonderlijk dat Paul Hazard een fervente verdediger was van het onderwijs van het Nederlands in Frans-Vlaanderen. Hij zal ook later zijn neef, de dichter en ondernemer Camille Looten, introduceren in de Franse literaire wereld.
Paul Hazard behaalde zijn ‘certificat d’études’ in Arneke en volgde daarna de klassieke humaniora in Armentiers. Het lyceum waar hij studeerde is tot vandaag naar hem genoemd.
Men moet in Paul Hazard een buitengewoon talent hebben gezien want vanaf 1900 wordt hij naar het prestigieuze Ecole Normale supérieure in Parijs gestuurd. De aggregatie letteren behaalt hij in 1903. Hij studeert verder aan de Sorbonne en doctoreert er in 1910 met een eindverhandeling die hem ineens bekend maakt: “La révolution française et les lettres italiennes”.
Zijn carrière als hoogleraar brengt hem aan de universiteit van Lyon en vervolgens opnieuw aan de Sorbonne in Parijs. In 1925 is hij titularis van de leerstoel vergelijkende literatuurwetenschap aan het befaamde College de France. In de jaren ’30 is hij ook gastdocent aan verschillende Amerikaanse universiteiten. In 1932 en in 1940 doceert hij aan de Columbia universiteit in New-York.
Opvallend is dat hij in 1941 in volle oorlog beslist om naar Frankrijk terug te keren om er te doceren. In dat jaar wordt hij voorgedragen om rector te worden van de Parijse universiteit. Maar zijn kandidatuur wordt afgewezen door de Duitse bezetter.
Zijn bekendste boek « La crise de la conscience européenne » (1935) werd pas in 1990 in het Nederlands vertaald (bij Agon) met als titel “De crisis in het Europees denken. Europa op de drempel van de Verlichting 1680-1715”.
Karel D’huyvetters, een specialist van Spinoza, noemt Hazard “ zonder twijfel een van de coryfeeën van de beschavingsgeschiedenis”. En hij voegt er aan toe: “Paul Hazard is een uitmuntende gids, eerlijk als goud, objectief als een deurwaarder, bloemrijk als een rederijker, diepzinnig als een mysticus, wijs als een grootvader en belezen als geen ander”.
In 1940, net voor het uitbreken van Wereldoorlog II, wordt hij verkozen tot lid van de Franse academie. Door de oorlog zal hij niet officieel worden opgenomen. Zijn vroegtijdig overlijden op 13 april 1944,in Parijs, maakte zijn officiële opneming onmogelijk.
Een citaat van Paul Hazard over Nederland in de 17de en 18de eeuw :
“Nederland is door haar universiteiten een land van bemiddelaars. Rondom haar leerstoelen verzamelen zich studenten uit het oosten en het westen, uit het noorden en het zuiden, om te luisteren naar professoren die niet alleen Nederlands zijn, maar ook Frans en Duits. In Nederland hebben mensen, boeken en ideeën uit verschillende landen elkaar ontmoet; en er zijn geestelijke uitwisselingen geweest zoals je die nergens anders in die tijd kunt vinden… Tijdens de hele zeventiende eeuw en een groot deel van de achttiende eeuw hebben Engelsen, Fransen, Schotten, Denen, Zweden, Polen en Hongaren, gestudeerd in Leiden, Franeker, Groningen en Utrecht…”
30.04.2025