In de lente van 1624 vertrok een groep van dertig families voor de grote overtocht met het schip “Nieue Nederlandt”. Dit schip was het eerste van de VOC dat specifiek naar de Hudson werd gestuurd. Het doel van de expeditie was het vestigen van een permanente kolonie langs de Hudson, die destijds door de Nederlanders de “Noortrivier” werd genoemd.
Het gewapende schip “De Eenheid” vergezelde de “Nieue Nederlandt”. Aan boord van “de Eenheid” bevonden zich Cathelyntje Trico en haar echtgenoot Joris Janssen Rapalije. De familie Trico, of Trigault, had haar wortels in de Zuid-Vlaamse stad Dowaai. Ze werd uit deze stad verbannen vanwege haar godsdienstige overtuiging. Cathelyntje was geboren in het Calvinistische Valencijn, waar haar ouders waren gevlucht. Later kwam ze in Amsterdam terecht, waar ze in januari 1624, net voor hun vertrek naar de Nieuwe Wereld, in de Waalse kerk trouwde.
In de eerste jaren na hun aankomst in Amerika verbleven ze in Fort Oranje. In 1626 verhuisden ze naar Fort Amsterdam, ten zuiden van het eiland Manhattan. Ze vestigden zich aan de East River en kochten twee huizen in de buurt van het fort, nu Pearl Street in Lower Manhattan.
In 1637, achttien jaar na hun aankomst aan de Hudson, kochten ze van de Indianen 135 hectare grond gelegen op Long Island. Ze gaven hun eigendom de naam Waalbocht, wat vandaag de dag Wallabout in Brooklyn is.
Cathelyntje en Joris kregen samen elf kinderen. Hun eerste kind, Sarah, was het eerste kind van Europese ouders dat op Amerikaans grondgebied werd geboren. In 1680 telden Cathelyntje en Joris maar liefst 145 afstammelingen. Men heeft berekend dat zij de voorouders zijn van niet minder dan één miljoen Amerikanen. Een miljoen Amerikanen die dus afstammen van een Zuid-Nederlandse familie uit Dowaai en uit Prisches bij Valencijn. In Brooklyn herinnert de Rapelye Street nog aan de familienaam van de eerste Zuid-Nederlandse inwoners, Joris en Cathelyntje Rapalije-Trico.
20.03.2025
Op 20 maart 1943 overleed in Wassenaar, Zuid-Holland, Willem Johan Louis van Es, advocaat en taalkundige. Hij werd geboren op 20 maart 1886 als zoon van een hooggeplaatst ambtenaar in Padang, toen Nederlands Oost-Indië.
Op 18 september 1910 was van Es aanwezig op het eerste Vlaams Taal- en Geschiedkundig Congres, waar de Frans-Vlaamse pastoor Emiel Descamps (1855-1925) de hulp inriep van Vlaanderen en Nederland. Dit zou de aanzet vormen voor een beginnende actie ten gunste van Frans-Vlaanderen. In 1911 verkende van Es samen met enkele Nederlandse vrienden Frans-Vlaanderen, waar hij contact legde met de Vlaamsgezinde priester en politicus Jules Lemire. Over Lemire en Frans-Vlaanderen schreef Willem J. L. van Es meerdere artikelen, onder andere in het tijdschrift Neerlandia.
Later droeg hij bij aan het tijdschrift Le Lion de Flandre van het Vlaams Verbond van Frankrijk, waar hij voornamelijk over toponymie schreef. Een van zijn bekendste studies is “De ondergang van het Diets in Frankrijk na de Saksische-Frankische-Friese nederzetting.”
Daarnaast publiceerde Willem J. L. van Es twee boeken:
Hij was ook meerdere keren bestuurslid van het Algemeen Nederlands Verbond en medeoprichter van de vereniging Zannekin in de periode 1937-1939. Volgens zijn laatste wilsbeschikking werd de as van Willem J. L. van Es, die een vrijzinnige van protestantse huize was, uitgestrooid op de Kasselberg, de “Heilige heuvel” van Vlaanderen.
20.03.2025
Met gepaste trots ontving ik zojuist exemplaren van de vijfde druk van mijn boek :
FRANS EN TOCH VLAAMS. HET VERHAAL VAN FRANS-VLAANDEREN.
Mijn dank gaat uit naar uitgever Karl Drabbe en de ploeg van ERTSBERG voor hun vertrouwen en de prettige samenwerking.
Je kunt mijn boek vinden in de boekhandel of bij uitgeverij Ertsberg.
Voor een gesigneerd exemplaar kan je ook terecht op mijn blog widopedia.eu
19.03.2025